100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding tot het economisch recht TEW&HIR (19/20 eerste zit) $7.10   Add to cart

Class notes

Samenvatting inleiding tot het economisch recht TEW&HIR (19/20 eerste zit)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit zijn gestructureerde notities van alle lessen van Joeri Vananroye. Ik heb dit aangevuld met zowel informatie uit de reader als uit het handboek. Alles wat de prof zeer belangrijk vindt staat aangeduid in het rood. Ik heb ook informatie van de pal-sessies hierin verwerkt. Dit document is volledi...

[Show more]

Preview 4 out of 80  pages

  • February 15, 2024
  • 80
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Joeri vananroye
  • All classes
avatar-seller
Inleiding tot het economisch recht les 1

DEEL 1: RECHT EN RECHTSTAAT

Hoofdstuk 1: Het begrip recht

Bij onrechtmatigheid
 Geen geweld gebruiken
= verbod op eigenrichting
 Enkel in geval van wettige zelfverdediging

Deelverzameling onrechtmatigheden
 Misdrijven
= onrechtmatige gedraging waar het recht straffen aan verbindt

Contract niet nakomen, iets kapot maken, …
 Geen echt misdrijf
 Gewone sancties, burgerrechtelijke sancties
= Sancties die bedoeld is om de schade te herstellen (geen strafrecht)

Bij misdrijf
 Sanctie heeft als doel extra leed op leggen
o Om de mensen af te schrikken, opdat je het nooit zal doen

Straffen zijn een manier om de prijs van gedrag te verhogen
 Strafwetboek als menu
o Prijzen voor gedrag als demotivatie
o Staat niet in dat je het niet mag doen

Misdrijf = als er aan een onrechtmatigheid extra leed wordt opgelegd
 Enkel dan treedt politie op (niet bij bv schade, burgerrechtelijk geschil)

Onrechtmatigheid dat geen misdrijf is: Wat als schuldenaar niet
vrijwillig nakomt?

1. Schuldeiser stelt schuldenaar in gebreke
a. Voorbeeld: Via email / aangetekende brief

 Indien dit niet werkt

2. Schuldeiser vraagt aan de rechtbank voor veroordeling van de
schuldenaar/verweerder
a. Brief: ik nodig je uit om naar de rechtbank te komen -->
schuldenaar krijgt daar mogelijkheid zich te verweren

 Dagvaarding komt via de deurwaarder
o Veroordeling bij verstek
= verweerder die dagvaarding weigert (komt niet opdagen) en
rechtstreeks ongelijk krijgt

3. Vonnis van de rechtbank --> verweerder wordt veroordeeld om iets wel of
niet te doen

,  Een vonnis heeft twee belangrijke kenmerken

3.1. De rechter heeft gelijk (zelfs als hij geen gelijk heeft) = gezag van
gewijsde
 Finaal: tussen dezelfde partij kan zelfde geschil niet meer gedaan worden

3.2. Formulier van tenuitvoerlegging (in naam vd koning)
 OM mag de sterke hand verlenen (= geweld gebruiken)
 Het vonnis heeft uitvoerbare kracht
= de overheid zal zijn geweldsmonopolie inschakelen indien dit niet
vrijwillig wordt uitgevoerd
o Deurwaarder die spullen komt ophalen/binnenbreekt als je niet open
doet

4. Indien het vonnis finaal is (of eerder als rechter het zegt) heeft vonnis
uitvoerbare kracht


Inleiding tot het economisch recht les 2

Wat is recht?
Recht is een vorm van geweld, machtsuiting.

Recht is geen rechtvaardigheid
Recht is geweld en dwang
 Monopolie ligt bij de overheid
 Noodzakelijk kwaad, de overheid is gevaarlijk
 De overheid is ook zelf gebonden door het recht
o "U moet het recht volgen dat u zelf gemaakt heeft"
o Rechtstaat = de staat zelf is onderworpen aan haar eigen regels

Scheiding der machten
 Uitvoeren van regels, voeren van beleid = uitvoerende macht
 Beslissen van geschillen = rechtelijke macht
 Verschillende machten controleren elkaar

Onafhankelijke rechterlijke macht
 Trekt het geweld vd overheid op gang
 Rechters moeten geen rekening houden met bv. Publieke opinie, politieke
meerderheid,…
 Men kan een rechter bijna niet ontslaan
 Geen perfect systeem !!!

Democratie
 Zorgt ervoor dat er af en toe verandering kan komen

Grondrechten
= fundamentele rechten en vrijheden
 Hieraan moeten ook die wetgever zich houden
 Gekomen na WOII

Bevoegdheid = wie er handelt

,Procedure = hoe er gehandeld wordt
 Beiden van belang !!!

Wat is recht niet?

Recht is niet gelijk aan de wet
 Beslissing van een wetgever
 Er zijn veel meer rechtsbronnen dan enkel de wet

Gewoonterecht: We hebben hier en daar nog een regel van gewoonterecht. Dat
staat nergens in een wet, maar we volgen de regel wel omdat we dat altijd al zo
gedaan hebben.

