100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MA: samenvatting literatuur en jurisprudentie $3.64
Add to cart

Summary

MA: samenvatting literatuur en jurisprudentie

 74 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle verplichte voorgeschreven literatuur en jurisprudentie.

Preview 4 out of 35  pages

  • August 28, 2018
  • 35
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Medische aansprakelijkheid

Bachelor Rechtsgeleerdheid Maastricht University

Medische aansprakelijkheid: samenvatting verplichte literatuur en jurisprudentie
Academisch jaar 2017-2018

Blokperiode 3.5



Onderwijsgroep 1: Medische fouten en aansprakelijkheid

Patiëntenveiligheid, definitielijst
Enkel de begrippen die relevant worden geacht door de blokcoördinator zijn hieronder opgenomen.

Complicatie Een onbedoelde en ongewenste uitkomst tijdens of volgend op het (niet)
handelen van een hulpverlener, die voor de gezondheid van de patiënt zodanig
nadelig is dat aanpassing van het medisch (be-)handelen noodzakelijk is dan wel
dat er sprake is van (onherstelbare) schade. Een complicatie kan het gevolg zijn
van een onverwachte reactie van de patiënt, een bewust genomen risico
(calculated risk) of van een incident tijdens het zorgproces. De ‘ondergrens’ van
een complicatie is het aanpassen van het handelen.

Calamiteit Een niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis in de gezondheidszorg, die tot de
dood of een ernstig schadelijk gevolg voor een patiënt heeft geleid, optredende
bij een (para)medische, verpleegkundige of verzorgende handeling of bij de
toepassing van een product of apparaat in de gezondheidszorg dan wel
voortkomend uit een manco in een voorziening of een kwaliteitsafwijking van een
product of apparaat dat toepassing vindt in de gezondheidszorg.

Fout Het niet uitvoeren van een geplande actie (fout in de uitvoering) of het toepassen
van een verkeerd plan om het doel te bereiken (fout in de planning). In
tegenstelling tot het begrip procesafwijking zit in het begrip fout een oordeel
besloten. Het oordeel is, dat het niet zo gegaan is als had gemoeten. Een fout is
per definitie vermijdbaar, soms ook verwijtbaar. Achteraf kan men bij een
procesafwijking tot het oordeel komen dat er sprake is van een fout. Het is ook
mogelijk dat er sprake is van een beredeneerde afwijking.

Vermijdbaar Een incident was vermijdbaar als na systematische analyse van de
gebeurtenis(sen) blijkt dat bepaalde maatregelen het incident hadden kunnen
voorkomen.

Verwijtbaar Het incident was verwijtbaar, als na systematische analyse van de
gebeurtenis(sen) blijkt dat het (para)medisch/verpleegkundig (niet)handelen in
ernstige mate tekort is geschoten en/of onzorgvuldig is geweest in vergelijking
met wat van een gemiddeld ervaren en bekwame beroepsgenoot in gelijke
omstandigheden had mogen worden verwacht.

Melding Een schriftelijk bericht over:
a) het functioneren van de patiëntenzorg of de kwaliteitsborging van een
aanbieder van de zorg op wie de IGZ toezicht uitoefent.
b) Het professioneel functioneren van beroepsbeoefenaren op het terrein van
de gezondheidszorg op wie de IGZ toezicht uitoefent.
c) Een product of apparaat dat toepassing vindt in de gezondheidszorg of de
zelfzorg, of het handelen van het bij dat product of apparaat betrokken
bedrijf.

Schade Een nadeel voor de patiënt dat dusdanig ernstig is dat verlenging of verzwaring
van de behandeling noodzakelijk is, tijdelijk of blijvend fysiek, psychisch of sociaal
functieverlies optreedt, of overlijden tot gevolg heeft.



1

, Medische aansprakelijkheid
Kwaliteit van zorg De mate waarin de gezondheidszorg zowel voor het individu als voor de
bevolking de kans vergroot op gewenste uitkomsten en waarbij de verleende zorg
in overeenstemming is met gangbare medische kennis en inzichten. Er is sprake
van kwaliteit, indien er een optimale verhouding bestaat van ervaringen ten
opzichte van verwachtingen met betrekking tot een bepaald aspect van de
(gezondheids)zorg.

