Het proces van leren speelt zich in het hoofd van de leerling af je kunt als leerkracht een optimale
leeromgeving creëren, waardoor leerstof aangeboden wordt en het leerproces aangezwengeld wordt
Leren = een mentaal proces waarbij als gevolg van leeractiviteiten een relatief stabiele
gedragsverandering tot stand komt (leren is het gevolg van een activiteit van de leerling)
Leren oorzakelijke relatie: de gedragsverandering komt niet uit de lucht vallen, maar is het
resultaat van leeractiviteiten. Dus niet elke gedragsverandering is het gevolg van een leeractiviteit
Transfer het vermogen om in een nieuwe situatie gebruik te maken van leerresultaten die in een
eerdere leersituatie zijn verworven: hoe groter de verscheidenheid van toepassingssituaties, hoe
groter de wendbaarheid van het leerresultaat
Leren gaat altijd gepaard met onthouden. Er zijn drie soorten menselijk geheugen:
1. Het zintuiglijk geheugen informatie komt via onze zintuigen binnen en komt terecht in het
zintuiglijk geheugen. De taak van dit geheugen is het kort vasthouden van de ruwe
informatie, met het doel deze te vergelijken met al aanwezige informatie. Alleen informatie
die wordt herkend (betekenis heef), komt in het kortetermijngeheugen. Omdat we niet alle
zintuiglijke prikkels kunnen verwerken moeten we selectief waarnemen (ilteren). De docent
moet zorgen dat de stof die hij overbrengt niet betekenisloos is. Leerlingen moeten bewust
en met aandacht kijken en luisteren naar wat de docent te zeggen heef.
2. Het kortetermijngeheugen de nieuwe informatie wordt in contact gebracht met al
bestaande informatie uit het langetermijngeheugen. Er kunnen ong. 7 info-eenheden voor 30
seconden onder de aandacht gehouden worden. Bij het aanbieden van nieuwe info is het
belangrijk om te zorgen voor informatieprocessen die elkaar ondersteunen, zoals bijv.
aanbieden binnen een betekenisvolle context / activeren van voorkennis. Controleprocessen
zorgen ervoor dat info langer wordt vastgehouden: herhaling & codering
- Onderhoudsherhaling: helpt je om info langer vast te houden in het
kortetermijngeheugen
- Uitgewerkte herhaling: niet alleen herhaling, maar ook het koppelen van nieuwe info aan
al bestaande info uit het langetermijngeheugen. We proberen nieuwe info te begrijpen,
wat een efectieve manier is om info op te slaan. Het is belangrijk om hierbij
aanknopingspunten te hebben / samenhang te ontdekken (bijv. ezelsbruggetje)
3. Langetermijngeheugen begrippen en woorden worden los van elkaar opgeslagen. Elk
woord is wel verbonden aan een begrip, maar het begrip zelf is ondergebracht op
betekenisvolle wijze in de netwerken binnen het langetermijngeheugen. Het is nutg om
leerlingen te helpen verbanden te zien tussen bijv. verschillende begrippen. Dit geheugen
werkt volgens bepaalde principes die de herinnering kleuren:
- Egocentrisch tintje: we herinneren ons eigen verleden met onszelf in de hoofdrol
- Sleutelbegrip: herinneringen worden vaak geactiveerd door een bepaald woord. Die
vormen de kern van een verhaal
- Persoonlijke lens: herinneringen zijn gekleurd door de persoonlijke lens waar de verteller
door kijkt
- Laatste versie gereproduceerd: We maken als het ware een kopietje van ons laatste
kopietje. Het is goed als leerlingen dingen in hun eigen woorden formuleren, maar je
moet wel alert blijven op foutjes die in de ‘kopieën’ kunnen sluipen
, Kenmerken van het langetermijngeheugen en het kortetermijngeheugen:
Kenmerken Langetermijngeheugen Kortetermijngeheugen
Capaciteit Onbeperkt Circa 7 elementen
Duur Ongelimiteerd 18 tot 30 seconden
Vorm van opslag Betekenissen Spraakklanken
Vergeten Interferentie Spontane verzwakking
Mentale operaties Zoekprocessen Selectie / herhaling
Mnemonische techniek = een regel/systeem om het geheugen te ondersteunen bijv. verbale
begrippen gekoppeld aan visuele voorstellingen of mindmapping
Leerling zal als lerende zelf de leerstof moeten verwerken en leeractiviteiten moeten verrichten. De
leeractiviteiten zijn onder te verdelen in 4 categorieën:
1. Leren door directe ervaring in 2 vormen: door de directe ervaring te ondergaan, of directe
ervaring op te doen door te handelen (‘vallen en opstaan’)
2. Leren door sociale interactie het gaat om het proces van het uitwisselen van info met
anderen. Dit kun je bijv. doen door leerlingen samen te laten werken aan een opdracht
3. Leren door nadenken/refectie Als een leerling bewust bezig is met de stof kunnen er
allemaal vragen bij hem/haar opkomen. De leerling leert door actief over het onderwerp na
te denken
4. Leren door het verwerken van theorie Als leerlingen opdrachten maken naar aanleiding
van de theorie, zijn ze bezig met het verwerken van de theorie
Vier stadia van kennisverwerking:
1. Reproduceren herhaling
2. Begrijpen gaat een stapje verder dan reproduceren, leerling is hierna in staat om in eigen
woorden te vertellen wat de leerstof inhoudt
3. Integreren nieuwe kennis wordt gekoppeld aan en geïntegreerd met al aanwezige kennis.
Nieuwe kennis moet dus aansluiten bij dat was al in je geheugen opgeslagen ligt
4. Toepassen het is mogelijk nieuwe kennis te benuten om een probleem op te lossen. De
leerling ervaart dat hij kennis als gereedschap kan gebruiken, wat motiverend werkt
Verschillen theorieën:
1. Het behaviorisme (Pavlov, Thorndike, Skinner)
1900 psychologen hielden zich bezig met de bestudering van het bewustzijn. Dit deden ze door
eigen observatie door de proefpersoon: ze werden getraind om via de onderzoeksmethode van
introspectie of systematische zelfobservatie verslag te doen van hun innerlijke ervaringen. Het
behaviorisme had kritiek op deze onderzoeksmethode. De behavioristen waren voorstanders van het
gecontroleerde laboratoriumexperiment zoals dat ook in de natuurwetenschappen gebruikt werd. Ze
richten zich op het bestuderen van waarneembaar gedrag dat je objectief kunt waarnemen.
Behavioristen geloofden in de maakbaarheid van mens en dier. J.B. Watson stelde bij herhaling dat
de mens in hoge mate kneedbaar is.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessievanhoof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.