Aanvankelijk en technisch lezen
- Voordrachtsaspecten:
● uitspraak en articulatie: correct uitspreken
● klemtoon: woord en zinsaccent
● zinsmelodie: verloop van toonhoogte in de zin
● natuurlijkheid en emotionaliteit: je moet bepaalde gevoelens laten
doorklinken in het voorlezen. Dus het moet op een echt gesprek lijken.
● tempo: vloeiend lezen, goede leessnelheid, afwisselen van snelle en
langzame passages. Dit wordt getest met avi.
● volume: geluidssterkte
● het lezen van woordgroepen/frasering: er worden pauzes ingelast, meestal
bij woordgroepen. Dit wordt ook wel gedaan door streepjes te zettten.
- Spellinguitspraak: je laat de uitspraak te veel leiden door spelling (denk aan
voorbeeld pannenkoek).
- Directe rede: dialogen
- Indirecte rede: beschrijvingen
- Gevorderde geletterdheid: vanaf groep 3: stellen, spellen, taalbeschouwing en
woordenschat.
- Technisch lezen: nauwkeurig lezen, vloeiend lezen en juiste intonatie.
- Doelstellingen kunnen het best geformuleerd worden in voordrachtsaspecten en
leesstrategieën
- Aanpakgedrag: leg uit hoe kinderen te werk moeten gaan bij het uitspreken van
lastige woorden. Bij wijs kinderen op een stomme ‘u’ in wandelen etc.
- Voor-koor-door /zelf: leerling luister actief naar leerkracht die voorleest, samen hard
voorlezen en dan alleen.
- Criteria technisch lezen:
● Woordlengte (aantal lettergrepen per 100 woorden).
● Zinslengte (gemiddeld aantal woorden per gezin).
● Bekendheid van de woorden in de tekst.
● Diversiteit in woordgebruik
● Ingewikkeldheid van zinnen.
- Instructies bij voortgezet technisch lezen:
1. Besteed aandacht aan het lezen van woorden, zinnen en teksten: als je
alleen maar hele teksten leest, valt het niet op als een kind een woord niet
kent (deze vult het aan met de ander informatie uit de tekst), zo worden geen
nieuwe woorden ingeprent).
2. Laat teksten goed voorbereiden: kinderen moeten eerst de tekst in stilte
doorlezen om: inhoud eigen te maken, tekst decoderen, inleven in personen
en emoties, intonatie en signaalwoorden. Belangrijk om hierbij goede
instructie te geven : let op hoe ze zich voelen.
3. Geef ondersteuning van het lezen: zwakke lezers ondersteunen.
4. Besteed aandacht aan het begrijpend lezen:
5. Geef instructie voor, tijdens en na het lezen:
6. Werk aan leesmotivatie en plezier
7. Zorg voor functionele oefensituaties:
- Instructieprincipes:
1
, ● De leerkracht als model: je kunt een positief en negatief voorbeeld geven bij
het voordragen van teksten. Hierbij uitleggen dat je bijvoorbeeld versneld als
iets spannend wordt of juist niet.
● Hardop denken: tijdens het lezen aangegeven welke keuzes je maakt bij het
voorlezen.
● 3 gerichte aanwijzingen: aanwijzingen voor leesstrategieën of voordracht
strategieën.
● Gebruik van markeringen en tekens in de tekst: geen verbale
aanwijzingen maar visuele.
● Uitspelen van teksten: stillezen van de tekst, uitspelen van de tekst,
bespreking van de expressie en dan voorlezen met expressie.
● Herhaald lezen:
- Foneem-grafeem koppeling: het lezen en schrijven van letters.
- IGID model: start van de les, interactieve groepsinstructie, begeleide inoefening,
- Groepsvormen:
● Individueel lezen: ook wel stillezen. Vrij lezen is als leerlingen op hun eigen
tempo een boek naar keuze mogen lezen.
● Duo lezen: lezen in tweetallen en feedback geven. Voorbeeld hiervan is tutor
lezen: waarbij iemand uit een hogere groep helpt met lezen.
● Groepslezen: lezen in groepjes. Dit kan in homogene groepjes: met
hetzelfde leesniveau. Niveaulezen: met ouders of kinderen uit hogere
groepen. Heterogene groepjes: met verschillende leesniveaus.
Forumlezen: een groepje leest voor aan de klas. Theaterlezen: hierbij wordt
gebruik gemaakt van expressie.
● Klassikaal lezen: kinderen lezen hetzelfde boek
- Oefeningen lezen van woorden:
● Reeksen van woorden: op basis van letterclusters (klip, klei, kop) of
morfemen (droom droomde droomden).
● Typografische bijzonderheden: dik drukken, of schuin drukken.
● Verdelen in lettergrepen.
● Wisselrijtjes: leeuw, geeuw en meeuw
● Woordparen: bomen en bommen, of bank en bank.
- Oefeningen voor lezen van teksten:
● Gatenteksten: teksten met gaten op de plek van woorden.
● Onderkant van regel weglaten: onderkant van de regels weglaten.
● Teksten waarin letters zijn vervangen door tekens
● Teksten met afwijkende lettertypes
● Teksten zonder interpunctie.
● Dialoog teksten
● Gedichten
- Functie computer leesonderwijs: training, instructie, toetsing, registratie en
remediëring.
- Frustratieniveau: tekst is te moeilijk.
- Instructieniveau: het niveau van de tekst is goed, met begeleiding en instructie kan
de leerling verder komen met technisch lezen.
- Kwantitatieve analyse: alleen kijken naar het aantal woorden dat het kind goed
gelezen heeft.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leila2228. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.