NLT Rijden Onder Invloed Antwoorden. Een verzorgd verslag met keurige berekeningen, uitleg, tabellen, grafieken en practica. Bovendien zijn de meningsvragen en practica ook voor u beantwoord en uitgevoerd. Dit zal gegarandeerd voor u een hoog cijfer opleveren.
Het cijfer dat ik kreeg voor dit versl...
1.3.1
a) Bewust Onbeschonken Bestuurder.
b) Ervoor zorgen dat bestuurders in het autoverkeer minder/niet drinken als ze
gaan rijden.
c) Leerling 1: 7
Leerling 2: 6
Leerling 3:6,5
Leerling 4: 6,5
d) Is ongeveer hetzelfde cijfer.
1.3.2
Mensen worden meer bewust van de risico’s die dronken aan het verkeer
deelnemen met zich meebrengen. Mensen worden er van bewust dat rijden
onder invloed consequenties heeft.
1.3.3
a) Leerling 1: Volgens de wet is de maximale toelaatbare promillage 0,5. Daarom
vind ik dit ook dat dit moet gezien worden als de grens.
Leerling 2: Zelfde mening als Leerling 1
Leerling 3: Zelfde mening als Leerling 1
Leerling 4: Vindt dat helemaal geen alcohol mag drinken voor het rijden.
b) Als je in de auto zit, of op je fiets moet niet uitmaken. Want ook al zit je op een
fiets je maakt wel deel uit van het verkeer en kan andere mensen in gevaar
brengen, dus deze regel moet ook gelden als je op een fiets of brommer zit.
c) In de klas wordt deze promillage grens gewoon gezien als een wet waar je je
ook aan moet houden.
5
,1.3.4
a) Leerling 2: Een verstandig besluit, want deze bestuurders hebben nog minder
ervaring achter een stuur van een auto en gaat het al sneller fout dan bij wat
meer ervaren bestuurders
b) Leerling 1: Vindt dit leeftijdsdiscriminatie omdat je je rijbewijs niet per se
binnen deze leeftijdsgroep haalt. Hij vindt dus dat je je aan deze regels moet
houden als je je rijbewijs in de afgelopen 3 jaar hebt gehaald.
Leerling 3: Heeft dezelfde mening als Leerling 3
Leerling 4: Vindt het een goed besluit, want hij vindt dat je helemaal geen
alcohol mag hebben gehad als je aan het verkeer deelneemt.
1.3.5
a) Leerling 2: ik vind dit weinig, omdat je als in andere landen gaat kijken hoeveel
kinderen er doodgaan aan drank of drugs gebruik, vind ik het in Nederland
relatief weinig.
b) Leerling 1: vindt het weinig, want als je naar het stereotype kijkt van pubers
had hij meer verwacht.
Leerling 3: vindt het weinig, want als je naar de totaalaantal kinderen tussen
de 10 en 17 jaar kijkt valt dit getal mee.
Leerling 4: vindt het weinig, want net zoals Leerling 3 als je kijkt naar hoeveel
kinderen tussen de 10 en 17 jaar er zijn is 783 weinig
PORTFOLIO HOOFDSTUK 1
De vragen zijn uitgewerkt.
6
,HOOFDSTUK 2 VRAGEN
2.2.1
a) Als alcoholgebruik invloed heeft op de impulsoverdracht van de neuronen.
Dan worden de impulsen minder snel door je lichaam verspreidt. Dus zal de
reactie op een prikkel trager worden.
b) Als bijvoorbeeld een kind door rood rent, terwijl de bestuurder groen heeft.
Dan moet de bestuurder snel kunnen reageren om te voorkomen dat de auto
het kind onderschept. Door de alcohol zal de bestuurder het kind minder snel
opmerken en is de kans groter dat de auto het kind raakt. Dit is waarom
alcohol een risico voor het verkeer is.
2.3.1
2.3.2
a) Een automatische reactie van de spieren op een prikkel.
b) De weg die een impuls aflegt vanaf de plaats waar de prikkel wordt
waargenomen door een zintuig tot de plaats van een effector. Voorbeeld dat
een hand een hete plaat pakt.
Huid -> Sensorisch neuron -> Dendriet -> Interneuron (Zit in het
ruggenmerg) -> Axon -> Motorisch neuron -> Spier
c) Ruggenmerg en kleine hersenen
d) Bij een reflex vindt er geen bewustwording plaats. Het is een automatische
handeling waar niet bij nagedacht wordt. Bij een bewuste handeling weet je
wat je doet en kun je reflexen onderdrukken.
7
,2.3.3
a) Het voordeel van een reflex in het verkeer is dat je heel snel zonder nadenken
gaat handelen in een gevaarlijke situatie. Bijvoorbeeld als iemand zomaar uit
het niets oversteekt, dat je dan zonder na te denken vol op de rem gaat
trappen.
Het nadeel van een reflex in het verkeer is dat je bijvoorbeeld onverwachte
bewegingen gaat maken als je van iets schrikt. Je ziet bijvoorbeeld een vogel
voor je auto vliegen. Je schrikt ervan en door je reflex draai je fors aan het
stuur waardoor je verongelukt.
b) Een geconditioneerde reflex is een verband tussen een prikkel en een reflex
die door ervaring is voortgekomen.
