Religie
1. Leefwereld, wetenschap en redelijkheid
-Edmund Husserl (1859-1938)
Joodse filosoof in Duitsland
Gevaar dat zijn archief zou vernietigd worden door de Nazi’s toen hij stierf => uit Duitsland
gesmokkeld en hier in Leuven terechtgekomen
-Belangrijk begrip is de leefwereld = intersubjectief, persoonlijk, betekenisvol,…
De wereld waarin wij leven heeft bepaalde karakteristieken, want wij worden omgeven door
dingen en mensen
Maar die dingen en mensen zijn niet zomaar objecten die we bestuderen => dingen en mensen
rondom ons hebben betekenis, dus onze leefwereld is betekenisvol en persoonlijk (want alles
rond ons zijn personen en zelfs de dingen rond ons verwijzen naar personen, bv. computer: de
manier waarop mensen communiceren)
Onze leefwereld is intersubjectief: het heeft te maken met relaties
Dus onze leefwereld heeft alles te maken met betekenis
-Wetenschap:
Vertrekt van de leefwereld
Maakt abstractie van de leefwereld (subject-object, afstandelijkheid, onpersoonlijk)
o Wetenschap neemt afstand en kijkt naar de dingen als objecten en niet als
betekenisvolle dingen
o Gaat objecten bestuderen vanuit onpersoonlijke wetten die gelden en waardoor dingen
functioneren zoals ze functioneren
Is een ‘tijdelijke opschorting’ van de normale omgang met de leefwereld
o Bv. anatomie: de wetenschap van anatomie is succesvol geworden op moment dat
mensen bereid waren om lijken open te snijden => lijken opensnijden werd gezien als
iets grof, want in onze leefwereld is een dood lichaam een betekenisvol ding => alleen
de wetenschap gaat tijdelijk onze normale omgang met betekenisvolle dingen en
mensen opschorten en dat eventjes zuiver als een object zien => eens die anatomie les
gedaan is moet je dat terug behandelen met alle eerbied dat het verdient
Keert terug naar de leefwereld
-Belangrijke vraag: de relatie van de wetenschap tot de leefwereld?
Een meer ‘wetenschappelijke’ leefwereld?
Een autonome leefwereld?
o Dit is een leefwereld met zijn eigen wetmatigheden, wat de wetenschap er ook over zegt
o Het is dwaas om te denken dat je je leefwereld helemaal wetenschappelijk kan maken,
omdat een leefwereld een zekere autonomie heeft tov de regels
o In onze omgang in de leefwereld zit er een zekere redelijkheid, maar dat is niet hetzelfde
als wetenschappelijke rationaliteit
o Bv. je hebt geen vrienden => je wil investeren in mensen die bij je passen: meest
wetenschappelijke methode is om een persoonlijkheidsonderzoek te doen zijn
persoonlijkheidsenquêtes uitdelen en zien wie bij jou past => vanuit wetenschappelijk
oogpunt is dat bijzonder rationeel, want als je dat doet dan heb je niet door hoe je op een
redelijke manier met mensen omgaat
Redelijkheid (leefwereld) is iets anders dan rationaliteit (wetenschap) => spanning
2. De zingevende, coginitieve en manipulatieve interesse
= 3 interesses van de mens (‘verlangens’, ‘manieren van betrokken zijn’)
Cognitieve interesse = we verlangen naar kennis, we zijn geïnteresseerd in kennis (uit zich in de
wetenschap en nieuwsgierigheid)
Manipulatieve interesses = we zetten de wereld graag naar onze hand (bv als je honger hebt en
je gaat eten, de wetenschap gebruiken om de wereld aangenamer te maken)
Zingevende interesses = de interesse om waardevolle dingen te doen (bv
jaarvertegenwoordiger worden omdat je dat leuk vindt)
1
,-We denken heel vaak dat onze interesses vooral cognitief en manipulatief zijn, en dat zingevende
interesses maar een kleine rol spelen in ons bestaan
Maar als je goed analyseert wie je bent en waarom je bepaalde dingen doet, dan zal blijken dat
die zingevende interesse een soort overkoepelde dimensie is die meespeelt in heel veel van
onze activiteiten en dat de cognitieve en manipulatieve interesse vaak minder sterk is dan we
zelf denken
We doen heel veel dingen omdat ze waardevol zijn, maar als we aan anderen gaan uitleggen
waarom we dat doen, halen we vooral onze cognitieve en manipulatieve interesses aan
A. De relatie tussen de cognitieve en zingevende interesse
-Idee 1: er zijn activiteiten in ons leven die lijken te gaan over een ‘cognitieve interesse’, maar die
eigenlijk fundamenteel over zingeving gaan (bv. gesprekken tussen buurmannen)
Mensen denken vaak dat dit gaat om het uitwisselen van kennis en informatie, dus cognitieve
interesse
Maar eigenlijk zijn het nutteloze gesprekken (over het weer etc) die vooral plaatsvinden ‘om de
relatie te vieren’ => gesprekken om aan te tonen dat 2 mensen of buren een relatie hebben
Dit is ook het geval als twee vrienden aan het praten zijn over diepgaandere dingen: gesprekken
om aan te tonen dat de 2 vrienden elkaar vertrouwen
Deze gesprekken gaan dus niet over cognitieve, maar over zingevende interesse
-Idee 2: Op het domein van de zingeving bestaat er redelijkheid en onredelijkheid. Wat ‘redelijk’ en
‘onredelijk’ is, is echter niet hetzelfde als wat vanuit cognitief oogpunt ‘rationeel’ en ‘irrationeel’ is
De vraag is of kennis wel degelijk een rol speelt in onze zingevende activiteiten => natuurlijk,
de kennis over het feit dat je lief je al dan niet bedriegt, is relevant voor de zin die je geeft aan
de relatie
MAAR wat voor soort kennis is dit?