Risico Een functie van de mogelijkheid op een ongewenst effect en de grootte van dat
effect, voortvloeiend uit geva(a)r(en).


Aanscherping definitie disfunctioneren
De voorgaande definitie van de inspectie was: disfunctioneren van een BIG-geregistreerde beroepsbeoefenaar is
het structureel tekort schieten (door handelen of nalaten) van een beroepsbeoefenaar in het leveren van
verantwoorde zorg waardoor een patiënt of de patiëntenzorg wordt geschaad of het risico loopt te worden
geschaad en waarbij de beroepsbeoefenaar niet (meer) in staat of bereid is om zelf tot verantwoorde zorg te
komen. De nieuwe gehanteerde definitie van disfunctioneren is: veelal een structurele situatie van
tekortschietende beroepscompetenties of onverantwoorde zorgverlening waarin een patiënt wordt geschaad of
het risico loopt te worden geschaad en waarbij de beroepsbeoefenaar niet (meer) in staat of bereid is zelf de
problemen op te lossen.


CTG 29 juli 2008, MC 2008, p. 1732-1733
Allereerst doet zich de vraag voor of het infuus in casu in de voet in plaats van in de hand had moeten worden
aangebracht. Bekend is dat in vele klinieken het infuus standaard in de hand wordt aangebracht en dat er geen
reden was dat anders te doen. Daar komt bij dat bij deze patiënt het infuus in de voet moeilijk zou zijn. Het
college stelt voorop dat bij een operatie als de onderhavige het nagenoeg geheel afdekken van de patiënte met
steriele doeken een vereiste is. De consequentie daarvan is dat de op de rechterhandrug ingebrachte infuus niet
alleen onzichtbaar, maar ook onbereikbaar wordt. Nu rechtstreekse controle niet mogelijk was, vond deze
secundair plaats: de druppelaar aan het infuus was zichtbaar; voor de chirurg was klinisch merkbaar of de
spierverslappers werkten. De uitkomsten van deze secundaire controlemogelijkheden gaven verweerder geen
aanleiding het infuus ondanks de eis van steriliteit te controleren. Naar het oordeel van het college is er sprake
geweest van een complicatie die tuchtrechtelijk niet te verwijten valt. De klacht is ongegrond.


CTG 8 mei 2014, MC 2014, p. 2286-2288
Aan de orde is de vraag of verweerder bij de operatieve ingreep al dan niet zorgvuldig heeft gehandeld. Het is
aannemelijk dat de postoperatieve pijnklachten aan klagers rechterhand zijn veroorzaakt door een beschadiging
ontstaan tijdens de door verweerder bij klager uitgevoerde carpaletunnel-release-operatie. Deze klachten, die er
voorheen niet waren, ontstonden direct na het uitwerken van de verdoving. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat bij
voormelde operatie een beschadiging is opgetreden. Dit werd door meerdere artsen erkend. Er is volgens het
tuchtcollege niet slechts sprake van een complicatie, maar van een fout. Het kan niet anders zijn dan dat
verweerder bij zijn chirurgisch handelen ten onrechte buiten bedoeld operatiegebied is getreden en daarbij
schade heeft veroorzaakt. Er is tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.


Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding, relevante gedeelten
Het aansprakelijkheidsrecht is veeleer gericht op het bepalen in welke gevallen schade moet worden verplaatst
van het slachtoffer naar degene die de schade heeft berokkend of daar verantwoordelijk voor is. de benadeelde
moet de schade voor eigen rekening nemen en de ‘dader’ moet deze dragen.

