In artikel 6 EVRM is het recht op een eerlijk proces geregeld. In lid 1 worden de expliciete rechten op
een eerlijk proces genoemd. Lid 2 omvat de onschuldpresumptie. In lid 3 worden de minimumrechten
van de verdachte op een eerlijk proces benoemd. Daarnaast bevat artikel 6 EVRM ook een aantal
ingelezen rechten. Bij artikel 6 EVRM staat de ‘criminal charge’ centraal. Deze criminal charge omvat
volgens Engel 3 criteria:
1. plaats van het delict binnen de context van de nationale wetgeving (bijv. in Wetboek van
Strafrecht)
2. Aard van het delict (bijv. gevangenisstraf of geldboete)
3. De zwaarte van de straf op het delict
Zoals gezegd is het recht op een eerlijk proces omvat in artikel 6 EVRM. Het minimum
beschermingsniveau van het EVRM is gelijk aan het beschermingsniveau van het Handvest. Op
sommige gebieden gaat het Handvest zelfs verder. De vraag die Ouwerkerk & Verrest in hun
voorgeschreven artikel stellen is dan ook of de focus die gelegd wordt op het EVRM dan wel terecht
is. Er wordt binnen het strafrecht en binnen bijvoorbeeld de mensenrechten veel gebruik gemaakt
van het EVRM. Het Handvest komt zelden terug. Hierin staan echter ook diverse belangrijke
bepalingen. In het artikel van Ouwerkerk & Verrest wordt de verhouding tussen het EVRM en het
Handvest besproken.
Rechtsbijstand
Het doel van artikel 6 EVRM binnen de rechtsbijstand is dat de verdachte zijn recht op een eerlijk
proces moet kunnen verwezenlijken. De verdachte heeft dus recht op rechtsbijstand. Deze
rechtsbijstand biedt tegengewicht tegen de sterke positie van de politie & het OM. Een advocaat kan
daarbij controle uitoefenen of de rechten van de verdachte worden gewaarborgd. Ook ziet deze
rechtsbijstand op een klein stukje nemo tenetur. Een verdachte heeft namelijk het recht om te
zwijgen en daarbij dus niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling.
Wanneer is er sprake van rechtsbijstand? Hiervoor zijn er een aantal arresten van belang.
EHRM Salduz 2008 (par. 51 en 55) een verdachte heeft recht op rechtsbijstand vanaf het 1 e
verhoor.
Op basis van bovenstaand arrest heeft de HR in 2009 het Post-Salduz arrest gewezen.
HR Post-Salduz 2009 een verdachte heeft recht op consultatiebijstand, maar geen verhoorbijstand
(m.u.v. minderjarigen). De Hoge Raad onderbouwt dit door te stellen dat het recht op
verhoorbijstand niet duidelijk is af te leiden uit de uitspraak van het EHRM (Salduz). Dit is echter ook
niet wat het EHRM met die uitspraak wil zeggen. Het EHRM doelt op het feit dat een verdachte met
zijn advocaat mag praten.
Richtlijn 2013-48-EU in deze Richtlijn van de EU is bepaald dat een verdachte recht heeft op
rechtsbijstand tijdens het verhoor. Deze Richtlijn had Nederland niet direct geïmplementeerd.
HR 1-4-2014 In deze uitspraak zegt de Hoge Raad dat bovenstaande Richtlijn geen rechtstreekse
werking heeft in Nederland en dat dit een taak is voor de wetgever om dit te implementeren. A-G
Spronken zegt in de bijbehorende conclusie dat artikel 6 EVRM wel verhoorbijstand omvat want de
uitspraak van het EHRM (Salduz) + de Richtlijn is genoeg reden om verdachten nu al recht op
verhoorbijstand toe te kennen. In bijbehorende annotatie is Schalken kritisch op de Hoge Raad omdat
, de Richtlijn in zijn optiek ook geen rechtstreekse werking heeft, maar dat deze wel de minimum
waarborgen van het EHRM bevat.
