‘Een sociale institte eaarin de samenleving haar leden voorziei van belangrijke kennis, zoals
elemeniaire feiien, vakmatge vaardigheden, en ctlitrele normen en eaarden.’
13.1.1 Onderwijs en economische ontwikkelingen
De reikwijdte van onderwijs is gekoppeld aan het niveau van economische ontwikkeling. In landen
met een laag of middelhoog inkomen geven gezinnen en gemeenschappen kennis en vaardigheden
door aan jonge mensen.
Formeelonderwijs is voornamelijk voorbehouden aan welgestelde die zich deze persoonlijke
verrijking kunnen veroorloven.
13.1.2 Onderwijs in India
De meeste mensen in India zijn afankelijk van de inkomsten van kinderen. Kinderarbeid is dan
weliswaar verboden maar toch werken er wel kinderen nog steeds in fabrieken. Doordat ze
werkweken maken van zo’n 60 uur is onderwijs haast onmogelijk.
Ongeveer 84% van de kinderen in India maakt de lagere school af. Wel in hele volle klassen van zo’n
60 kinderen per klas (bijna het dubbelen van Nederland)
De helf gaat maar door naar het voortgezet onderwijs en nog minder dan dat gaat door naar het
hoger onderwijs. 39% van de bevolking kan niet lezen of schrijven.
Door de patriarchale voorkeur voor jongens is ook een bepalende factor voor het onderwijs. Met hun
toekomstge vrouwen zullen zij bijdragen aan het inkomen van de familie. Meisjes kosten geld. De
ouders moeten haar een bruidsschat meegeven en na haar trouwen profteert de man zijn familie
van haar inkomsten. Daarom vinden veel Indiërs het minder zinnig om te investeren in de opleiding
van meisjes. Zij profteren liever van haar inkomen tot dat zij in het huwelijk treedt.
13.1.3 Onderwijs in Japan
Tijdens de industrialisering is de leerplicht ingesteld in Japan. Voor die tjd gingen slechts enkele
bevoorrechten naar school. In de lage klassen ligt de nadruk op het overbrengen van Japanse
tradites. Vanaf hun tenertjd vindt er een harde afvalrace plaats met moeilijk examens die beslissen
over het lot van de studenten. In Japan doen meer mannen en vrouwen eindexamen maar slechts de
helf die door het eindexamen heenkomen gaan naar het hoger onderwijs.
13.1.4 Onderwijs in de Verenigde Staten
De VS was een van de eerste landen die zich massaonderwijs als doel stelde.
In alle staten is al vroeg (1918) de leerplicht ingevoerd. Kinderen tot 16 jaar waren verplicht naar
school te gaan. Het onderwijsstelsel in de VS wordt bepaald door de hoge levensstandaard (de
meeste jonge mensen hoeven niet te werken) en de democratsche principes (het concept dat
iedereen recht heef op onderwijs).
,13.1.5 Onderwijs in Nederland
Klassikaal onderwijs werd in Nederland in de negentende eeuw ingevoerd. Hierdoor werd het een
taak van de overheid, in de eeuwen ervoor konden weinig mensen lezen en schrijven en waren de
kerken en soms lokale overheden de verschafers voor onderwijs. Verder leerde men vooral door te
werken en daar leerde zij dan dat wat nodig was voor dat werk.
In de twintgste eeuw werd het noodzakelijker om goed geschoold te zijn. Er kwam een groeiende
vraag naar hoger opgeleiden. Voor allerlei beroepen werd een steeds hoger opleidingsniveau
gevraagd.
13.2nFunctesnvann honderwijs
De structureel-functonele analyse is vooral gericht op manieren waarop onderwijs het functoneren
en stabiliteit in de samenleving ondersteunt:
a) S hocialisate
Technologisch eenvoudige samenlevingen verwachten van families en gezinnen dat ze een
levenswijze overdragen aan de volgende generate. Wanneer samenlevingen technologisch
complexer worden, wordt het de taak van hiervoor opgeleide docenten.
b) Culturelenvernieuwini
De staf van hogescholen en universiteiten creëert cultuur en geef deze ook door aan
studenten. Vooral in centra van hoger onderwijs doen wetenschappers onderzoek dat leidt
tot ontdekkingen en veranderingen van levenswijze. Ook het ontwikkelen van een
wetenschappelijke houding wordt doorgegeven.
c) S hocialeninteirate
Scholen zorgen ervoor dat een samenleving dezelfde normen en waarden aanleert. Dat is
een van de redenen waarom staten een eeuw geleden- toen de immigrate sterk was- de
leerplicht invoerden. Gezien de etnische diversiteit van veel steden blijf onderwijs deze rol
ook vervullen.
d) S hocialenm hobiliteit
Scholen kijken naar het aanwezige talent en stemmen het onderwijs af op de vaardigheden.
