TENTAMEN Inleiding in de Rechtswetenschap
Woensdag 28 januari 2015, 15:15 – 17:45 uur
LEES
DIT
EERST!
-‐
Het
tentamen
bestaat
uit
in
totaal
30
multiple-‐choicevragen
en
2
open
vragen,
waarvan
de
eerste
bestaat
uit
twee
subvragen.
-‐
Dit
formulier
bevat
inclusief
het
voorblad
11
pagina's.
Op
de
laatste
pagina’s
is
er
ruimte
om
de
antwoorden
op
de
open
vragen
op
te
schrijven.
NB:
Schrijf
in
correcte
en
volledige
zinnen
en
binnen
de
daartoe
aangegeven
ruimte.
-‐
Voor
de
beantwoording
van
de
multiple-‐choicevragen
krijgt
u
een
mc-‐antwoordformulier.
-‐
vul
op
het
mc-‐antwoordformulier
uw
naam
en
studentnummer
in,
en
de
versie
die
u
maakt
(A,
B,
C
of
D).
-‐
Het
mc-‐antwoordformulier
bij
voorkeur
met
pen
invullen,
maar
niet
met
de
kleur
rood.
-‐
Correcties
aanbrengen
mag
(zie
mc-‐antwoordformulier),
maar
vraag
een
nieuw
mc-‐
antwoordformulier
als
u
veel
doorhalingen
heeft.
-‐
U
dient
alles
in
te
leveren,
voorzien
van
uw
naam
en
studentnummer.
Alleen
het
gebruik
van
een
niet-‐geannoteerde
wetgevingseditie
is
toegestaan.
Het
meegebrachte
materiaal
kan
tijdens
het
tentamen
door
een
surveillant
worden
onderzocht.
Ook
uw
identiteit
wordt
tijdens
het
tentamen
gecontroleerd.
Daartoe
dient
u
uw
identiteitsbewijs
op
de
hoek
van
uw
tafel
te
leggen.
Dat
mag
een
collegekaart,
een
paspoort
of
een
ander
identiteitsbewijs
zijn.
Veel succes!
VERSIE A
,Naam:……………………………………………………………………………………………………..
Studentnummer:
…………………………………………………………………………………..
ANTWOORDEN MC VRAGEN, versie A, B, C, D
A B C D
1 24 17 10 c
2 25 18 11 d
3 26 19 12 c
4 27 20 13 d
5 28 21 14 a
6 29 22 15 c
7 30 23 16 a
8 1 24 17 b
9 2 25 18 c
10 3 26 19 c
11 4 27 20 b
12 5 28 21 c
13 6 29 22 a
14 7 30 23 d
15 8 1 24 b
16 9 2 25 d
17 10 3 26 d
18 11 4 27 d
19 12 5 28 c
20 13 6 29 a
21 14 7 30 b
22 15 8 1 c
23 16 9 2 a
24 17 10 3 a
25 18 11 4 d
26 19 12 5 b
27 20 13 6 b
28 21 14 7 b
29 22 15 8 b
30 23 16 9 b
VERSIE A
,Naam:……………………………………………………………………………………………………..
Studentnummer:
…………………………………………………………………………………..
1. Welke van de onderstaande rechtsregels is een secundaire rechtsregel?
a. Art. 13 lid 1 Wet wapens en munitie.
b. Art. 310 Wetboek van Strafrecht.
c. Art. 127 Wet op de Rechterlijke Organisatie.
d. Art. 6:162 lid 1 Burgerlijk Wetboek.
2. Welke filosoof heeft zich NIET uitgelaten over de natuurstaat?
a. Thomas Hobbes.
b. John Locke.
c. Jean-Jacques Rousseau.
d. John Rawls.
3. Welke functie van het recht manifesteerde zich in de voormalige militaire dienstplicht?
a. Coördinatie van maatschappelijk handelen.
b. Precisering van maatschappelijke moraal.
c. Realiseren van collectieve doeleinden.
4. Welke stelling is NIET juist?
a. Recht begrenst overheidsmacht.
b. Zonder macht is recht een tandeloze tijger.
c. Geldend recht kan immoreel zijn.
d. Moraal is een geïnstitutionaliseerd systeem.
5. Welke stelling is ONJUIST?
a. Gewoonterecht is slechts een kenbron zolang het niet door een rechter is erkend.
b. Gewoonterecht is een product van menselijke activiteit.
c. De vertrouwensregel in het Staatrecht behoort tot het parlementair gewoonterecht.
d. Voor het ontstaan van gewoonterecht is onder meer opinio necessitatis nodig.
VERSIE A
, Naam:……………………………………………………………………………………………………..
Studentnummer:
…………………………………………………………………………………..
6. Wat is GEEN rechtsbron van Nederlands recht?
a. De Wegenverkeerswet.
b. Een op een wet in formele zin berustende ministeriële regeling.
c. Een memorie van toelichting bij een wetsvoorstel.
d. Een uitspraak van het Europese Hof van de Rechten van de Mens.
7. Welke functie heeft de natuurtoestand in het werk van de contractsfilosofen uit de tijd van de
Verlichting?
a. Hiermee kunnen we het bestaan van een politieke samenleving legitimeren.
b. Hiermee kunnen we de rechtsorde baseren op een zuiver biologische grondslag.
c. Hiermee kunnen we de overgang van een nachtwakerstaat naar een verzorgingsstaat rechtvaardigen.
d. Hiermee kunnen we elke gezagsverhouding onder verdenking stellen en de grondslag leveren voor
een anarchistische samenleving.
8. Welke uitspraak over het formele gelijkheidsbeginsel is ONJUIST?
a. Het formele gelijkheidsbeginsel houdt in dat gelijke gevallen gelijk behandeld dienen te worden.
b. Het formele gelijkheidsbeginsel bevat criteria die aangeven welke verschillen in behandeling
ontoelaatbaar zijn.
c. Het formele gelijkheidsbeginsel is van belang omdat het de bewijslast voor een verschil in
behandeling legt bij degene die een verschil in behandeling bepleit.
d. Het formele gelijkheidsbeginsel komt tot uitdrukking in algemene regels.
9. Welke stelling is ONJUIST?
a. Een verschil tussen een wet en een rechterlijke uitspraak is, dat een wet algemene regels voor de
toekomst bevat en een rechterlijke uitspraak een specifieke gedraging achteraf beoordeelt.
b. Volgens de oorspronkelijke Trias Politica-leer kan rechtspraak geen rechtsbron zijn.
c. In Nederland is nergens meer in de wet terug te vinden dat de rechter volgens de wet moet
rechtspreken.
d. In Nederland kunnen rechters afwijken van wettelijke bepalingen.
VERSIE A
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vurechtsgeleerdheid. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.