Klinische psychologie 1 S23232: persoonlijkheidstheorieën en psychopathologie (PB0104171833)
All documents for this subject (5)
7
reviews
By: paulswier • 3 year ago
By: eefje_dekker • 3 year ago
By: evamarrevee • 4 year ago
By: jeskewijdeveld • 5 year ago
By: ellen_leermakers • 5 year ago
By: nadeshdajohanns • 5 year ago
By: annemaartjeblok • 5 year ago
Seller
Follow
jmafranken
Reviews received
Content preview
Vragen YouLearn
Inhoud
Hoofdstuk 11 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen bij volwassenen......................................2
Hoofdstuk 12 Depressieve- en bipolaire stemmingsstoornissen........................................................5
Hoofdstuk 13 Angststoornissen..........................................................................................................7
Hoofdstuk 14 Middelgebonden stoornissen en verslaving...............................................................10
Hoofdstuk 15 Somatsch-symptoomstoornis en verwante stoornissen............................................12
Hoofdstuk 16 Slaap- en waakstoornissen.........................................................................................14
..........................................................................................................................................................15
Hoofdstuk 18 Disrupteve-- impulsbeheersing- en andere gedragsstoornissen................................19
Hoofdstuk 19 Genderdysforie- parafele stoornissen en seksuele disfunctes..................................21
Hoofdstuk 20 Schizofreniespectrum- en andere psychotsche stoornissen......................................23
Hoofdstuk 21 Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen............................................................26
Hoofdstuk 22 Dissociateve stoornissen...........................................................................................28
Hoofdstuk 23 Neurocogniteve stoornissen......................................................................................31
Hoofdstuk 24 Obsessieve compulsieve en verwante stoornissen....................................................33
Hoofdstuk 25 Persoonlijkheidsstoornissen.......................................................................................36
Hoofdstuk 7- 8 en 9 Persoonlijkheidsleer.........................................................................................39
Antwoorden......................................................................................................................................42
,Hoofdstuk 11 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen bij
volwassenen
1. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen over de autismespectrumstoornis
(ASS)
1. Door een gemiddelde tot bovengemiddelde intelligentie wordt ASS vaak pas op latere
leeftijd zichtbaar.
2. Door een verstoorde hechtingsrelatie wordt ASS vaak pas op latere leeftijd zichtbaar.
Alleen II is juist.
Alleen I is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist.
2. Welke van de volgende kenmerken van de autismespectrumstoornis behoort niet tot het
criterium ‘Afwijkende sociale wederkerigheid’?
het moeite hebben met het maken van oogcontact
het onvermogen om spontaan emoties te delen met anderen
het in het geheel niet weten wat te zeggen in sociale situaties
het ontbreken van het besef van sociale conventies
3. Welke van de volgende methoden wordt op dit moment vooral gebruikt bij de classificerende
diagnostiek van ASS?
neuropsychologische tests
vragenlijstonderzoek
een semigestructureerd interview
genetisch onderzoek
,4. Beoordeel de juistheid van de volgende twee stellingen over ADHD
1. Bij volwassenen met ADHD is hyperactiviteit minder prominent aanwezig dan bij kinderen
2. In het klassieke beeld van volwassenen met ADHD valt de verhoogde afleidbaarheid, en
onoplettendheid op.
Alleen I is juist.
Alleen II is juist.
I en II zijn juist.
I en II zijn onjuist.
5. Bij het vaststellen van ADHD worden veelal drie stappen in het diagnostisch proces gevolgd.
Welke van de volgende uitspraken is niet juist?
Uw antwoord
In stap 3 wordt de aan- of afwezigheid van comorbide problemen in kaart gebracht. Hierbij
wordt vaak gebruik gemaakt van hetero-anamneses.
In stap 1 worden eventuele symptomen vastgesteld. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van
screeningsformulieren en vragenlijsten.
In stap 2 wordt de oorsprong van de symptomen vastgesteld. Hierbij wordt vaker gebruik
gemaakt van semi-gestructureerde interviews dan in fase 1.
Door het gebruikte instrumentarium in de verschillende stappen speelt het inzicht van de
clinicus nauwelijks een rol bij het diagnostceren van ADHD bij volwassenen.
6. Welke behandeling wordt het meest toegepast bij volwassenen met ADHD?
medicate
gedragstherapie
ontspanningstherapie
, concentratetherapie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jmafranken. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.