Algemene rechtsbeginselen: Deze regels zijn nergens terug te vinden. We zien ze
wel terug in toepassingen.
 Voorbeeld: het recht op tegenspraak.
 Voorbeeld: Tuchtprocedure. Er is nergens een wet die zegt ‘dan moet u
wederwoord geven’. Maar de rechters zeggen wel dat dit gerespecteerd
worden.

Rechtsleer: Juristen die schrijven over het recht. Als alle auteurs vinden dat het
zo moet worden geleerd, zullen rechters dat ook wel vinden.

Verdrag: Europese Unie die verordeningen en richtlijnen kunnen afkondigen.

 Recht is veel complexer dan men denkt, beperkt zich niet tot enkel wetten.

Rechtspraak (vonnis) is de eindbeslissing van de rechter/rechtbank.
 Niet wat staat er in de wetboeken, wat de rechter beslist is waar men
belang aan hecht.
 Het is niet de wet die beslist, maar de rechter
 Law is a prediction of what de judge will decide

We hebben telkens manieren om aan de wet te ontsnappen  recht is zeer
onzeker
 Law is what the judge had for breakfast

Concordia discordantium canonum
De taak van een jurist is om wetten die elkaar eigenlijk tegenspreken op elkaar
af te stellen.
 Voorbeeld: Je mag niet doden, maar wel uit zelfverdediging

Recht is geen zekerheid.
 Er is altijd menselijke oordeelsvorming
 Bevoegdheidsregels: Voor bepaalde regels is dit orgaan geschikt.
o Als er een conflict is tussen partijen, kijken we wie geschikt is.
o Hierover zijn geen ‘regels’
 Normen die geïnterpreteerd worden
o Interpretatie laat beleidsvrijheid voor degene die interpreteert
o We hebben interpretatieregels, maar die gaan alle kanten uit (je kan
er alles mee doen). Eerder zaken die achteraf dienen om je te
verantwoorden.

, Illustratie 1: mini-koningskwestie (1990)
De koning ondertekent de wetten. Hij heeft geen autonome bevoegdheid (om de
wet niet te ondertekenen), de koning moet doen wat de regering zegt. Koning
Boudewijn weigerde een wet te ondertekenen.
 Oplossing in artikel 93 van de Grondwet.

1940: Eerste toepassing
Deze wet werd voor het eerst gebruikt in de regeerperiode van Leopold III
(1940). Hij zat toen in krijgsgevangenschap en op die manier in de
onmogelijkheid om te regeren. België is bezet. De verenigde Kamers konden niet
bijeen geroepen worden. De regering neemt de bevoegdheden van de koning
over.

1944: België bevrijd.
Leopold III was nog steeds krijgsgevangenen. Ze stellen dat hij in de ‘politieke’
onmogelijkheid zat om wetten te ondertekenen. Ze duiden zijn broer Karel aan
als regent.

1990: Boudewijn

Illustratie 2: affaire Marie Popelin (1888)
In de 19e eeuw hadden vrouwen nog weinig rechten. De Code Napoléon was
vrouwonvriendelijk. Vrouwen mogen pas stemmen sinds 1948. Marie studeert
rechten, niet in Leuven (mocht toen niet). Wil zich inschrijven als advocate in
Brussel.
 Uitspraak: Hof van Beroep van Brussel 12 december 1888. Ze merken dat
er nergens een regel staat dat het beroep advocaat enkel bestemd is voor
mannen, maar toch weigeren ze Marie. Ze is nooit advocaat geworden.

Illustratie 3: Kiekenkot-arrest (27 april 1999)
Het kiekenkot verkocht kip aan ’t spit. Er was toen al een KB dat zei dat je niet
zomaar voedsel mag verkopen. Als u een maaltijd aanbied, moet u een
koksdiploma hebben (uitzondering: lichte maaltijd). Het KB zegt wat licht
maaltijden zijn (soep, croques en toosten, kroketten,…). De uitbater van het
kiekenkot heeft geen koksdiploma en biedt kip aan het spit aan.
 Het parket van Leuven vervolgt de uitbater. Hij wordt strafrechtelijk
veroordeeld. Hij gaat in beroep.
 Hof van beroep volgt de redenering van de uitbater. Vol-au-vent vergt
meer tijd dan kip aan het spit. En vol-au-vent staat in de lijst van lichte
maaltijden. De man wordt vrijgesproken. Het parket van Leuven is het er
niet mee eens. Ze gaan naar het Hof van Cassatie want de wet (het KB) is
geschonden. Het Hof van Cassatie geeft het parket gelijk.
 (Na les 3) Nog een ander argument voor de uitbater: U vraagt aan de
rechter zelf om dit te toetsen (het is maar een KB). U zegt bijvoorbeeld
dat u vindt dat het KB in strijd is met de Grondwet. U behandelt
iemand die een simpel gerecht maakt strenger dan iemand die een
complex gerecht maakt en dat is in strijd met het Grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenameuwis. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81113 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.10
  • (0)
  Add to cart