o Als dit puur zou gaan om een cognitieve interesse (dus de wetenschap), zou je de meest
efficiënte manier kiezen om aan die kennis te geraken
Meest efficiënte manier: privédetective huren
Maar dit breekt de vertrouwensrelatie tussen het koppel volledig
2
, o In de leefwereld (zingevende interesse) gaat het veel meer of je op een passende manier
de kennis te weten komt, veeleer dan de meest efficiënte manier, terwijl men in de
wetenschap (cognitieve interesse) kijkt naar de meest efficiënte manier
-Idee 3: Wetenschappelijke (cognititeve) bevindingen, zijn vaak slechts van relatief belang voor de
zingevende relaties in de leefwereld
Wetenschappelijke kennis is niet steeds de ideale kennisvorm, vaak is intuïtieve kennis veel
belangrijker (aanvoelen, wijsheid, sensibiliteit)
Voorbeeld 1: wie wordt mijn partner?
o Wetenschap zegt: partnerkeuze hangt af van de geur (feromonen) van de partner
o Hoe relevant is dit voor onze zingevende interesse, namelijk de manier waarop we onze
relatie als waardevol bestempelen?
Niet relevant, mensen letten niet op de feromonen maar op andere dingen in de
partner
Partnerkeuze heeft dus geen cognitieve waarde
Voorbeeld 2: wie blijft mijn partner? Hoe weten we of een relatie blijft duren?
o Dit kan je niet weten adhv de wetenschap (bv blind getrouwd, koppels blijven héél zelden
samen)
o Dit is vooral gebaseerd op intuïtie
Voorbeeld 3: straf
o Richard Dawkins: “mensen zijn gepredetermineerd om bepaalde handelingen te stellen.
Dus het is niet logisch om mensen daarvoor te straffen of om kwaad te worden op hen,
want ze kunnen er niets aan doen. Mensen die verkeerde dingen doen zijn zoals kapotte
auto’s: die moeten niet gestraft, maar gerepareerd worden”
o Vertaald in cognitieve en zingevende interesse: “door het feit dat wij weten vanuit de
wetenschap, vanuit een cognitief inzicht in de gedetermineerdheid van onze
hersenprocessen moeten we een bepaalde activiteit die we zinvol vinden, namelijk het
straffen van mensen/het kwaad zijn op mensen, moeten we die laten varen”
Besluit: heel veel zaken waarvan we denken dat ze cognitief zijn, zijn eigenlijk niet cognitief,
maar vooral zingevend
B. De relatie tussen de manipulatieve en zingevende interesse
-Idee 1: er zijn activiteiten in ons leven die lijken te gaan over een ‘manipulatieve interesse”, maar die
eigenlijk fundamenteel over zingeving gaan (en die niet kunnen bereikt worden door manipulatief
handelen)
We zeggen vaak dat we bepaalde dingen doen omdat we daar behoefte aan hebben, maar vaak
klopt dat niet
Voorbeeld 1: zoeken naar geluk
o Illustratie van de ervaringsmachine: machine waarmee je je ervaringen mag kiezen
Die machine zou altijd gaan over ervaringen met bepaalde beelden en sensaties
van dingen buiten ons (bv. je speelt op rock werchter, je wint de wereldbeker)
Maar geluk is eigenlijk iets doen dat te maken heeft met iets buiten u, maar wat
bij gevolg ook altijd een beetje buiten je controle valt (bv. wat is het geluk van
Messi die de wereldbeker wint? Dat is niet de ervaring van dat te winnen, maar
wel met het feit dat hij die beker ook niet had kunnen winnen omdat dat buiten
onze controle is)
Wanneer iets binnen onze controle valt dan verliest het zijn waarde => geluk
heeft altijd te maken met situatie waar je het geluk ook niet kan hebben, anders
verliest het geluk zijn waarde
o Geluk wordt zo voorgesteld: alle dingen die wij doen zijn eigenlijk manipulatieve
handelingen om de wereld zo naar onze hand te zetten zodat wij het geluk bereiken
Dit is een verkeerde voorstelling van zaken: wij doen vooral dingen, niet omdat ze
voor geluk zorgen, maar omdat ze waardevol zijn. En als we deze waardevolle
