Summary
Samenvatting van alle stof Persoonlijkheid en Gezondheid
- Course
- Institution
- Book
Een samenvatting van alle stof van persoonlijkheid en gezondheid. In het blauw erbij getypt is de aanvullende informatie uit de colleges.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
9 reviews
By: idewolf18 • 4 year ago
By: stevenvanharselaar • 5 year ago
By: jesseleurs • 4 year ago
By: ijbrak • 5 year ago
By: lisa9141 • 5 year ago
By: daanamelink • 5 year ago
By: isapsychologie • 5 year ago
Seller
Follow
EsryJosepha
Reviews received
Content preview
Samenvatting Persoonlijkheid en GezondheidHoofdstuk 1: Oriëntatie op persoonlijkheidspsychologie
Persoonlijkheidskenmerken zijn in het algemeen redelijk stabiel. Wanneer een situatie zich
voordoet kan iedereen daar anders op reageren, er wordt hierbij gekeken naar de individuele
verschillen. Het doel van persoonlijkheidspsychologie is gedrag beschrijven en voorspellen
(consistente individuele verschillen) , daarnaast de aspecten van persoonlijkheid begrijpen en
verklaren (wat de basis is van deze individuele verschillen).
De definitie van persoonlijkheid is complex omdat het te maken heeft met individuele
verschillen, interactie met omgeving en psychologische aspecten die onderliggend zijn aan
gedachten, gevoel en gedrag. De definitie bevat de volgende aspecten:
Persoonlijkheid is continu, stabiel en coherent consistent.
Persoonlijkheid komt tot uiting in gedrag en innerlijke gedachtes en gevoelens.
Persoonlijkheid is georganiseerd.
Persoonlijkheid is een voorspeller voor sociaal gedrag, determinant sociale omgeving.
Persoonlijkheid is een psychologisch concept maar ook verbonden met biologische
fysiologische kenmerken van de mens.
Er zijn twee aspecten van individualiteit betrokken bij persoonlijkheid:
Individuele verschillen.
Consistentie
o Cross-situationele consistentie
o Interne consistentie
o Stabiliteit
In de oudheid van de Grieken werd al gedacht over vragen gerelateerd aan persoonlijkheid.
Hippocrates sprak over verschillende typen basistemperament gerelateerd aan biologische
kenmerken. Aristoteles stelde dat de hersenen de zetel van de rationele geest is. Later stelde
Descartes dat de mens verdeeld is in lichaam en geest (dualist). In de 18e eeuw stelde Freud
dat het onbewuste bepalend is voor de menselijke aard. Er zijn dus diverse ideeën over welke
aspecten een rol spelen, de huidige visie is dat alle aspecten een rol spelen. De theorieën
reflecteren ieder een ander niveau van analyse. Het boek is opgedeeld in de verschillende
niveaus van analyse.
De zes niveaus van analyse
Persoonlijkheidstrekken en dispositie: hierbij wordt gekeken naar stabiele
psychologische kwaliteiten en gedragsmatige disposities die consistent onderscheid
kunnen maken tussen individuen. Het richt zich op stabiliteit van
persoonlijkheidstrekken gedurende het leven.
Biologisch niveau: het identificeren van genetische factoren die van invloed zijn en de
invloed van de sociale omgeving. De evolutionaire benadering is hier ook onderdeel
van.
Psychodynamisch motivationeel: consistenties en inconsistenties van persoonlijkheid
kunnen verklaard worden door onbewuste drijfveren, conflicten en
verdedigingsmechanisme. Vooral complex en onvoorspelbaar gedrag begrijpen.
, Gedrag conditioneringsniveau: bepalen in hoeverre gedrag aangeleerd is, hierdoor
kan ook onvoorspelbaar gedrag verklaard worden maar dan op een andere manier.
Deze benadering richt zich vooral op probleemgedrag.
Fenomenologisch humanistisch niveau: draait om de subjectieve ervaring van het
individu. Er moet onderzocht worden hoe men de wereld waarneemt. De nadruk ligt
op de persoonlijke gevoelens, visie op de wereld en het zelf.
