Samenvatting BOK Farmacologie 3 leerjaar 2 Farmakunde (oncologie en reumatoïde artritis) (behaald cijfer: 9,1)
29 views 1 purchase
Course
Farmacologie
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Hier is de BOK van Farmacologie 3, leerjaar 2, van de studie Farmakunde. Dit omvat alle punten die studenten moeten kennen voor bonustoets 1. De BOK bestaat uit: anatomie en fysiologie borst- en prostaatkanker, pathologie kanker, farmacologie, anatomie en fysiologie reumatoïde artritis, pathologie...
BOK Farmacologie 3
Borstkanker en prostaatkanker
Anatomie en fysiologie
Je kunt uitleggen hoe de celcyclus bij de mens verloopt: Celcyclus duurt ongeveer 16-24 uur.
- Interfase: De cel maakt zich klaar om zich te delen.
- Profase: Chromosomen rollen zich verder op en worden dikker en zichtbaar.
Spoeldraden verschijnen vanuit de centromeren. Kernmembraan breekt af.
Centrosomen gaan naar tegenovergestelde polen.
- Prometafase: Chromosomen rollen zich nog verder op. Kinetochoren verschijnen bij de
centromeren. De microtubuli van de spoelfiguur hechten zich vast aan de Kinetochoren.
- Metafase: Chromosomen liggen in één vlak in het centrum, het equatorvlak.
Zusterchromatiden zitten vast aan spoeldraden, die uit tegenoverliggende polen van de
cel komen.
- Anafase: Centromeren breken in tweeën. Zusterchromatiden (nu allebei chromosomen)
worden naar tegenovergestelde polen getrokken. Bepaalde spoeldraden beginnen de cel
te strekken.
- Telofase: Chromosomen komen aan bij de tegenovergestelde celpolen en beginnen zich
weer te ontrollen. Materiaal voor het kernmembraan verschijnt rondom elke set
chromosomen. De spoelfiguur breekt af. Spoeldraden blijven de polen bij elkaar
vandaan duwen.
- Cytokinese: Bij dierlijke cellen; er ontstaat een insnoering die de dochtercellen scheidt.
Bij plantaardige cellen; een celplaat, de voorloper van een nieuwe celwand scheidt de
twee dochtercellen.
Je kunt uitleggen dat kanker ontstaat door een verstoring in de celcyclus (waar apoptose en
celdeling niet meer in evenwicht zijn): In mate wanneer cellen ouder worden, treedt kanker
op. Cellen zullen ongeremd gaan delen. Een gewone cel kan dus een kankercel worden. Er
treden mutaties op in de DNA van de cel. Kan onder invloed van virussen, radicalen ect plaats
vinden. Ze zijn vrijwel identiek aan gewone gezonde cellen. Meerdere mutaties maken samen
een kankercel en dat de gewone cel zijn functie verliest. Hierdoor is apoptose
(geprogrammeerde celdood) en celdeling niet meer in evenwicht.
Je kunt uitleggen hoe de carinogenese verloopt (de rol van genen: oncogenen en
tumorsuppressorgenen, DNA-herstelgenen en telomerase): Carinogenese is het kankerproces.
Elke tumorsoort bevat een set gemuteerde genen. Binnen een tumorsoort blijken de genetische
veranderingen te verschillen.
- Oncogenen: Hiervan heeft het lichaam bij kanker te veel van. Deze spelen een rol bij de
celdeling. Ze geven signalen af waardoor cellen kunnen groeien en delen wanneer dat
niet de bedoeling is.
- Tumorsuppressorgenen: Hiervan heeft het lichaam bij kanker te weinig van. Deze zorgen
dat de kankercellen niet verder kunnen groeien. Ook laten ze DNA-foutjes afsterven van
de cel.
1
, - DNA-herstelgenen: Hiervan heeft het lichaam bij kanker te weinig van. Deze cellen
herstellen het DNA bij fouten.
- Telomerase: Hiervan heeft het lichaam bij kanker te veel van. Deze zorgen voor een
delend vermogen van de cel.