Bij kwalitatieve aansprakelijkheid is iemand aansprakelijk op grond van een bepaalde kwaliteit waarin hij tot een
ander of tot een bepaalde zaak staat. Onrechtmatigheid noch schuld is vereist bij de volgende de bepalingen
aansprakelijke persoon. Het berust op het hebben van een bepaalde kwaliteit en dus niet op foutief, eigen
gedrag. Er wordt daarom ook wel gesproken van een risicoaansprakelijkheid. De kwalitatieve aansprakelijkheid
voor personen vindt begrenzing in het wettelijke vereiste dat de persoon voor wie de aansprakelijkheid bestaat
een toerekende onrechtmatige daad, een fout, moet hebben begaan/gemaakt. Daarnaast moet die fout ook
toegerekend kunnen worden aan die persoon, zie hiervoor artikel 6:162 lid 3 BW. Indien er een succesvol beroep
wordt gedaan op een rechtvaardigingsgrond, dan is er geen kwalitatieve aansprakelijkheid. Artikel 6:170 lid 1 BW
legt op de werkgever een kwalitatieve aansprakelijkheid voor schade door hun werknemers aan derden
berokkend. Voor aansprakelijkheid op grond van dit artikel is vereist:
1) Dat de schade is veroorzaakt door een fout in de zin van artikel 6:162 BW;
2) Van een ondergeschikte; en

2

, Medische aansprakelijkheid
3) Dat er tussen de fout van de ondergeschikte en de taak die hem is opgedragen voldoende verband
bestaat:
a. De kans op de fout moet zijn vergroot door de aan de ondergeschikte gegeven opdracht tot het
verrichten van de taak;
b. De werkgever moet juridische zeggenschap hebben over de gedragingen waarin de fout is
gelegen.

Ten opzichte van de benadeelde zijn werknemer en werkgever beiden aansprakelijk. In hun onderlinge
verhouding moet de schade door de werkgever worden gedragen. De tot betaling aangesproken werknemer kan
regres uitoefenen op de werkgever. Dat is alleen anders bij opzet of bewuste roekeloosheid.

Het leidende beginsel van het schadevergoedingsrecht is dat het slachtoffer de schade die hij geleden heeft als
gevolg van een bepaalde gebeurtenis volledig vergoed dient te krijgen. Het beginsel is echter niet absoluut nu er
uitzonderingen zijn te vinden op het leerstuk. Daarnaast kunnen er ook bepaalde kosten op de schadevergoeding
in mindering worden gebracht. Artikel 6:95 BW noemt als soorten schade vermogensschade en ander nadeel;
hiermee wordt de immateriële schade bedoeld. Dit kan tevens als één van de uitzonderingen op de hoofdregel
worden gezien: vermogensschade wordt in beginsel volledig vergoed, terwijl immateriële schade naar billijkheid
wordt vergoed. Het artikel geeft aan wat er precies onder vermogensschade moet worden verstaan, namelijk het
geleden verlies en de gederfde winst. In de contractuele sfeer wordt in dit kader ook wel het onderscheid tussen
positief en negatief contractsbelang gebruikt. Bij vergoeding van het negatief belang is dat de situatie waarin de
overeenkomst niet gesloten zou zijn, terwijl men bij de vergoeding van het positief belang juist uitgaat van de
situatie waarin de overeenkomst wél zou zijn gesloten en bovendien ook deugdelijk uitgevoerd zou zijn. De eerste
benadering is terug te vinden bij de wilsgebreken, de tweede bij wanprestatie. Zie hiervoor ook artikel 6:227 BW.
Aangezien zij uitgaan van twee verschillende soorten situaties, kunnen zij dus nooit tegelijkertijd worden vergoed.

Letselschade: degene die letsel heeft opgelopen heeft in ieder geval recht op vergoeding van zijn
vermogensschade zoals uiteengezet in artikel 6:95 jo. 6:96 BW. Daarnaast kan er ook nog recht bestaan op
smartengeld, zie artikel 6:106 BW. Het recht op smartengeld wordt ook wel aangeduid als immateriële schade.
Deze schade kan slechts worden vergoed indien de wet dit recht geeft. Het smartengeld kent een
compensatiefunctie en een genoegdoeningsfunctie. Artikel 6:106 lid 1 BW somt limitatief een aantal gevallen op
waarin smartengeld kan worden geclaimd. Het artikel bepaalt tevens dat de vergoeding naar billijkheid
vastgesteld dient te worden. De rechter heeft een discretionaire bevoegdheid met betrekking tot het bepalen van
de omvang van de vergoeding. Deze vrijheid houdt echter geen willekeur in; hij dient bij zijn begroting rekening te
houden met vergelijkebare gevallen. In de letselschadepraktijk wordt er in het bijzonder betekenis toegekend aan
de aard en de ernst van het letsel. Wat betreft de hoogte van de vergoeding kan worden opgemerkt dat in
Nederland vergoedingen boven de €50.000,- betrekkelijk weinig voorkomen. Tot slot bepaalt artikel 6:106 lid 2
BW dat, gezien het hoge persoonlijke karakter, het recht op smartengeld in beginsel niet vatbaar is voor overgang
en beslag, tenzij dit bij overeenkomst is vastgelegd.