Een ongeconditioneerde reflex is een reflex die van nature aanwezig is.
c) Spookrijder komt op je af (Prikkel) (geen mogelijkheid om te ontwijken), je gaat
wegduiken achter je stuur of je handen voor je gezicht doen.
d) Roodlicht (Prikkel), je gaat remmen/gas loslaten en uitrollen
e) Ja, het schakelen heeft een pad in de hersenen dat doormiddel van trial en
error uiteindelijk beheerst wordt. (Koppeling indrukken -> gas loslaten ->
Schakelen -> koppeling omhoog -> gasgeven)
f) Door groen rijden, de beloning is geen boete. Door rood rijden, de bestraffing
is een boete.
g) Een ongeconditioneerde reflex, want in dit geval is er geen zebrapad en heeft
de auto voorrang. De voetganger moet wachten, maar als de voetganger
zomaar oversteekt, schrik je waardoor je zonder na te denken op de rem gaat
trappen. Je wilt immers schade voorkomen.
h) C. Alcohol zorgt ervoor dat je reactievermogen afneemt. Hierdoor duurt het
langer om te bepalen dat je je handen voor je gezicht doet of achter het stuur
wegduiken, wat kan leiden tot meer verwondingen.
D. De impulsgeleiding neemt door alcohol af. Hierdoor zal de prikkel van het
rode licht mindersnel naar de hersenen gaan om te beslissen dat je moet
stoppen. Het gevolg daarvan is dat je dan door rood rijdt, wat niet mag en
tevens gevaarlijk kan zijn.
E. Door alcohol neemt de snelheid van je handelingen af. Door het te
langzaam te schakelen, kan de auto niet volledig presteren. Hierdoor irriteer je
andere weggebruikers. Door irritatie gaan de andere weggebruikers zelf ook
rare dingen doen, bijvoorbeeld gevaarlijk inhalen.
F. Door een hoge dosis alcohol kan je niet helder denken en zal je niet aan de
beloningen denken.
G. Alcohol zorgt ervoor dat je reactievermogen afneemt. Je ziet de voetganger
plotseling oversteken, maar de handeling naar de rem is te langzaam,
waardoor de kans groter is dat je de voetganger raakt.
8
,2.3.4
a) Door het ionen verschil binnen en buiten de cel ontstaat er een lading
b) Een neuron heeft verschillende lading binnen en buiten de cel. Het verschil
tussen deze ladingen noem je het rustpotentiaal
c) Buiten de cel bevinden zich de meeste na+ en binnen in de cel is er mee k + .
Ook de negatief geladen eiwitten bevinden zich aan de binnenkant
d) Door de werking van de kalium-natriumpomp kunnen alleen de natrium en
kalium uitgewisseld worden
e) Omdat er meer ionen naar de ene kant diffunderen en omgekeerd er minder
ionen diffunderen. .
f) Kost wel energie, anders zal het ladingsverschil 0 zijn.
2.3.5
a) Door de impuls gaan de na+ poorten open staan maar de k + poorten niet
waardoor de lading binnen de cel positief wordt. Hierdoor zijn de ladingen
binnen en buiten de cel positief en is er sprake van depolarisatie
b) Het transport van natrium via de natriumpoorten.
c) Positief, dat komt omdat er meer natriumpoorten opengaan.
d) Het weer polariseren van de cel. Hierbij gaan de kalium poorten open en kan
de k+ naar buiten kan waardoor de binnenkant weer een negatieve lading
heeft.
e) Het hele proces van depolarisatie en repolarisatie.
f) Door de poortjes en de neurotransmitters.
g) Als een prikkel sterker is, dan ontstaan er meer impulsen. De sterkte van een
prikkel zit het dus in de hoeveelheid pulsen.
h)
9
, 2.3.6
Het is een chemische gebeurtenis. Een Synaps bestaat uit een axon en
dendriet. In de axon zitten neurotransmitters (pre-synaptische neuron). Als er
een signaal verstuurt moet worden naar de dendriet, dan worden er
neurotransmitters vrijgelaten in de Synaptische spleet. Deze neurotransmitters
binden zich aan de receptoren die zich op het post-synaptische neuron
(dendriet) bevinden. Wanneer de neurotransmitters op de receptor landen,
wordt het door het signaal door de receptor door gestuurd naar het post-
synaptische neuron.
2.3.7
-
a) 1
b) GABA zorgt ervoor dat er een negatieve lading is (Cl -). Dit weer compenseren
kost tijd met als gevolg een vertraagd reactievermogen door de remmende
werking.
c) Alcohol maakt het GABA actiever waardoor de chloorkanalen langer
openblijven.
d) 1. Chloorionen
2. Remmende werking
3. Langzamer
PORTFOLIO HOOFDSTUK 2.3
Alcohol zorgt ervoor dat de impulsgeleiding afneemt, hierdoor komen de
elektrische signalen later aan bij een effector. Daardoor wordt de reactie later
uitgevoerd als er een prikkel wordt waargenomen.
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StratoTeeth. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.
