dit is een samenvatting over het boek: dermatologie voor huidtherapeuten. het gaat hier over hoofdstuk 2 met alle begrippen, over het HMH en over wat compententies zijn van de huidtherapeut.
Hoe worden huidafwijkingen gediagnosticeerd; dat begint met een anamnese, gevold
door lichamelijk onderzoek. Hierbij wordt de aandoening nauwkeurig in kaart
gebracht.
Anamnese; verslag van een patiënt over de voorgeschiedenis van zijn ziekte
Efflorescentie; de veranderingen die een huid waarneemt/ de bouwstenen waaruit de
huidafwijkingen zijn opgebouwd)
Non-interventie therapie; een (verwachte) spontaan herstel af te wachten
2.2 Anamnese
De anamnese is een belangrijk onderdeel van het diagnostisch proces. De
uitgebreidheid van de anamnese is afhankelijk van de aandoening waarmee de patiënt
komt. (De vragen die men aan de patiënt stelt om de ziektegeschiedenis te verkrijgen).
Hierbij horen een aantal vragen.
Specifieke vragen;
Waar en hoe is het begonnen?
Hoe heeft het zich daarna ontwikkeld
Heeft de patiënt er last van? (Jeuk, branderigheid, pijn, cosmetische bezwaren)
Is hij/zij er ziek bij? Bijv. koorts
Hebben factoren zoals stres, werk, zon, seizoen hobby’s, medicatiegebruik of andere
omstandigheden invloed op de afwijking (verbetering of verergering)
Wat is er tot nu toe aan gedaan? Zelfmedicatie, behandeling door andere zorgverleners, en
wat is daarvan het resultaat?
Wel eens eerder gehad, zo ja, is er toen een diagnose gesteld, wat is er aan gedaan, hoe is
het toen verlopen?
Komen er huidziektes in de fam voor
Heeft deze aandoening invloed op het functioneren (lichamelijk, psychosociaal?)
Heeft de patiënt zelf ideeën over wat de oorzaak zou kunnen zijn?
Algemeen;
Is de patiënt verder gezond, of bekent met een specifieke ziekte, welk?
Welke ziekte in het verleden gehad?
Wel eens opgenomen in het ziekenhuis of eventueel geopereerd
, Is de patiënt atopisch (met betrekking tot atopie erfelijke vorm van allergie), eczeem, astma
en/of hooikoorts gehad?
Komen deze in de familie voor?
Gebruikt de patiënt medicijnen? Zo ja, waarvoor en hoelang
Intoxicaties; alcohol, roken, drugs
Zijn er bepaalde ziektes in de fam
Overgevoeligheid voor medicatie
*afhankelijk van de aard van de klachten kunnen andere gegevens van belang zijn, zoals over
seksuele contacten ( bij verdenking van seksuele overdraagbare aandoeningen) en info over
eventuele verblijf in het buitenland, wanneer er mogelijk sprake is van importziekte.
2.3 inspectie
Inspectie, het bekijken van de huidaandoening waarmee de patiënt komt, dient in een goed
verlichte ruimte uitgevoerd te worden. (daglicht, heldere ongekleurde kunstlicht)
Er zal zelden gepalpeerd worden
Palpatie; onderzoek door aftasten met de vingers
Daardoor is het belangrijk om vooraf goed je handen te wassen en te desinfecteren.
Vanuit de dermatologie wordt er aanbevolen om het gehele lichaam van top tot teen te bekijken.
(Hoofd, mondslijmvlies, nagels, oren, bilspleet. Dit is afhankelijk van de aandoening waarmee de
patiënt zich presenteert.
Eerst wordt de patiënt op afstand bekeken 1-2 m daarna van 20-25 cm of minder.
Als de diagnose niet meteen duidelijk is, is nauwkeurige inspectie noodzakelijk.
2.3.1 de efflorenscentieleer
De leer van de efflorenscentieleer is noodzakelijk voor een goede analyse te maken van de
huidafwijkingen.
Efflorescenties =latijns voor Opbloeisels
Dit zijn de elementen waaruit huidziektes zijn opgebouwd.
Volgens darier zijn de Efflorescenties het alfabet waarmee het ziektebeeld op de huid is
geschreven.
‘Wie naar de huidziektes kijkt en niet naar de Efflorescenties, zal nooit dermatologie leren’
2.3.2 de Efflorescenties
Dit zijn de bouwstenen van de huidafwijkingen, de elementen waaruit ze zijn opgebouwd.
2
, Begrippen
1) Atrofie; ‘ atrophia, abnormale verdunning van de huid. De dikte is
verminderd en de huid is ingezonken
2) Bulla; ‘blaar, een holte in of net onder de epidermis (opperhuid) , gevuld met
helder vocht. Groter dan 1cm.
3) Cicatrix; ‘litteken, bindweefsel dat normaal weefsel vervangt dat is vernietigd
door trauma of ziekte.