Sociaal-cognitief niveau: gericht op de sociale kennis van een persoon en hoe mensen
omgaan met interpersoonlijke processen. Zelfregulatie en zelfcontrole zijn belangrijke
onderwerpen hiervoor. De grootste nadruk ligt op de individuele verschillen in manier
van denken en informatieverwerking, op cognitief en emotioneel vlak.
Om zo een volledig beeld van een persoon te krijgen moeten de verschillende niveaus worden
gecombineerd. Daarnaast wordt er steeds meer interdisciplinair samen gewerkt met
bijvoorbeeld cognitieve psychologen en gedragsgenetica. Alleen op deze manier van
analyseren is het mogelijk om iets complex als persoonlijkheid te kunnen begrijpen.
Persoonlijkheidstheorieën worden toegepast om kwaliteit van het leven te verbeteren
bijvoorbeeld door implicaties voor depressie en angst maar ook voor minder heftige
problemen. Er kunnen vragen gesteld worden over wat abnormaal en afwijkend gedrag is en
wat dan normaal gedrag is.
Een verandering in gedrag tussen twee situaties kan laten zien dat iemand altijd zo reageert
per specifieke situatie.
,Hoofdstuk 2 Dataverzameling, Methoden en Instrumenten
Wetenschappelijke benadering van persoonlijkheid is belangrijk omdat er dan een eenduidig
begrip van fenomenen ontstaat wat gebruikt kan worden om voorspellingen mee te doen. Het
maakt het ook mogelijk om onderzoek te doen naar de onderliggende mechanisme van het
fenomeen. Daarom is het nodig dat er aandacht besteed wordt aan de methode en
meetinstrumenten binnen de persoonlijkheidspsychologie.
Meetinstrumenten voor persoonlijkheid
Iedere discipline binnen de persoonlijkheidspsychologie kijkt naar andere aspecten van het
systeem en uiteindelijk moet het samen komen om te onderzoeken hoe het systeem als geheel
werkt. De verschillende aspecten kunnen ook met verschillende meetinstrumenten verkregen
worden.
Er kan gebruik gemaakt worden van een interview. Dit kan gestructureerd en
gestandaardiseerd afgenomen worden maar ook ongestructureerd. Dit is de oudste methode
binnen de persoonlijkheidspsychologie. Een nadeel van een interview is dat het kostbaar is,
tijd en arbeidsintensief. Daarom wordt er ook wel gebruik gemaakt van de afname van tests:
een gestandaardiseerde meting van gedrag. Bij zelfrapportage worden vragen gesteld met
vaak een beperkt aantal antwoordmogelijkheden, hierbij beantwoord de persoon vragen over
zichzelf. Een test kan ook in de vorm van bijvoorbeeld een prestatietest, hierbij wordt
gekeken hoe een persoon presteert op een bepaalde taak. Projectieve tests bestaan uit vage
stimuli waar ook vage vragen over worden gesteld, wordt vooral gebruikt bij de
psychodynamische benadering. Via interviews en test kan informatie verkregen worden wat
niet van buitenaf zichtbaar is maar geeft geen volledig beeld.
Om gedrag te meten wordt gebruik gemaakt van observaties hierbij wordt gedrag op
systematische wijze in kaart gebracht. Soms kunnen factoren gemanipuleerd worden maar er
kan ook gebruik gemaakt worden van naturalistische observaties, dit is zonder zelf ermee te
bemoeien het gedrag observeren. In klinische toepassing kunnen disfunctionele
omstandigheden op zo een manier in kaart worden gebracht.
Remote behavior sampling is een methode waarbij de persoon een computer op zak krijgt
die een signaal afgeeft op vooraf vastgestelde momenten. Er moeten dan een aantal vragen
ingevuld worden over bijvoorbeeld emotionele reacties of gedachtes. Hierdoor kan
systematisch geobserveerd worden voor een langere tijd, dit gaat niet via een andere methode.
