100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting celfysiologie KUL : Vennekens Rudi + Voets Thomas $8.03   Add to cart

Summary

Samenvatting celfysiologie KUL : Vennekens Rudi + Voets Thomas

 25 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het gehele vak celfysiologie gegeven door Vennekens Rudi en Voets Thomas in biomedische wetenschappen 2 kuleuven in 1ste semester

Preview 4 out of 72  pages

  • February 17, 2024
  • 72
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
CELFYSIOLOGIE

THEMA 1: TRANSMEMBRANAIR TRANS PORT


IONENVERDELING

VLOEISTOFCOMPARTIMENTEN + SAMENSTELLING :
Waar zit al het water in menselijk lichaam?

• Total body water:
o Man = 60% v lichaamsgewicht
o Vrouw = 40% v lichaamsgewicht

• Intracellulair volume = 60%
• Extracellulair volume = 40%
o Grootste deel = interstitiele vlst = alle vslt tss de cellen = 75%
o Plasma = deel bloed zonder cellen = 20%
o Transcellulaire vlst = 5%


Ionen?

• Intracellulaire vlst = K > Na
• Interstitiele vlst = bloedplasma = K < Na
• Transcellulaire vlst = variabel




TRANSMEMBRANAIRE FLUX VAN IONEN:
In welke richting stromen de ionen?

• Concentratiegradiënt : van hoge naar lage concentr
• Membraanpotentiaal
o - = cytosolaire zijde lager dan extracellul = - geladen deeltje afgestoten door binnenkant
o + = cytosolaire zijde hoger dan extracellul = - geladen deeltje aangetrokken door binnenkant


Energetische beschouwing:

𝐶𝑖 𝐶𝑖
∆𝐺 = ∆𝐺(𝑐) + ∆𝐺(𝑚) = 𝑅𝑇𝑙𝑛 ( ) + 𝑧𝐹𝑉 = 6000 log ( ) + 100𝑧𝑉 → indien ∆𝐺 < 0 = spontane reactie
𝐶𝑜 𝐶𝑜

𝑅𝑇 𝑋𝑖 60 𝑋𝑜
𝐸𝑥 = − ln ( ) = log ( ) → evenwichtspotentiaal voor een ion X = potentiaal waarbij ∆𝐺 = 0
𝑧𝐹 𝑋𝑜 𝑧 𝑋𝑖




Drijvende kracht voor ion X = Vm – Ex

• <0 = inwaartse elektrische stroom = influx kationen = eflux anionen
• >0 = uitwaartse elektrische stroom = efflux kationen = influx anionen
• 0 = geen netto efflux en/of influx

,TRANSPORT VAN WATER + OPGELOSTE STOFFEN:
→ fosfolipiden dubbellaag = impermeabel voor ionen

• Nood aan transportmiddelen
• Gebruik maken van gradienten → opbouwen met bv ATP gedreven pompen


Verbruik van gradiënten om over membr ionen te transporteren = gefaciliteerde diffusie

• Kanalen + poriën = buis doorheen membr met klep (106-108 partikels per sec)
• Uniporters = doorgeefluik met telkens conformatieverandering (200-50.000 partikels per sec)



PORIËN:
= ionenkanalen zonder schakelmechanisme = altijd open

• Aquaporines = waterkanalen
• Perforines = niet selectief ionenkanaal
o Cel die andere cel wilt doden zet perforines vrij
o Deze maken kanalen in membr andere cel waardoor deze leegloopt + afsterft



IONENKANALEN:
= wederkerende structuren

Meerdere gelijkaardige delen per kanaal

• Dimeren – trimeren - tetrameren - ….
• Cillindervormige structuren met in het midden een opening voor transport ion
• Ion beschermd tegen VZstaarten v fosfolipidendubbellaag


Connexines:

• Verbinden cellen met elkaar
• GAPjunctions channels = ionenkanalen die doorlopen vh cytosol vd ene cel naar andere cel
o Opgebouwd uit connexine hexameren
o Combinatie van 2 kanalen die verbinding maakt


Spanningsafhankelijke kanalen:

