BIOLOGIE | SAMENVATTING NECTAR HAVO 4
Dit is een samenvatting van het gehele boek biologie (nectar havo 4). Met duidelijke opsommingen, afbeeldingen en eventuele aantekeningen uit mijn eigen les.
Tijdens contacten maak je dingen duidelijk. Houding en toonzetting zijn de belangrijkste
aspecten om informatie over te brengen. De woorden zijn eigenlijk niet zo belangrijk.
Gedrag = alles wat je doet (of juist niet)
- om in leven te blijven
- sociaal zijn
Gedrag verandert in de loop van de tijd. Aan je gedrag valt af te lezen wat je ergens van
vindt.
Een onbekende omgeving roept spanning op wat leidt tot veel drukte. Om de spanning
te verminderen gebruiken mensen een ritueel gedrag.
Ritueel gedrag = een etiquette waarmee je aangeeft wat je van een ander wil
De situatie bepaalt het ritueel. Vaak is een ritueel gedrag afgeleid van het gedrag dat
oorspronkelijk de betekenis verloren heeft.
Door een houding krijgen sommige mensen meer aandacht. Ze staan in het centrum van
de aandacht en stralen populariteit uit. Dit zijn signalen/prikkels die voor soortgenoten
informatie bevatten.
Signaal = boodschap door een prikkel
Prikkel = verandering in je omgeving waarop je reageert
Dominante wolven houden hun staart hoog en ondergeschikte laag. De hoogte van de
staart laat de rangorde zien.
Rangorde = plaats van de wolven in de roedel
De rangorde werkt samen en ieder individu doet een onderdeel van het werk en loopt
alles georganiseerd. Goede communicatie is onder wisselende omstandigheden extra
nodig.
Territorium = een gebied waarin een mens of dier heer en meester is (je eigen plekje)
Dieren leven er, zoeken er voedsel en brengen jongen groot.
Je laat met signalen (taal of een dreigende houding) weten dat dit jouw plek is. Dieren
doen dit doormiddel van zichtbare signalen, geluidssignalen of geursignalen.
Dreiggedrag = een agressieve houding die aangeeft wie de baas is
De docent gebruikt dreiggedrag om orde in de klas te houden. Dieren gebruiken
dreiggedrag op de grens van hun territorium. Dit dreiggedrag kan vechten zijn maar ook
overspronggedrag (ineens iets anders gaan doen) of omgerichtgedrag (op iets
afreageren) zijn.
, PARAGRAAF 2, PRIKKELS
Inwendige prikkel = prikkel vanuit je lichaam
Geslachtshormonen veroorzaken het voortplantingsgedrag (inwendige prikkels). Na de
bevruchting zoekt de hommelkoning een plek om te overwinteren.
Uitwendige prikkel = prikkel vanuit de omgeving
Hommels oriënteren zich met behulp van ultraviolette straling van de zon
Zintuigen vangen prikkels op het beïnvloeden het gedrag van het dier.
Sleutelprikkel = een prikkel met altijd een bepaald gedrag tot gevolg
Supernormale prikkel = een versterkte sleutelprikkel waarop een sterke reactie volgt
Motivatie = de bereidheid om in actie te komen
Drempelwaarde = als de drempelwaarde is bereikt, vertonen mensen en dieren gerdag
Elke hommelkoningin vertoont hetzelfde gedrag. Dit hebben ze niet geleerd maar dit
instinct is aangeboren. Gedrag is voor een groot deel aangeboren.
PARAGRAAF 3, FUNCTIES VAN GEDRAG
Kortdurende stress kan positief werken op vermogen en prestaties. Langdurige stress werkt
negatief op gezondheid en welzijn. Ieder organisme heeft behoefte aan een veilige
omgeving waarin hij gezond kan functioneren. Een stressvolle situatie ontloop je het liefst.
Je reageert op stress door het hormoon adrenaline in het bloed te brengen.
Door adrenaline gaat je hard sneller kloppen, versnelt de hartslag en ademhaling en
spannen de spieren.
Ambivalent gedrag = gedrag dat elementen van twee tegengestelde gedragssystemen
afwisselt à een van de gedragssystemen wint
Kan leiden tot overspronggedrag (ineens iets anders doen) of omgericht gedrag
(afreageren).
Klassiek conditioneren = bij een neutrale prikkel aan een prikkel die een reflex oproept
Operant conditioneren = het leggen van het verband tussen een bepaald gedrag en het
voordeel dat dit oplevert (beloning/straf)
PARAGRAAF 4, GEDRAGSONDERZOEK
Het welzijn van een dier in de dierentuin staat niet op de eerste plaats. Daardoor komt er
veel onnatuurlijk gedrag en stress voor.
Imitatiegedrag = gedrag dat dieren leren door bij elkaar te kijken
Gedragselementen = aparte handelingen in het gedrag
Gedragsketen = een aantal gedragselementen die bij elkaar horen
Gedragssystemen = een aantal gedragsketensamen
Gedrag = een aantal gedragssystemen samen
gedragselementen à gedragsketen à gedragssysteem à gedrag
Ethogram = een lijst met objectieve beschrijving van de gedragselementen
Elk gedragselement krijgt een afkorting van twee letters.
Protocol = turven hoe vaak gedragselementen voorkomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller r_. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.