Vraag 1
1a. A ltd dient over de winst van 1.000 20% VPB te betalen. Dit komt uit op een bedrag
van 200.
X is gerechtgd tot een dividend van 400, waarover 50% belastng moet worden
betaald. Dit is 200.
Niet de volledig betaalde VPB kan gebruteerd worden, nu niet de gehele winst
uitgekeerd wordt. Slechts de brutering over het deel van 400 kan gebruteerd worden,
dit is 80.
A ltd dient dus 200 VPB te betalen.
X dient 200-80=120 IB te betalen.
1b Artkel 2 VPB geeft aan wat als binnenlands belastngplichtgen aangemerkt dient te
worden. Hieronder vallen stchtngen nsub e), indien en voor zover zij een
onderneming drijven.
Een indicate hiervan kan zijn het concurrentecriterium van artkel 4 VPB. Dit heeft
dan voornamelijk betrekking op het aanbieden van atractes. Wat betreft de horeca
en winkelmogelijkheden is deze stchtng sowieso belastngplichtg voor de VPB
1c Voordeel: Er hoeft geen vennootschapsbelastng afgedragen te worden over de
daadwerkelijke winsten.
Nadeel: Er dient inkomstenbelastng over het fcteve rendement afgedragen te
worden in box 2.
1d Op grond van artkel 2 lid 4 VPB wordt een naar Nederlands recht opgericht lichaam,
altjd geacht in Nederland te zijn gevestgd. Om deze reden lijkt er sprake te zijn van
een binnenlands belastngplichtge.
Echter zal het belastngverdrag met België dit doorbreken en is de feitelijke leiding
doorslaggevend. Vastgoed-BV zal daarom aangemerkt worden als Belgische
onderneming.
Artkel 3 VPB stelt dat buitenlands belastngplichtgen aan Nederlandse VPB
onderworpen zijn indien zij Nederlands inkomen genieten. Voor de winst die gemaakt
wordt van de actviteiten in Roterdam, wordt dan ook VPB afgedragen.
, Vraag 2
2a Uit jurisprudente volgt dat de civielrechtelijke vorm bij leningen in beginsel
doorslaggevend is. Echter kan herkwalifcate plaatsvinden indien duidelijk is dat er
sprake is van ofwel een schijnlening, een bodemloze-putlening of een
deelnemerschapslening n10-1-d lening).
In deze situate is er sprake van een deelnemerschapslening, omdat aan de drie
cumulateve voorwaarden voldaan wordt. Winstafankelijk, achtergesteld en geen
vaste looptjd.
Dit wordt dus niet aangemerkt als verstrekking van vreemd vermogen/een lening,
maar als verstrekking van eigen vermogen/kapitaalstortng van moeder in dochter.
2b Een vordering kan afgewaardeerd worden indien duidelijk wordt dat deze
minder/niets waar is. Dit wordt zelfs verwacht op grond van het
voorzichtgheidsbeginsel. Afwaardering kan ten laste van de winst gebracht worden.
De deelnemingsvrijstelling gaat op tussen A en B BV, dit betekent niet alleen dat de
voordelen buiten beschouwing gelaten moeten worden, maar ook de nadelen.
Slechts bij een liquidateverlies wordt de werking van de DNV doorbroken.
2c Art 13d lid 1 VPB stelt dat de DNV geen toepassing vindt t.a.v. een verlies op een
deelneming dat tot uitdrukking komt nadat het lichaam is ontbonden.
In casu is er sprake van een opgeoferd bedrag van 200.000 en liquidate-uitkeringen
van 14.000. Er mag dus een verlies van 186.000 geboekt worden.
2d De rekening dient verzakelijkt te worden. Een rente van 6% is goed, de extra 4% niet.
Dit betekent voor A BV en C BV het volgende:
Voor A BV: rentebetaling van 6% mogen van de winst afgetrokken worden.
Betalingen van 4% daarentegen dienen als kapitaalstortng beschouwd te worden.
Voor C BV: renteontvangsten van 6% dienen bij de winst opgeteld te worden. De
ontvangsten van 4% dienen als informeel kapitaal beschouwd te worden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lukasbslt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.