Onderwijs versterkt de meritocrate door talent en hard werk te belonen in plaats van de
sociale achtergrond. Onderwijs biedt een weg omhoog, sociale mobiliteit.
e) Latentenfunctes
Onderwijs heef ook enkele functes die niet zo sterk als zodanig worden erkend. Middelbare
scholen, hogescholen en universiteiten brengen ook mensen van huwbare leefijd bij elkaar.
Netwerken die je op school opbouwt, kunnen later waardevol zijn voor je carrière.
Een kritsche kantekening:
In de structureel-functonele analyse ligt de nadruk op de wijze waarop formeel onderwijs het
functoneren van de moderne samenleving ondersteunt. In de benadering is geen aandacht voor
variate in het gedrag van docenten en studenten dat per situate kan verschillen. (Wel in het
symbolisch interactonisme) ovendien zegt de analyse weinig over veel problemen van het
onderwijsstelsel. (Wel in de confictsociologie)
, 13.3nOnderwijsnenns hocialeninteracte
Het basisidee van het symbolisch intereactonisme is dat mensen de werkelijkheid creëren die ze
in hun dagelijkse interacte ervaren. Vanuit dat perspectef leggen we uit hoe stereotypen
kunnen bepalen wat er in de klas gebeurt.
13.3.1 Selfulflling prophecy
Als je verwacht dat een ander zich op een bepaalde manier gedraagt, werk je dat gedrag vaak in
de hand. Er is dan sprake van selfulflling prophecy.
Wanneer een leerkracht uitspraken doet zoals kinderen met bruine ogen zijn slimmer, dan zullen
die kinderen ook beter gaan presteren. Etc.
Kritsche kantekening:
Het symbolisch interactonisme laat zien hoe we allemaal een werkelijkheid opbouwen in onze
dagelijkse interacte met anderen. Wanneer docenten enkele leerlingen begaafd noemen,
kunnen we verwachten dat zij zich anders zullen gaan gedragen. Als leerlingen en docenten
menen dat het ene ras meerwaardig is dan het andere, kan het gedrag dat daaruit voortvloeit
gemakkelijk een selfulflling prophecy worden. Een beperking van dit sociologische perspectef is
dat mensen deze overtuigingen meer en minder waarheid niet zomaar verzinnen; ze ziten
ingebakken in het systeem van sociale ongelijkheid.
13.4 Onderwijs en sociale ongelijkheid.
De confictsociologie zet kantekeningen bij de structureel-functonele notte dat in het
onderwijs ieders talenten en vaardigheden worden ontwikkeld. In deze aanpak ligt de nadruk op
drie aspecten van het onderwijs die de sociale ongelijkheid veroorzaken en in stand houden.
S hocialendisciplinen
Volgens Samuel owles en Herbert Gints (1876) beruste de roep om openbaar
onderwijs eind negentende eeuw op de behoefe van de kapitalisten aan gehoorzaam,
gedisciplineerd personeel. Op school leerden arbeiders niet alleen lezen en schrijven,
maar ook dat het belangrijk was om orders op te volgen.
Gestandaardiseerdent hoetsen
Volgens critci zijn de toetsen die op scholen worden gebruikt een afspiegeling van de
dominante cultuur van onze samenleving, waardoor leerlingen uit minderheidsgroepen
in het nadeel zijn. Doordat leerlingen die deel uitmaken van de meerderheid als
intelligenter uit de bus komen in deze gestandaardiseerde toetsen wordt een privilege
omgezet in een persoonlijke verdienste.
Gr hoeperininv holiensnbekwaamgeid/aanlei
Ondanks de controverse over de gestandaardiseerde toetsen, zoals de Cito-toets,
worden ze in de meeste scholen in Nederland gebruikt voor de indeling van leerlingen in
verschillende soorten onderwijsprogramma’s. Met deze indeling kunnen docenten
zogenaamd goed inspelen op de individuele vaardigheden en interesses van de
studenten. Maar volgens onderwijscritcus Jonathan Kozol (1992) is deze groepering naar
begaafdheid een van de fagrante vormen van ongelijke behandeling van ons
schoolstelsel. De meeste studenten van geprivilegieerde achtergrond komen in een
hogere groep, waar ze het beste krijgen dat de school te bieden heef. eerlingen van
een achtergestelde achtergrond komen in een lagere groep, waar docenten zich meer
richten op stampwerk en weinig aandacht hebben voor creatviteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialworkleiden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.