HR 22-12-2015 Uit deze uitspraak blijkt dat A-G Knigge prejudiciële vragen aan het HvJEU heeft
gesteld. De Hoge Raad zegt echter dat er geen belang voor is en dat er ook al voldoende bewijs
aanwezig is zonder een bekennende verklaring. Maar: in verband met de casuïstische rechtspraak van
het EHRM oordeelt de Hoge Raad dat de verdachte vanaf nu (1-3-2016) wel recht op verhoorbijstand
heeft.
1-3-2017 op 1 maart 2017 is er Nederlandse wetgeving gekomen ter implementatie (terwijl de
verdachte dus vanaf 1-3-2016 al recht op verhoorbijstand had). In Nederland is dit omvat in art. 27d-e
en 28a-e Sv + het Besluit inrichting en orde politieverhoor.
Beperking rechtsbijstand
Het recht op rechtsbijstand kan ook worden beperkt. Ook hier is belangrijke jurisprudentie voor.
EHRM 9-11-2018 (Beuze) In dit arrest wordt benoemd dat de minimumeisen voor ‘access to a
lawyer’ het consultatierecht & verhoorbijstand zijn. Maar: er zijn ook beperkingen mogelijk, namelijk:
1. Zijn er compelling reasons? (bijv. gevaar op leven/gezondheid, als er lang gewacht moet worden op
een advocaat terwijl er spoed is)
2. Is het proces in zijn geheel eerlijk? (een mogelijke schending van deze bijstand hoeft niet te leiden
tot een schending in zijn geheel)
EHRM 28-5-2019 (V.d. Kolk) In dit arrest had de cliënt geen verhoorbijstand. Bij de nationale
rechter was dit geen probleem omdat de Hoge Raad dat recht toentertijd nog niet aflas uit artikel 6
EVRM. Was er sprake van compelling reasons? Nee, alleen dat de Nederlandse rechter dat nog niet
erkende destijds. Was het proces in zijn geheel eerlijk? Het ontbreken van de compelling reasons
zorgt vrijwel altijd voor geen eerlijk proces, anders moet de overheid aantonen dat het proces wel
eerlijk is verlopen.
Besluit inrichting en orde politieverhoor een advocaat mag volgens dit Besluit in beginsel niet
veel doen/zeggen tijden een politieverhoor, terwijl het EHRM zegt dat het recht op verhoorbijstand er
niet alleen moet zijn maar dat het ook effectief moet worden toegepast. Zijn artikel 5&6 Besluit dan
in strijd met het EHRM? Het kan zijn dat deze artikelen zijn toegepast, maar dat het EHRM alsnog zegt
dat er een schending van het recht op rechtsbijstand is, omdat dit recht dan niet effectief wordt
uitgeoefend.
Salduz (par. 55) + V.d. Kolk het recht op rechtsbijstand is geschonden als verklaringen die
zijn afgelegd tijdens een verhoor zonder rechtsbijstand worden gebruikt.
Post-Salduz De Hoge Raad zegt dat er bij schending van het consultatierecht
bewijsuitsluiting dient te volgen. Anders levert het een schending van artikel 6 EVRM op.
HR 22-12-2015 Het gevolg hoeft echter niet altijd bewijsuitsluiting te zijn. Een schending
van de consultatiebijstand is in beginsel erger dan een schending van de verhoorbijstand.
EHRM 18-1-2022 (Artristain Gorosabel/Spanje) in dit arrest was er sprake van een ‘detentie
incommunicado’ (er was geen contact met de advocaat mogelijk). Deze bijstand was wel toegewezen,
maar deze advocaat was niet aanwezig tijdens de verhoren. Dit leverde volgens het EHRM 2
problemen op:
1. Toegewezen advocaat is niet door de verdachte gekozen. Dit is alleen toegestaan als er sprake is
van ‘relevant and sufficient grounds’.
2. De verdachte had geen toegang tot zijn advocaat tijdens de detentie. Dit leverde een schending
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RECHTSGELEERDHEID123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.