4) Comedo; ‘mee-eters, afgesloten talgklieruitvoergang met ophoping van
talgkliermateriaal (sebum) en keratine. Er zijn 2 soorten, geslote witte
comedonen en zwarte comedonen. Zwart word veroorzaakt door melanine en
vetoxidatie in verstopte talgklieruitvoergang.
5) Crusta; ‘korst, samengesteld uit ingedroogd wondvocht, bloed, cellen,
afgestorven weefsel of vuil.
6) Cyste; ‘holte, afgesloten holte in de huid met een eigen epitheelwand, die
gevuld is met vocht of cellen. VB: mila (gerstekorrels) of ernstige acne
conglobata.
7) Dyschromie; ‘verkleuring, abnormale kleurverandering van de huid. het kan
verschillende kleuren aannemen zoals, wit, bruin, paars ect. VB ziekte van
vitiligo (vb sproetjes)
8) Ecchymose; ‘bloeduitstorting, een oppervlakkige vlekvormige bloeduitstorting
in de huid die groter is dan 2mm
9) Erosie; ‘ontvelling, oppervlakkig defect van de huid, je ziet geen bloeding bij
de opperhuid maar wel roodheid bij de lederhuid.
10) Erytheem; ‘roodheid, tijdelijke en wegdrukbare roodheid van de huid, die
berust op vaatverwijding. VB verbranding door zon
11) Erythematosquameus; ‘roodschilferend, deze term wordt gebruikt voor
aandoeningen die gepaard gaan met roodheid en schilfering. Bekendste vb is
psoriasis.
12) Excoriatie;’krabeffect, puntvormige bloedinkjes zichtbaar kunnen zijn door
het krabben
13) Fissuur; ‘kloof, oppervlakkige of diepe inscheuring van de huid. Komt vaak
voor onder de voetzolen of aan de handpalmen.
14) Hematoom; ‘bloeduitstorting, een diepere in de huid gelegen bloeduitstorting
die als zwelling gevoelig kan worden. Kleur is eerst blauw daarna groen en
vervolgens geel.
15) Hyperkeratose; ‘verhoorning, toegenomen productie van keratine (figuur
2.16)
16) Lichenificatie; ‘olifantenhuid, vergroving van het huidreliëf (opperhuid &
lederhuid). Ribbelige huid met sterke huidlijnen.
17) Macula; ‘vlek, kleurverandering van in de huid zonder andere afwijkingen.
Kan diverse kleuren hebben (wit, lichtbruin, donkerbruin, zwart en rood)
18) Nodulus; ‘knobbeltjes, solide massa in de huid, groter dan 0,5 kleiner dan
1cm, die gezien kan worden als een verhevenheid of gevoeld kan worden in de
huid.
3
, 19) Nodus; ‘knobbel, solide massa in de huid, groter dan 1cm
20) Oedeem; ‘vochtophoping, overmaat aan vloeistof. Het vocht hoopt zich op in
de dermis en eventueel de subcutis, waardoor de huid opzwelt.
21) Papel; ‘pukkel, solide verhevenheid van de huid kleiner dan 0,5 cm, die
ontstaat door toename van cellen, weefsel of vocht in het huidreliëf.
22) Plaque; ‘plakkaat, solide vlakke verhevenheid van de huid, meestal groter dan
2 cm
23) Purpura; ‘bloeduitstorting, puntvormige paarse niet wegdrukbare verkleuring
door een bloeding in de huid, die kleiner is dan 2 mm.
24) Pustel; ‘etterpuist, holte in de epidermis gevuld met etter, die geen eigen wand
heeft en kleiner is dan 1 cm.
25) Ragada; ‘kloof, oppervlakkige of diepe inscheuring van de huid. Komt vaak
voor onder de voetzolen of aan de handpalmen in vereelte huidgebieden.
26) Squama; ‘schilfer, groepen hoorcellen die loslaten van de hoornlaag.
27) Teleangiëctasieën; blijvende verwijde capillairen (haarvaatjes) of andere
kleine vaatjes in de oppervlakkige delen van de huid.
28) Tumor; ‘zwelling, toename van weefsel door normaal of afwijkend materiaal,
of door cellen die een massa vormen.
29) Ulucus; ‘zweer, defect van de huid tot in het onderhuidse weefsel met geen of
geringe neiging tot spontane genezing.
30) Urtica; ‘kwaddel, vlakke, vluchtige verhevenheid van de huid als gevolg van
cutaan oedeem
31) Vesikel; ‘blaasjes, een holte in of net onder de opperhuid, gevuld met helder
vocht. Die geen eigen wand heeft en kleiner is dan 1 cm
32) Vulnus;’wond, defect van de huid dat niet veroorzaakt is door een
onderliggende ziekteproces, het ontstaat door verwonding, vb steekwond,
ongeluk
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller csm1000. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.