Je kunt uitleggen wat een tumor is, en wat het verschil is tussen een benigne en maligne
tumor: Een tumor is cel waarin een verstoring zit in de evenwichtssituatie tussen de celgroei en
celdood. In de cel heeft het eiwit dat codeert door het oncogen een abnormale activiteit bij de
celgroei.
- Benigne cellen: Deze zijn goedaardige tumoren. Zijn afgerond begrenst, de groeiwijze is
expansief en de groeisnelheid is laag.
- Maligne cellen: Deze zijn kwaadaardige tumoren. Zijn onregelmatig (met uitlopers)
begrenst, de groeiwijze is infiltrerend (cellen binnendringen) en de groeisnelheid is hoog.
Pathologie kanker
Je kunt de meest voorkomende vormen van kanker benoemen:
- Prostaatkanker -> nr. 1 bij mannen
- Huidkanker -> nr. 2 bij zowel mannen als vrouwen
- Longkanker -> nr. 3 bij zowel mannen als vrouwen
- Borstkanker -> nr. 1 bij vrouwen
- Colonkanker -> nr. 4 bij zowel mannen als vrouwen
Je kunt een indeling geven van verschillende soorten kanker, afhankelijk van het soort
cellen dat onbeperkt groeit:
- Carcinomen: Deze ontstaat uit epitheelcellen en zijn te vinden in de huid, maar ook als
bekleding van de binnenzijde van de darm en luchtwegen. Is het meest voorkomende
type kanker, zoals borstkanker, longkanker en darmkanker.
- Sarcomen: Ontstaat uit het steun- en bindweefsel van het lichaam. Hierbij wordt wel
gelet op de normale weefsels waar de tumorcellen op lijken.
- Blastomen: Dit is een tumorcel waaruit zich andere cellen vormen en die dus normaal
gesproken een voorloperfunctie hebben.
- Lymfomen: Hier zit dan een tumor in het lymfekanaal.
- Hematologische maligniteiten: Tumor waarbij een afwijking zit in het bloed.
Je kunt uitleggen wat angiogenese is en hoe dit fenomeen tot stand komt: De vorming van
nieuwe bloedvaten. Dit komt doordat een tumor zich niet kan vermeerderen zonder zuurstof en
voedingsstoffen. Hiervoor zijn dus nieuwe bloedvaten nodig om zuurstof en voedingsstoffen te
leveren.
Je kunt uitleggen wat metastasen zijn en beschrijven hoe ze ontstaan: Dit is een uitzaaiing
van de kankercellen. Via een bloedvat of lymfevat kunnen ze verspreiden wanneer ze deze
aanraken.
Je kunt uitleggen dat de aanwezigheid van metastasen deels voorspellend is voor de
overleving van de patiënt: Des te meer metastasen des te moeilijker het is voor de patiënt om
te genezen.
2
,Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met het TNM-systeem om kanker in verschillende
stadia in te delen:
- T: Tumorgrootte (1 t/m 4).
- N: Nodes, aantasting van de lymfeklieren.
- M: Metastasen (0 of 1)
Je kunt uitleggen hoe de TNM-classificatie bij borstkanker en prostaatkanker is opgebouwd:
Borstkanker:
T stadium 1 = 1 cm N stadium 1 M stadium 0 = geen uitzaaiing
T stadium 2 = 2 cm N stadium 2 M stadium 1 = wel uitzaaiing
T stadium 3 = 4 cm N stadium 3
T stadium 4 = 5 cm N stadium 4
Prostaatkanker:
T stadium 1 = 1 cm N stadium 0 = geen lymfemetastasen M stadium 0 = geen uitzaaiing
T stadium 2 = 2 cm N stadium 1 = wel lymfemetastasen M stadium 1 = wel uitzaaiing
T stadium 3 = 4 cm
T stadium 4 = 5 cm
Je kunt uitleggen waarom onderzoek van de schildwachtklier (op metastasen) belangrijk is
om de situatie van een patiënt met borstkanker te kunnen beoordelen: Omdat deze klier
dicht bij de borst zit, is de kans aanwezig dat hier als eerst uitzaaiing plaats vindt. Daarom is het
belangrijk dat hier als eerste naar gekeken wordt voordat de prognose beoordeeld wordt.