Schrik- en affectieschade: alleen de gekwetste zelf heeft recht op smartengeld. Ook wanneer de gekwetste komt
te overlijden, hebben de nabestaanden geen recht op smartengeld. Deze vorm van schade wordt affectieschade
genoemd. Vergoeding van affectieschade is in ons recht dus niet aan de orde. Schrikschade kan zowel uit
vermogensschade als uit immateriële schade bestaan. De Hoge Raad ziet een beperkte ruimte voor een
schrikschadevergoeding voor diegene die met de gevolgen van een ongeval waarbij iemand ernstig is gewond
geraakt of komt te overlijden wordt geconfronteerd, doch houdt de Hoge Raad vast aan de niet-vergoedbaarheid
van affectieschade.

Overlijdensschade: niet iedere nabestaande heeft recht op vergoeding van de volledige schade die hij lijdt. Artikel
6:108 BW geeft bepaalde nabestaanden een recht op vergoeding van bepaalde schade. Ook hier gaat het om
een zelfstandig recht; het doet er niet toe of er bijvoorbeeld onrechtmatig is gehandeld. Ook hier weer geldt dat
het artikel een exclusief karakter kent. Artikel 6:108 BW geeft een uitputtende regeling van de overlijdensschade
en bevat beperkingen op een drietal punten:
a) De kring van gerechtigden;
b) De schadesoort; en
c) De schadeomvang.

In artikel 6:108 BW wordt in het kader van de vergoeding van gederfd levensonderhoud een drietal categorieën
onderscheiden. Lid 1 beschrijft vervolgens de schadesoorten. In het kader van de vergoeding van gederfd
levensonderhoud geldt dat de schadeomvang wordt bepaald door het feitelijk ontbreken van middelen voor de
nabestaande om een bepaald niveau van levensonderhoud te handhaven. Nu het deels gaat om de toekomstige
schade ligt het voor de hand dat ook bepaalde toekomstverwachtingen een rol spelen. Er dient in dit kader
onderscheid te worden gemaakt tussen vaste en variabele lasten van het huishouden. De Hoge Raad heeft een
vuistregel gegeven: het deel van de achterblijvende partner kan in beginsel worden gesteld op tweemaal een deel

3

, Medische aansprakelijkheid
van het kind. Voor de bloed- en aanverwanten geldt als uitgangspunt hetgeen de overledene tijdens zijn leven
feitelijk aan levensonderhoud verschafte.

Medische aansprakelijkheid, relevante gedeelten
Patiënten kunnen tijdens of in verband met een geneeskundige behandeling door een arts te maken krijgen met
vermijdbare of onbedoelde schade, in de zin van lichamelijk letsel, geestelijk letsel of aantasting van het
zelfbeschikkingsrecht. Doorgaans wordt het civiele aansprakelijkheidsrecht gebruikt om eventuele
schadevergoeding te realiseren.

