Uitgebreide samenvatting van het vak systeemfysiologie onderdeel spijsvertering De samenvatting bevat 39 pagina's. Punt behaald met deze samenvatting: 14/20.
Spijsvertering
Inleiding
Adhv spijsverteringsstelsel voorzien in energie behoefte.
Ingenomen voedsel moet mechanisch en chemisch verwerkt en opgeslagen worden en ten slotte
geabsorbeerd waardoor we van energie worden voorzien.
Maagdarmstelsel:
Holle buis van mond tot anus => geen continue buis maar onderverdeeld door sluitspieren
Structuur compartiment hangt samen met de functie.
Onderverdeeld in compartimenten die van elkaar worden gescheiden door een sluitspier. Bv
maag is apart compartiment dat via sluitspier is afgesloten van oesophagus adhv lage
oesophagus sfincter en van dunne darm adhv pylorische sfincter (! om compartimenten te
scheiden door verschillende pH’s die nodig zijn voor de verwerking).
!-e rol in regulatie van honger: motiliteit en hormonen
Toevoeging van secreties van speekselklieren, lever en pancreas
In verbinding met buitenwereld dus veel bacteriën en toxische stoffen, deze mogen niet
opgenomen worden dus beschermende rol door epitheliale barrière en door
immunologische reacties.
Anatomie van de gastro-intestinale tractus
Anatomie is hetzelfde over hele gastro-intestinale tractus
Mucosa aan kant van lumen
Epitheliale laag met daartussen lamina propria die bestaat uit bindweefsel met bloedvaten,
immuuncellen, …
!-ste rol van mucosa is oppvergroting adhv villi (uitstulpingen) en crypten (instulpingen).
-> Villi bestaan vooral uit globlet cellen die mucus secreteren
-> Crypten bestaan uit verschillende soorten cellen die secretie veroorzaken: Globlet cellen
(mucus secreteren) en entero-endocriene cellen (hormonen vrijzetten) en absorptieve cellen.
Stamcellen in de darm vernieuwen zich om de 3-4 dagen => stamcellen gaan vanuit de
crypten migreren
Muscularis mucosa: dunne spierlaag tss lamina propria en submucosa
Submucosa: los bindweefsel (bloedvaten, zenuwcellen)
Spierlaag: circulaire en longitudinale spierlaag met daartussen myenterische plexus. ! voor motiliteit.
Serosa: omhullende bindweefsellaag (bloedvaten, lymfevaten, zenuwvezels)
Deel I: Gastro-intestinale motiliteit
Controle mechanismen (meerkeuzevragen)
Neuronale controle: extrinsiek-intrinsiek
Controle van maagdarmstelsel w aangestuurd via intrinsiek en extrinsiek zenuwstelsel.
Extrinsiek = autonoom zs (parasympatisch en sympatisch zs) of willekeurige vezels.
Intrinsiek (little brain) = darm heeft eigen enterisch zenuwstelsel dat onafh van czs kan
functioneren.
,Enterisch zenuwstelsel
Netwerk van zenuwcellen waarvan de cellichamen zich bevinden in een plexus.
Er zijn twee plexi:
Myenterische (Auerbach’s) plexus: tussen circulaire en longitudinale spierlaag (komt voor
van mond tot aan anus). Reguleert contracties.
o Opgebouwd uit ganglia (verzameling van zenuwcellen) en deze zijn met elkaar
verbonden door interneuronen.
o Myenterische plexus kan een contractie op zich veroorzaken los van czs (veroorzaakt
door little brain)
Submucosus (Meissner’s) plexus: in de submucosa (komt voor in dunne en dikke darm).
Induceert secretie gaat induceren.
Cellichamen van zenuwcellen in myenterische plexus
Plexus die bestaat uit zenuwknopen die aan elkaar verbonden zijn door interneuronen
Hoe werkt het enterische zenuwstelsel?
Als we voedsel innemen = volume in de darm => mechanoR in darmwand geactiveerd & er gebeurt
ook vertering van het voedsel: vormen AZ en koolhydraten en die gaan chemoR activeren
Ook verandering in osmolariteit: darm w hypotoon => osmolariteits R geactiveerd
Die gaan zenuwbaan activeren: afferente baan en gaat op sensorische zenuwen inwerken
Dit signaal naar motorneuronen doorsturen => die gaan cellen en bloedvaten activeren =>
fysiologische verandering: contracties of secreties in de darm
= short reflex
We hebben 2 soorten motorneuronen
Excitatorisch => 2 belangrijkste in maag-darm stelsel = Acetylcholine & substance P
Inhibitorisch => 3 belangrijke NT = NO, ATP en neuropeptide VIP
Extrinsiek zenuwstelsel
Signalen kunnen ook extrinsieke bezenuwing activeren: vagale afferente zenuwbanen of plangische
zenuwbanen => die signalen gaan via CZS => en die signalen komen dan terug naar maag-darm
systeem
,Bolus in darm veroorzaakt enkele R die via splanchnicale of vagale afferente neuronen informatie
naar CZS gaat sturen.
