AFP lesvoorbereiding Les 2
Leerdoelen
1. Heeft kennis en maakt gebruik van medische terminologie
2. Kent de normaalwaarden van relevante basisparameters
Als dingen regelmatig zijn, dan is er homeostase (= evenwicht)
Parameter Normaalwaarde
Reactiepatroon AVPU/EMV A: Alert
V: Verbaal
P: Pijnprikkel
U: no reaction
Na AVPU (alles minder dan A) EMV
bepalen: Eye motor Verbal response
(tussen de 13 en de 15)
Oriëntatie vermogen Tijd, plaats, persoon weet hier antwoord
op te geven (niet weten bijvoorbeeld
dementie)
Pupil reactie Snelle constrictie, bij veel licht klein en in
het donker groot (ze moeten reageren)
Pijnscore Geen pijn/ score 0 tot 4
Ademfrequentie (longen) 12 tot 16 keer per minuut in rust
Ademhalingspatroon (longen) Regelmatig, geen geluid
Ademgeruis (longen) Stil, je hoort geen gepiep of gerochel
Saturatie: SpO2 (longen) 95%-100%
Kleur Gezond = niet bleek/ rood
NIPB; MAP (bloeddruk) 110-140/ 70-90 mmHg (hypertensie is hoge
bloeddruk)(hypotensie is lage bloeddruk
Deze meet je altijd samen met frequentie (bloedverlies))
Hartfrequentie: pulsaties (hart) 60-80 keer per minuut (kun je voelen op de
pols, hals, lies en enkel)
Hartritme Regelmatig
Halsvenen/ CVD (opzwellen halsaderen) Niet voelbaar/ zichtbaar
Capollaire refilltijd (bloedcirculatie) Snelle terug kleuring van de huid na druk
(altijd op het borstbeen, want deze ligt dicht
bij het hart)
Diurese (ml/kg/ uur) (nieren, urine Normale hoeveelheid urine productie per
productie) dag: 4 a 5 keer per etmaal dit is 1 tot 1,5
liter per 24 uur (70 tot 80 ml per uur)
Huidturgor (elasticiteit van de huid) Normaal: vormt snel terug
Slijmvliescontrole Vochtig en glanzend
Acute gewichtsveranderingen Binnen 2% gewichts toename/ afname
Kerntemperatuur (in je oor het makkelijkste 36,5-37,5 graden (>38,0 is koorts)
te meten doordat daar het bloedvat zit dat
naar de hypothalamus gaat)
Peristaltiek/ defecatiepatroon (darmen) Licht borrelend geluid, geen pijn, 1 tot 2
keer per dag ontlasting
3. selecteert relevante observatieparameters aan de hand van aangeboden
casus
, 4. relateert observatieparameters aan orgaanfuncties; zie bovenstaand
parameterschema
5. kent de redeneerhulpmiddelen ABCDE, (M)EWS, SBAR en DENWIS.
EWS: Tegenwoordig is het Early Warning System een wereldwijd gebruikt scoresysteem
voor het beoordelen van de gezondheidssituatie van de patiënt. Bij het afnemen van het
EWS 'scoort' de patiënt op de zes vitale functies van de mens (ademhalingsfrequentie,
saturatie, bloeddruk, temperatuur, hartfrequentie, bewustzijn). Hoe hoger de score, hoe meer
de patiënt vitaal bedreigd is. Door het regelmatig afnemen van de score kan de
achteruitgang van de patiënt gemonitord worden
SBAR-methode: Met de SBAR-methode (Situation, Background, Assessment,
Recommendation) kunt u de communicatie over een patiënt tussen verschillende
hulpverleners (bijvoorbeeld tussen de arts en de verpleegkundige) verbeteren. De SBAR-
methode kent in Amerika zijn oorsprong en is vertaald naar de Nederlandse situatie. Naast
de verschillen onderdelen treft u bij de SBAR-methode een praktische checklist voor een
dagelijkse toepassing aan.
,Samenvatting Les 1
Methodisch leren is het handelen volgens een weldoordachte manier
Klinisch redeneren is het continue procesmatig gegevens verzamelen en analyseren gericht
op het vaststellen van vragen en problemen van de zorgvrager, en het kiezen van daarbij
passende zorgresultaten en interventies. Observeren door middel van zintuigen en komen
tot argumenten.