dingen doen, dan wordt men wel gelukkig, maar dat komt ‘er bovenop’
o Bv een zwemmer traint elke dag en wint dan een wedstrijd
Dan wordt hij gelukkig, want hij weet dat hij heeft gewonnen omdat hij elke dag
getraind had, hij had ook even goed niet kunnen winnen
Als de zwemmer op voorhand al weet dat hij elke wedstrijd zal winnen zonder
ervoor te trainen, zal hij niet gelukkig worden
o Bv het krijgen van kinderen
Je wordt enkel gelukkig als je een kind krijgt dat je niet kan kiezen
Als je alles van een kind zou kunnen kiezen en een kind zou kunnen ‘bestellen’
zou je er niet gelukkig van worden
o Geluk heeft iets paradoxaal: je krijgt het maar als je het ook niet kan krijgen
3
, Voorbeeld 2: zoeken naar erkenning en waardering
o Zelfde paradoxale structuur als geluk: als je altijd bij iedereen erkenning gaat forceren,
gaat je dat niet beter maken, dan heeft dat geen enkele waarde meer
-Idee 2: de focus op de manipulatieve interesse kan uiteindelijk de zingevende dimensie aantasten
Voorbeeld 1: burgerschap
o Geld is een manipulatieve interesse
o Het wonen in een bepaald land is iets zingevend
We beleven dit vak als iets dat een waarde heeft (bv iemand voelt zich Belg)
Sterke spanning tussen de zingevende (= het heeft zin om tot een bepaald land
te behoren) en de manipulatieve interesse
We zijn vooral lid van een samenleving of een politieke gemeenschap om onze
eigen belangen gediend te zien worden => je ziet het lid zijn van een
samenleving vanuit de manipulatieve interesse
o Bv Zwitserland: Zwitsers zochten een plaats om kernafval te stockeren, hiervoor gingen
ze naar een stad en ze vroegen daar dmv een referendum of ze dat afval daar mochten
stockeren
50% zei ja => reden: de mensen behoren tot een bepaalde gemeenschap en dat
behoren is zo waardevol dat ze zelfs bereid zijn om een last (= het kernafval) te
dragen => zingevende modus
o Maar toen wilde men de 50% verhogen en omdat te bereiken boden ze elk gezin in deze
stad €2000 aan
Toen waren er nog maar 25% van de mensen bereid om het kernafval te laten
opslaan => reden: mensen begonnen te rekenen en dachten opeens “door die
afvalsite zal de waarde van mijn huis met nog meer dan €2000 dalen” => men
schakelde van zingevende interesse naar manipulatieve interesse
o Burgerschap is dubbel:
Bij zingevende interesse zijn mensen bereid om veel te doen voor hun land of
gemeenschap
Bij manipulatieve interesse gaan mensen vooral nagaan hoe ze de werkelijkheid
naar hun hand kunnen zetten
C. Conclusie over zingeving en andere interesses => 4 kenmerken van de zingevende interesse
-Mysterie (vs. probleem)
Zingeving heeft te maken met perplexiteit (verwondering, verbijstering, verontwaardiging,…)
Wat is zo waardevol dat we er onze tijd aan gaan spenderen?
<-> probleem iets is wat je oplost door wetenschap of technologie
-Betrokkenheid (vs. afstandelijkheid)
Het heeft te maken met geraakt worden door de dingen, gevoelig zijn voor bepaalde
waardevolle zaken
<-> Afstandelijkheid is eerder nuchtere kennis
-Afhankelijkheid (vs. controle)
Het heeft te maken met zaken die noodzakelijkerwijs buiten onze controle vallen
-Traditie (vs. innovatie)
In onze omgang met deze ‘issues’ maken we gebruik van culturele en traditionele elementen
(omgangsvormen, rituelen, gebruiken, kunstwerken,…)
Het gebruik daarvan kan men op geen enkele manier rationeel verantwoorden
Bv. praten met je buurman is eerder een ritueel, het is inhoudsloos
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studen35. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.64. You're not tied to anything after your purchase.