Willekeurig ZS: slikken en defeceren (controleerbaar)
o Bovenste gedeelte slokdarm wordt slokdarmsfincter gecontroleerd door nervus
hyperglossus
o Nervus pudendus gaat ervoor zorgen dat we kunnen defeceren
Autonoom ZS: (oncontroleerbaar)
o Parasympatische innervatie (gaan direct de darm bezenuwen):
Nervus vagus: hersenstam, proximale deel van het maagdarmkanaal tot aan
begin van het colon
Nervus splanchnicus pelvinus: ruggenmerg (sacraal), distale colon en rectum
o Sympatische innervatie: ruggenmerg (thoracolumbaal), door de paravertebrale ganglia
naar de prevertebrale ganglia. Van hieruit vezels naar de darm
Extrinsiek-parasympatisch afferent:
Afferent vertrekt altijd vanuit de darm!
Vagus: sensorische (chemo & mechano R) informatie van de slokdarm tot
1/3 transverse colon naar de medulla/hersenstam.
Bekkenzenuw: sensorische informatie van 2/3 transverse colon tot
rectum naar het ruggenmerg
Extrinsiek-sympatisch afferent:
Signalen van chemoreceptors en mechanoreceptors (= sensorische info) naar één van de 4
sympathische prevertebrale ganglia
Deze ganglia zenden afferente zenuwvezels langs de
o Greater splanchnic nerve
o Lesser splanchnic nerve
o Lumbar splanchnic nerve
naar het ruggenmerg (namen niet vanbuiten)
Reflex in gang gezet = vagale reflex, via de hersenen doorgestuurd en resulteert via efferente
zenuwbanen naar activatie van effectorsystemen en activatie van modiliteit en hormoonvrijstelling.
Langere pathway dan bij enterisch zs
Extrinsiek-parasympatisch efferent:
Efferente zenuwbanen = overdracht van info vanuit CZS naar maag-darmstelsel om respons uit te
voeren
via vagus en bekkenzenuw naar de darm
Preganglionaire zenuwvezel:
o Van hieruit naar target orgaan (in
mesentrische plexus) waar er een synaps
wordt gevormd met nicotine receptor op
parasympatische ganglia in enterisch zs en secretie van Ach
Post-ganglionische vezel
o secretie van excitatorische (acetylcholine, substance P) of inhibitorische (vasoactief
intestinaal peptide, NO, ATP) neurotransmitters
o activeren spiercel of entero-endocriene cel activeren (of inhiberen)
, Extrinsiek-sympatisch efferent:
Sympatische zenuwvezels: synaps met de prevertebrale ganglia en vrijzetting van
acetylcholine:
o Celiac ganglion
o Superior mesenteric ganglion
o Inferior mesenteric ganglion
o (Hypogastric ganglion)
Synaps gebeurt hier in vertebrale ganglia
Efferente zenuwvezels vanuit ganglia naar effector cellen secretie van norepinephrine
inhibitie doelweefsel
Myogene controle
Spiercel-interstitiële cellen van Cajal
Controle motorische activiteit:
o gladde spieren: niet onder controle van de wil
o dwarsgestreepte spieren: bovenste slokdarmsfincter, bovenste deel (1/3)
slokdarmlichaam, de externe anale sphincter, onder controle van de wil
Gladde spieren vertonen spontane depolarisaties en repolarisatie elke 20 sec=“slow wave”
ritme of basaal elektrisch ritme van de maag.
De interstitiale cellen van Cajal (ICCs): elektrische pacemaker cellen in het maagdarmstelsel
die de slow wave frequentie bepalen
Gladde spieren hebben negatieve membraanpot (-50mV) => die is niet constant
Want we krijgen continue Na kanalen die openen: depol => membraanpot die minder
negatief gaat worden
Tegelijk: K kanalen gaan open en dat zorgt voor repol
Dit proces (spontane depol & repol) gebeurt in de maag om de 20sec, in dunne darm om de 5sec
= dit is het slow wave ritme van de darm of basaal ritme van de darm: dit gaat geen contractie
induceren, maar gaat zorgen voor tonus van de darm
Cellen van Cajal:
= elektrische pacemaker cellen: in maag 3 contracties per min <=> in dunne darm 20/min
Cellen van cajal: hebben lange uitlopers en gaan via gap junctions ervoor zorgen dat slow
waves makkelijk door spierlaag kunnen bewegen
Relatie tussen elektrische activiteit en contracties:
Contractie treedt op wanneer de depolarisatie fase van
het potentiaal een threshold bereikt actiepotentiaal
Actiepotentialen worden geïnitieerd door motorische
zenuwen die ACh vrijzetten aan de muscarine
receptoren op de spiercel (influx van Ca2+)
Slow waves gebeuren spontaan => als die bepaalde threshold gaan overschrijden ontstaat er
een AP => gaat zorgen voor contractie in de darm
Slow waves initieren alleen contracties als er een AP is => contracties volgen ritme van de
slow waves
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisabaetens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.91. You're not tied to anything after your purchase.