• Combinatie van 2 structuren
o 2 transmembranaire delen met ertss een porieloop
o 4 transmembranaire delen met het laatste + geladen
▪ Dit beweegt naargelang het elektrisch veld
▪ - veld = binnen / + veld = buiten

,Ligand geschakelde kanalen:

• P2X receptor = trimeer
• Glu receptor = tetrameer
• nAch receptor = pentameer



TRANSPORTERS :
Co-transporters:

• Transport van 2 soorten moleculen in zelfde richting
• De ene met gradient mee en de andere tegen
• ∆G = n . ∆G (Na ) + ∆G (Glu)
o Hier niet meer de ∆G van een ion maar die van de hele transportcyclus
o Indien ∆G > 0 gaat de reactie in deze richting niet op
o Indien ∆G < 0 gaat de reactie in deze richting wel op
o Indien ∆G = 0 geen werking vd transporter




AGONISTEN/ANTAGONISTEN:
Agonist = chemische stof die de werking ve ionenkanaal, receptor,.... stimuleert

• EC50 = halfmaximaal effectieve concentratie → geeft 50% vh maximaal effect
o Hoe lager = hoe krachtiger

Antagonist = chemische stof die de werking ve ionenkanaal, receptor,… inhibeert

• IC50 = halfmaximaal inhibitorische concentratie → veroorzaakt 50% inhibitie
o Hoe lager = hoe krachtiger

Dosis = hvlh chemische stof toegediend aan organisme

• ED50 = halfmaximaal effectieve dosis → veroorzaakt 50% vh maximaal effect
o Hoe lager = hoe krachtiger


100
𝐴𝑐𝑡𝑖𝑣𝑎𝑡𝑖𝑒(%) = 𝐸𝐶50 𝑛𝐻
1+( )
𝐶

100
Met C= concentratie / D =
𝐼𝑛ℎ𝑖𝑏𝑖𝑡𝑖𝑒(%) = 𝐼𝐶 𝑛𝐻 dosis / nH= Hill-coefficient
1+( 50 )
𝐶

100
𝐸𝑓𝑓𝑒𝑐𝑡(%) = 𝐸𝐷 𝑛𝐻
1+( 50 )
𝐷




Hoe hoger de coefficient, hoe steiler de curve → hoe meer molec moeten binden om effect te krijgen

, TRANSEPITHELIAAL TRANSPORT:

NA-HOMEOSTASE IN HET LICHAAM:
Via voeding krijg je veel zouten binnen (120mmol per dag):

• Komt in darm + wordt geabsorbeerd (110mmol)
• Komt dan 1st in extracellulair volume
o Hieruit gaat deel door nieren worden geexcreteerd (100mmol)
o Deel wordt uitgezweet (10mmol)

→ evenwicht/homeostase tss hvl Na erin komt en hvl eruit gaat!



Na belangrijkst ion in extracellulaire oplossing:

• Normonatremia = evenwicht = nrmle concentraties (135-140 mM)
• Hypernatremia = te veel aan Na in lichaam → cellen krimpen
• Hyponatremia = te kort aan Na in lichaam → cellen zwellen




NA-REABSORPTIE IN DE NIEREN:
Algemeen epitheel:

• Apicale zijde: oppervlakte vergroting door microvili → absorptie
• Kubusvormige cellen
• Op # manieren met elkaar verbonden
o Afh v hoe vast → tight of leaky epitheel
• Basolaterale zijde: plaats waar stoffen epitheel verlaten + in contact met bloedbaan
• Spanningsverschil tss apicale + basolaterale zijde


Tight epitheel = veel tight junctions → weinig paracellulair transport
Leaky epitheel = weinig tight junctions → veel paracellulair transport

Transcellulair transport = doorheen de cel
Paracellulair transport = tss de cellen door



# vb van transepitheliaal transport:


• Apicaal:
o Na-kanalen : Na naar binnen
• Basol:
o Na-K-transporters : Na naar buiten + K naar
binnen
o K-kanaal: K naar buiten
• Paracellulair transport van Cl- → om de + ladingen van
Na te neutraliseren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellaherroelen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.03
  • (0)
  Add to cart