Je kunt uitleggen wat een gleasonscore is en waarom deze score een belangrijk is om de
situatie van een patiënt met prostaatkanker te kunnen beoordelen: Deze score zegt iets over
de agressiviteit van de kanker. Dit is een getal tussen de 6 en 10. Een hoger getal betekend dat de
tumor agressiever is.
Je kunt uitleggen wat belang is van een PSA-classificatie bij verdenking op prostaatkanker
en welke invloed de PSA-waarde heeft op de keuzen in behandeling: PSA staat voor prostaat
specifiek antigeen. Dit stofje zit in het bloed en maakt het prostaat aan. De waarde kan iets
zeggen over de grootte en groei van de tumor en of er mogelijke uitzaaiingen zijn. Een waarde
boven de normale waarde voor de leeftijd kan wijzen op prostaatkanker. Een hogere waarde kan
ook komen door bijvoorbeeld een ontsteking, goedaardige tumor of de leeftijd. Wanneer er een
ontzettende hoge waarde uitkomt en er is sprake van een kwaadaardige tumor, kan dit de keuze
voor behandeling beïnvloeden en de urgentie ervan.
3
, Farmacologie
Je kunt uitleggen dat er drie soorten behandelingen zijn van kanker:
- Chirurgie: Hierbij wordt de prostaat inclusief kapel en zaadblaasjes in zijn geheel
verwijderd en zodanig dat de blaas en urethra volledig los van elkaar komen.
- Radiotherapie: Bij uitwendige bestraling wordt de prostaat van verschillende
kanten bestraald. Er wordt gebruik gemaakt van goudmarkers om de bestraling
exacter te maken. Bij inwendige bestraling bestaat uit radioactief geladen zaadjes
die straling af geven en een beperkt bereik hebben waardoor omgevende
weefsels vrijwel gespaard blijven. Het inbrengen van de zaadjes vindt plaats via
narcose. Van te voren wordt er een computerbepaling gemaakt voor hoeveel
zaadjes er nodig zijn.
- Behandeling met geneesmiddelen:
• Hormonale therapie: Hierbij wordt door middel van hormonale
manipulatie de tumor geremd. Dit gebeurd door middel van
chirurgische of chemische castratie.
• Chemotherapie: Hierbij wordt decetaxel in combinatie met prednison
in een driewekelijks schema geadviseerd. Echter is prostaatkanker niet
heel gevoelig voor chemotherapie.
• Palliatieve behandeling: Is gericht op het voorkomen van problemen en
klachten. Dit wordt alleen gedaan in gevallen wanneer de kanker is
gemetastaseerd. Denk bijvoorbeeld aan pijnstilling.
Je kunt uitleggen wat curatieve, palliatieve, adjuvante en neoadjuvante behandeling
inhoudt:
- Curatieve behandeling: Is bedoeld om de patiënt te genezen.
- Palliatieve behandeling: Is gericht op het remmen, verlichten of voorkomen van
klachten van de tumor.
- Adjuvante behandeling: Is gericht als aanvulling op de curatieve behandeling,
zoals bijvoorbeeld chemotherapie omdat deze therapie vaak gegeven wordt als
preventie na een chirurgische ingreep.
- Neoadjuvante behandeling: Is een behandeling die gegeven wordt voor een
operatie. Het doel is om de tumor te verkleinen.
Je kunt uitleggen wat de belangrijkste kenmerken zijn van de volgende
geneesmiddelentherapien bij kanker:
- Chemotherpeutica: Hebben een cytostatisch of cytotoxisch effect op
kankercellen. Deze grijpen in op het metabolisme van de cel. Enerzijds voor
directe beschadiging van het DNA, anderzijds door indirecte beschadiging van
diverse enzymsystemen en dit komt vooral tot uiting bij delende cellen, zowel
tumor- als normale cellen. Er zijn ongeveer 70 verschillende cytostatica in
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amyvanloon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.