Hoofdstuk 2.1
Een aantal voorstaande oranjegezinde Nederlanders vonden dat er actie moest
worden ondernomen na de mislukking van de Russische veldtocht van Napoleon in
1812 om een buitenlandse bezetting te voorkomen.
Russische en Pruisische troepen drongen in November 1813 ons land binnen, en een
oranjegezind comité liet o.l.v. Gijsbert Karel van Hogendorp een proclamatie
verspreiden met als titel ‘oranje boven’ in Den Haag werd de proclamatie enthousiast
ontvangen.
Het comité stuurde 2 afgevaardigden naar Engeland om de prins van Oranje te
verzoeken de ‘soevereine macht’ op zich te nemen.
Op 30 november 1813 landde prins Willem van Oranje (zoon van stadhouder Willem V)
op het strand van Scheveningen en hij aanvaardde soevereiniteit.
Willem benoemde een commissie voor het opstellen van een nieuwe grondwet. Hij
wilde een centraal bestuur, zodat hij meer macht zou hebben. De gewesten kregen
hun zelfstandigheid niet terug en Nederland bleef een eenheidsstaat.
Ook de belastingwet en de onderwijswet werden gehandhaafd. Sommige beweren
zelfs dat ze prins patriots was geworden.
Op 2 maart 1814 was het ontwerp van de grondwet klaar.
Op 29 maart 1814 werd het ontwerp aangenomen door de Grote Vergadering van
Notabelen. De vergadering moest zich op 29 maart in de Nieuwe Kerk te Amsterdam
uitspreken over deze grondwet.
Op 30 maart 1814 werd Willem door de Grote Vergadering Van Notabelen ingehuldigd
als soeverein vorst in de Nieuwe Kerk in Amsterdam.
Willem I legde de eed op de grondwet af en Nederland was een constitutionele
monarchie.
● Constitutionele monarchie koninkrijk met een grondwet
● Monarchie wil zeggen dat het ambt van staatshoofd door 1 persoon wordt
bekleed.
● Constitutioneel wil zeggen dat de positie van de koning(in) in de grondwet is
vastgelegd en dat hij/zij zich aan de grondwet moet houden.
De nieuwe vorst(in) wordt in Amsterdam beëdigd en ingehuldigd. In de Nieuwe Kerk
vindt een Verenigde Vergadering plaats van de Staten-Generaal waarin de koning(in)
de eed aflegd op de grondwet. Daarom is Amsterdam de hoofdstad van Nederland en
niet Den Haag de stad waar de regering zich zetelt.
, Hoofdstuk 2.2
In 1815 werd Napoleon definitief verslagen bij de Waterloo.
In Wenen hielden de grote mogendheden een congres over de toekomst van Europa.
Daar werden de nieuwe grenzen van de Europese landen getrokken.
● Nederland en België werden tot 1 staat samengevoegd
- Een mede gevolg van de Britse diplomatie
- De Britten meenden dat het verstandig zou zijn om een sterke staat ten
noorden van Frankrijk te creëren, om een herhaling van de Napoleontische
oorlogen te voorkomen.
- Nederland en België werden een eenheidsstaat, met vrijheid van
godsdienst en een scheiding tussen kerk en staat.
Nederland en België werden samengevoegd. Willem I wilde dat ook graag, want hij
wilde een grotere rol spelen in Europa. Willem I werd koning van het Koninkrijk der
Nederlanden.
In 1815 kwam er een nieuwe grondwet en die leek heel erg op de grondwet van 1814
en wat opvallend was, was de grote macht van de koning.
Voortaan heet het parlement de Staten-Generaal, deze bestaat uit de Eerste en
Tweede Kamer.
● Eerste kamer: leden van adel, benoemd door koning
● Tweede kamer: leden gekozen door Provinciale Staten
De leden van de Tweede Kamer werden gekozen via een ingewikkeld kiessysteem. De
rijkste mannen kozen in elke provincie de Provinciale Staten, de provinciebestuurders.
Deze kozen op hun beurt weer de leden van de Tweede Kamer.
Dit parlement had weinig macht. De Tweede Kamer had wel recht van initiatief, dat
wil zeggen dat ze wet voorstellingen mochten doen. De koning kon deze wet
voorstellingen naast zich leggen.
De koning regeerde autoritair (hij bepaalde bijna alles zelf)
● Regeerde met Koninklijke besluiten
● Raad van State adviseerde koning
● Koning was de voorzitter van de Raad van State en benoemde de leden
● Een koninklijk besluit was bindend → geen goedkeuring nodig van de Eerste en
Tweede kamer
● Koning kon de kamers ontbinden, als ze hem tegenwerkten, en nieuwe
verkiezingen uitschrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noapavljasevic. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.