De cellen, het hart, bloedcirculatie en het lymfstelsel staan centraal
Klinisch redeneren is het continue proces van gegevensverzameling en analyse gericht op
de vragen en problemen van de patiënt. In dit proces richt de verpleegkundige zich op risico
inschatting. Vroeg signalering, probleemherkenning, interventie en monitoring = het
besluitvormingsproces
1. Opmerken; verwachtingen, eerste gedachte (analytisch denken)
2. Interpreteren; je eigen gevoel/ intuïtie diagnose stellen
3. Reageren; plan van aanpak uitvoeren
4. Reflecteren; wat kan beter
Model van Tanner
Voorbereiding les 3 Cel- en weefselleer
Endocytose: het proces waarbij de cel stoffen opneemt die door het celmembraan werden
ingesloten.
Exocystose: het proces waarbij materialen van binnen een cel naar de buitenkant van de cel
worden verplaatst
Hypertoon: meer/ hoger
Hypotoon: minder/ lager
Isotoon: gelijk aan
1. herkent de principes osmose, diffusie, filtratie en actief transport en weet waar deze
in het lichaam worden toegepast;
Anatomie en Fysiologie pagina 78 t/m 82
Diffusie: de netto verplaatsing van moleculen van een plaats met relatief hoge concentratie
naar een gebied met een relatief lage concentratie. De moleculen raken gelijkmatig verdeeld
en het concentratieverschil wordt opgeheven.
, De CO2 concentratie is lager in de omringende vloeistof en nog lager in het stromende bloed
het gas (CO2) gaat zijn concentratiegradiënt* volgen CO2 verspreid zich van de
binnenkant van de cel naar de extracellulaire vloeistof door de vrij doorlaatbare
celmembraan daarna verspreid het zich naar het bloed het bloed voert de CO2 naar de
longen waar het wordt uitgeademd.
*Concentratiegradiënt: treedt op wanneer een opgeloste stof meer geconcentreerd is in het
ene gebeid dan in het andere.
Osmose: de diffusie van water door een semipermeabel
membraan (laat sommige deeltjes door). Treedt op door een
selectief permeabel membraan (kiest welke deeltjes er doorheen
gaan) dat vrij doorlaatbaar is voor water, maar niet voor
opgeloste deeltjes.
Filtratie: vaste en vloeibare stoffen worden gescheden van
elkaar door het gebruik van een filtermedium/ poreuze stof dat
de vloeistof wel doorlaat en de vaste stof niet.
Water wordt als gevolg van hydrostatische druk (opwaartse kracht onder water) door een
membraan geperst. Filtratie treedt op wanneer er opgeloste voedingsstoffen in de weefsels
van het lichaam worden geperst.
Filtratie in de bloedvaten van de nieren is een noodzakelijke stap bij de vorming van
urine. Ook vind filtratie plaats in de haarvaten, namelijk het filtreren van
voedingstoffen en afvalstoffen uit de bloedbaan.
Actief transport: levert de energierijke verbinding in ATP (de energie) die nodig is om ionen
of moleculen door het membraan heen te verplaatsen. Dit kost energie maar is niet
afhankelijk van een concentratiegradiënt.
Adenosinetrifosfaat (ATP): de universele drager van chemische energie in alle levende
cellen.
2. legt de begrippen intracellulair, intercellulair en extracellulair uit;
Intracellulair: alle vloeistoffen binnen de cel
Intercellulair: alle vloeistoffen tussen de cellen
Extracellulair: alle lichaamsvloeistoffen buiten de cel
3. beschrijft het transport van voedingsstoffen en afvalstoffen;
Het cardiovasculair systeem zorgt voor het transport van zuurstof, voedingsstoffen en
afvalstoffen via het bloed door het hele lichaam. De organen en weefsels in het lichaam
moeten van zuurstof en voedingsstoffen worden voorzien, terwijl afvalstoffen juist uit het
lichaam moeten worden uitgescheiden
Cardiovasculair systeem - Klinisch Redeneren
4. legt de begrippen colloïd osmotische druk en kristalloïd osmotische druk uit en
benoemt de functie hiervan;
Colloïd osmotische druk/ oncotische druk: het transport van water over het membraan van
de capillairen wordt bepaald door het verschil in eiwit concentratie binnen en buiten het
bloedvat. Dit is een constante en wordt bekeken op capillair niveau
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leannevandegevel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.06. You're not tied to anything after your purchase.