Week 1: Albers, 8.5 en 9.1 t/m 9.5 en Boeve e.a, 7.6.1 t/m 7.6.2 + Werkcolleges en
hoorcolleges!
De betekenis van het Benthem-arrest voor het stelsel van
bestuursrechtspraak uitleggen;
De feiten:
De heer Benthem had bij de gemeente waar hij woonachtig was een vergunning
aangevraagd voor het exploiteren van een LPG-installatie (tankstation), deze
vergunning werd verleend, ondanks een negatief advies van de inspecteur voor
de gezondheid. Nadat de vergunning verleend is gaat de inspecteur hiertegen in
beroep, hij doet dit doormiddel van het Kroonberoep. Het Kroonberoep wordt
ingesteld bij de Koning en ministers, samen worden zij de Kroon genoemd. Er
komt dus geen rechter aan te pas. Kroonberoep is administratief beroep (art. 1:5
lid 2 Awb). Administratief beroep wordt ingesteld bij een ander bestuursorgaan,
die het besluit dus niet heeft genomen. Dit in tegenstelling met bezwaar. De
Kroon beslist na advies door de Raad van State, in vrijwel alle gevallen wordt dat
advies gevolgd. De Raad van State adviseerde om de vergunning te vernietigen,
wat de Kroon dan ook deed. Benthem dient een klacht in bij het Hof wegens
schending van art. 6 EVRM.
Rechtsvraag & overwegingen:
1. Moet het weigeren van de vergunning worden aangemerkt als burgerlijke
rechten en plichten in de zin van art. 6 EVRM? Zo ja dan keek je naar vraag
2.
Het Hof kwam tot de conclusie dat Benthem door het weigeren van een
Hinderwetvergunning werd geraakt in zijn burgerlijke rechten als
bedoeld in art. 6 EVRM. Dit houdt verband met het feit dat door een
vergunningsstelsel vaak de eigendomspositie van degene die de
vergunning nodig heeft geraakt wordt. (Eigendomsrecht is een
burgerlijk recht)
2. Kan de Kroon worden aangemerkt als een onafhankelijke en onpartijdige
rechter.
Het Hof oordeelde dat Kroon in beroep besluiten nam als een
bestuursorgaan en niet als een onafhankelijke rechter sprak. De Kroon
is dus geen onafhankelijke en onpartijdige rechter. De Kroon is de
uitvoerende en rechtsprekende macht en dit kan niet volgens de
machtenscheiding van de trias politica.
Het Hof kon niet anders dan concluderen dat het Kroonberoep een schending van
art. 6 lid 1 EVRM oplevert. Na het Benthem-arrest was het niet langer mogelijk
om te kiezen voor administratief beroep als bestuursrechtelijke eindinstantie. Er
moet ook in bestuursrechtelijke geschillen beroep ingesteld kunnen worden op
een onafhankelijke en onpartijdige (bestuurs)rechter. Administratief beroep in de
voorprocedures is wel toegestaan.
Rechtsregel:
De Kroon is geen onafhankelijke en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld
in de zin van art. 6 lid 1 EVRM.
De functies en kenmerken van het bestuursprocesrecht uitleggen;
Het bestuursprocesrecht kent twee functess
, 1. Rechtsbeschermingsfuncte
2. Toezichtuncte
Vóór de inwerkingtreding van het Awb-bestuursprocesrecht speelde de toezichtuncte van de
bestuursrechter een belangrijke rol. Het belangrijkste doel van het bestuursprocesrecht was het
handhaven van het objecteve recht. De bestuursrechter zag erop toe dat het bestuursorgaan
conform de bestuursrechtelijke regelgeving handelde. Hij controleerde het handelen als het ware op
rechtmatgheid. Dit had twee belangrijke consequentess te wetens
De erkenning van de mogelijkheid van reformatio in peius: dit
betekende dat de burger die beroep instelde door de rechterlijke uitspraak
in een slechtere positie kon komen te verkeren omdat deze uitspraak
nadeliger was voor hem dan het door hem bestreden besluit.
De rechter kon buiten de grenzen van de door klager naar voren gebrachte
punten van geschil treden (ultra petita)
Tegenwoordig gaat de Awb uitdrukkelijk uit van de rechtsbeschermingsfunctie.
Dit betekend dat de twee belangrijke kenmerken van de procedure bij de
bestuursrechter (bovenstaande) niet meer terug zijn gekeerd in de Awb.
Enige beginselen van het bestuursprocesrecht:
Een aantal beginselen van het bestuursprocesrecht komt tot uitdrukking in art. 8s69 Awb. De
beginselen staan er niet leterlijk in! Het artkel geef onder andere een uitdrukking voor het verbod
van ultra petta en het verbod van reformato in peius. Tevens liggen in dat artkel een tweetal
algemene procesrechtelijke principes beslotens namelijks
Het verdedigingsbeginsel. Art. 8:69 lid 1 Awb bevat een belangrijk
aspect van het verdedigingsbeginsel, namelijk het beginsel van hoor- en
wederhoor. Hierin staat dat de rechtbank uitspraak doet op de grondslag
van het beroepschrift (het verbod van ultra petita), de overgelegde
stukken, het verhandelde tijdens het vooronderzoek en het onderzoek ter
zitting.
De verplichting tot het ambtshalve aanvullen van rechtsgronden (art.
8:69 lid 2 Awb). De rechter kent het recht en moet dit ambtshalve
toepassen. Dit komt erop neer dat de bestuursrechter de door de appellant
aangevoerde (feitelijke) gronden zal moeten vertalen in juridische
gronden.
Het beginsel van niet-lijdelijkheid van de bestuursrechter. De
bestuursrechter kan ambtshalve de feiten aanvullen, maar dit is hij niet
verplicht (art. 8:69 lid 3 Awb) Door het aanvullen van feiten kan de
bestuursrechter ongelijkheidscompensatie bieden. Dat wil zeggen dat de
bestuursrechter de burger bewijstechnisch kan helpen door (ambtshalve)
onderzoek te doen naar de feiten. De burger, die vaak in een zwakkere
positie verkeert t.o.v. het bestuur, kan hierdoor tot op zekere hoogte
proces technisch worden beschermd. Ambtshalve feitenonderzoek door de
rechter geeft ook uitdrukking aan het idee van materiële
waarheidsvinding.
De vrijbewijsleer brengt met zich mee dat de bestuursrechter veel
vrijheid heeft bij bewijsgaring. De Awb geeft geen regels over de manier
waarop bewijs in de procedure moet worden gebruikt of worden
beoordeeld. Er is hier dus vrijheid in. Het is aan de rechter om te bepalen
hoe hij met bewijs omgaat. In het strafrecht moet het bewijs wettig en
overtuigend zijn. In het bestuursrecht wordt de term aannemelijk gebruikt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller babyangel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.53. You're not tied to anything after your purchase.