Fysiologie en hersenactiviteit wordt binnen de persoonlijkheidspsychologie gemeten in
verband met emotionele reacties.
Polygrafie: meerdere aspecten autonoom zenuwstelsel.
Elektrocardiogram (ECG): hartslag.
Galvanische huidrespons (GSR): zweetrespons.
Elektroencephalogram (EEG): hersenactiviteit meten door middel van elektrische
activiteit.
Positron EmissionTomography (PET): hersenactiviteit meten door middel van
concentratie glucose van het bloed in de hersenen.
Functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI): hersenactiviteit meten door
middel van zuurstofgehalte in het bloed in de hersenen.
, De aspecten van cognitie worden vaak gemeten in het laboratorium, de interesse ligt vooral in
processen die buiten het bewustzijn plaatsvinden. Dit kan gemeten worden door bijvoorbeeld
de sequential priming-pronuncation task: proefpersonen worden gevraagd om worden uit
te spreken die op een computerscherm gepresenteerd worden. Er wordt voorafgaand het
woord een stimulus gepresenteerd die niet bewust waargenomen kan worden, dit wordt
priming genoemd. De stimuli kunnen leiden tot vertraging van het uitspreken van het woord.
Een andere taak die gebruikt kan worden is een geheugentaak waarbij achteraf gevraagd
wordt of er gerelateerde aspecten in voor kwamen.
Constructen
Om wetenschappelijk onderzoek te kunnen doen moeten de fenomenen duidelijk gedefinieerd
zijn. De meeste fenomenen zijn constructen: non-materiële ideeën. Om een construct
meetbaar te maken wordt het geoperationaliseerd.
Betrouwbaarheid
Om uitspraken te kunnen doen over verbanden tussen variabele moeten nagegaan worden of
de observaties betrouwbaar zijn. De betrouwbaarheid wil zeggen dat de metingen consistent
moeten zijn. Er is temporele betrouwbaarheid: test-hertest betrouwbaarheid, de metingen
van een construct moeten hetzelfde blijven over tijd. Daarnaast is er interne consistentie: de
verschillende delen van een test moeten samenhangen met elkaar. Verschillende observanten
moeten ook tot dezelfde conclusies kunnen komen: interbeoordelaars betrouwbaarheid.
Validiteit
Validiteit betekent dat het instrument moet meten wat er wordt gezegd dat het meet. Er zijn verschillende
soorten validiteit:
Inhoudsvaliditeit: worden alle van aspecten van het construct gemeten?
Criteriumvaliditeit: hangt het samen met andere metingen.
o Concurrente validiteit: sterk verband met andere metingen zelfde construct.
o Predictieve validiteit: hangt het construct samen met een uitkomstmaat.
Construct validiteit: meet je inhoudelijk wat je wilt meten?
Op basis van een correlatie kan niet gesproken worden over een causaal verband, om dit te
kunnen doen heb je een experiment nodig. Minimaal twee groepen vergelijken waarbij een
factor gemanipuleerd wordt en de rest wordt constant gehouden. Er wordt onderscheid
gemaakt tussen de onafhankelijke variabele deze wordt gemanipuleerd en de afhankelijke
variabele.
Correlatie
Er wordt vaak gebruik gemaakt van correlationeel onderzoek. Dit is waardevol en heeft
minder ethische beperkingen zoals bij een experiment met manipulatie. De waardes van r
worden als volgt geïnterpreteerd;
< .30 : kleine samenhang
<.50 : middel samenhang
> .50 : grote samenhang
Ethiek
Soms is het lastig te bepalen of manipulatie ethisch is. Om de rechten van proefpersonen te
beschermen zijn er door de APA ethische regels opgesteld en moeten onderzoekers hun
voorstel voorleggen aan de ethische commissie voordat het onderzoek uitgevoerd wordt. Er
wordt ook verplicht tot een inform consent.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EsryJosepha. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
67474 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now