De rechtsverhouding tussen de patiënt en de hulpverlener
Artikel 7:446 lid 1 BW bepaalt dat de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling de overeenkomst is
waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, de hulpverlener, zich in de uitoefening van een
geneeskundig beroep of bedrijf tegenover een ander, de opdrachtgever, verbindt tot het verrichten van
handelingen op het gebied van de geneeskunst, rechtstreeks betrekking hebbende op de persoon van de
opdrachtgever, of van een bepaalde derde. Onder lid 3 vallen niet de handelingen die betrekking hebben op de
verzorging van gezonde bejaarden in een verzorgingstehuis of verpleeghuis en evenmin de handelingen die
betrekking hebben op de verzorging van verstandelijk gehandicapten in een daarvoor ingerichte zorginstelling.
Een probleem doet zich voor wanneer de patiënt wilsonbekwaam en/of handelingsonbekwaam is, nu zij niet
zelfstandig bevoegd zijn tot het aangaan van een behandelingsovereenkomst. Zij hebben daarom doorgaans een
wettelijk vertegenwoordiger die feitelijk als de opdrachtgever optreedt. Opmerking verdient dat titel 7.7.5 BW een
leeftijdsgrens hanteert van zestien jaar, in plaats van de gebruikelijke leeftijd van achttien jaar. Zie hiervoor artikel
7:447 lid 1 BW. Naast wettelijke vertegenwoordiging, is er ook de zogenaamde persoonlijke gemachtigde.
Gedacht moet worden aan vertegenwoordiging wanneer iemand lijdt aan dementie. Zie hiervoor artikel 3:60 BW.
Indien iemand bijvoorbeeld ten gevolge van een ongeval comateus raakt, dan wordt er een tevens een
persoonlijke gemachtigde aangewezen die besluit over de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Dit is
meestal een familielid. Indien er geen familielid is, dan treedt de hulpverlener op als zaakwaarnemer. Nu de
hulpverlener niet met zichzelf namens de patiënt een overeenkomst kan sluiten, wordt hij niet als opdrachtgever
aangemerkt. Van belang te weten is dat wettelijk vertegenwoordigers zelf géén partij worden bij de
behandelingsovereenkomst, de patiënt blijft zelf formeel juridisch opdrachtgever. In bijzondere gevallen kan de
vertegenwoordiger wél als contractspartij optreden.

Artikel 7:446 lid 1 BW spreekt over het begrip ‘hulpverlener’. Samenwerkingsvormen die niet als rechtspersoon
worden aangemerkt, vallen buiten het begrip, bijvoorbeeld een maatschap. Of de hulpverlener handelingen
verricht in het kader van zijn geneeskundig beroep of bedrijf, hangt af van de omstandigheden van het geval. Een
zelfstandig handelend arts kan bij de uitvoering van de geneeskundige behandeling gebruik maken van de kennis
en kunde van andere artsen. Het is mogelijk dat de patiënt een zelfstandige overeenkomst sluit met de betrokken
andere artsen, maar een optie is ook dat de betrokken arts als hulppersoon van de andere arts wordt gezien. Is
het onduidelijk met wie werd gecontracteerd, dan zal doorslaggevend zijn hetgeen hulpverlener en patiënt over
en weer hebben verklaard en uit elkaar gedragingen hebben afgeleid en in de gegeven omstandigheden hebben
mogen afleiden.

Arts-out-situatie De arts oefent zijn zelfstandige beroep uit in een ziekenhuis op basis van een
toelatingsovereenkomst.

Arts-in-situatie De arts werkt in loondienst van een ziekenhuis en oefent zijn werkzaamheden
tevens in dienst uit.

Hoewel de regelingen in het contractenrecht doorgaans van regelend recht zijn, bestaat afdeling 7.7.5 BW veelal
uit dwingendrechtelijke regels. Er kan niet van worden afgeweken, omdat de zwakkere partij, de patiënt, moet
worden beschermd. Dit neemt overigens niet weg dat er wel ruimte is voor zelfregulering door middel van
bijvoorbeeld gedragsregelen en protocollen. Ondanks de patiënt wordt aangemerkt als de ‘zwakkere partij’ en dus
bescherming geniet, rusten er ook twee verplichtingen op de patiënt:
1) Artikel 7:452 BW: de patiënt is verplicht de hulpverlener naar beste weten de inlichtingen te geven en de
medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de overeenkomst behoeft;
2) Artikel 7:461 BW: de opdrachtgever is de hulpverlener loon verschuldigd.
3) Op de patiënt rusten tevens de verplichtingen die uit de gewoonte, redelijkheid en billijkheid of een
andere (publiekrechtelijke) wet voortvloeien.

Op de hulpverlener rusten ook, meer klassieke, verplichtingen:
1) Artikel 7:448 BW: de informatieplicht. Het bewerkstelligen van een zodanig informatieniveau dat de
patiënt de vereiste toestemming kan geven voor de te verrichten handeling. Informed consent;
2) Artikel 7:454 BW: de dossierplicht;
3) Artikel 7:457 BW: de geheimhoudingsplicht;

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dena15. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.64. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49051 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.64  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added