Gezinspedagogiek
Pedagogische Wetenschappen
Universiteit Leiden
Leerjaar 2
Bevat de college aantekeningen en de volgende hoofdstukken van Opgroeien in het
hedendaagse gezin (tweede geheel herziene druk): H2 en H3, H8,9,11, H10, H6, H4
ISBN 9789401469548
College 1 - Het gezin in evolutionair perspectief
Wie of wat bepaalt hoe een kind zich ontwikkelt?
- Gedeelde omgeving
- Unieke omgeving
- Genen
Gedragsgenetica
- Probeert de grootte van de invloeden van genen (nature) en omgeving (nurture) op
het fenotype te schatten
Fenotype wordt gevormd door
Gedeelde omgeving (C = common environment)
Unieke omgeving (E = error)
Genen (G = genes)
Genen en omgeving kunnen elkaar versterken
- Assortative mating (soort zoekt soort)
Correlatie tussen genen en omgeving
- Kind kiest omgeving die bij hem past
- Omgeving kan uitkomst gen versterken
- Genetische bagage kind roept reacties omgeving op
- Sociale interactie met genetisch verwante personen
Interactie tussen genen en omgeving: G x O
- Genetische ontvankelijkheid bepaalt invloed van omgevingsinvloeden
- Differentiële ontvankelijkheid
Waarom leven wij in gezinsvorm?
Leren van verre familie
Verschil mens - aap?
- Taal
- Gedeelde intenties en doelen
,Grootste verschil: mensen zijn the worlds experts at mind reading
“People participate with others in collaborative activities with shared goals and intentions”
(Tomasello)
“People prefer to spend money on other people”
Apen
- Begrip van doelen en intenties van anderen
- Begrijpen wat anderen zien en horen
- Geen begrip van false-beliefs (kunnen niet voorspellen wat iemand gaat doen die
verkeerd geïnformeerd is)
Mensen: sociale intelligentie
• Machiavellian intelligence hypothesis: gebruik maken van inside information (weten wat
een ander weet)
• Machiavellian intelligence zichtbaar in gedrag:
- Iemand de schuld geven of vergeven
- Liegen of waarheid vertellen
- Bondjes sluiten
- Beloftes maken of breken
- Regels maken of overtreden
- Iemand misleiden
Waarom zijn mensen hier zo goed in?
Een aap hoeft haar kind niet neerleggen - mensen vaak wel
Bowlby-Ainsworth: kind vertoont gehechtheidsgedrag om te overleven
- Huilen
- Nabijheid zoeken
- Vastklampen
Environment of evolutionary adaptedness
De EEA van een bepaalde soort is het geheel van de omgevingsfactoren waarin de
voorouders van die soort leefden en waaraan ze, na een lang proces van adaptaties en
natuurlijke selectie, aangepast waren.
• Gehechtheidsgedrag heeft overlevingswaarde
• Bowlby: nabijheid moeder (monotropie!) essentieel voor overleven
• Maar: zorg door alloparents (andere mensen die helpen met opvoeding) kan ook
Infant survival: gehechtheid
- Bowlby: infant survival depends on baby’s relationship with his mother
- Hrdy: Infant survival depends on baby’s relationship with mother + others
Stereotype van de altijd beschikbare moeder niet realistisch
Lorenz ‘kindchenschema’
Kinderen zijn door evolutie schattig (groot hoofd, grote ogen)
,Evolutietheorie: extra skills ontwikkeld
- Kinderen afhankelijk van meerdere verzorgers
- Natuurlijke selectie ‘intentie-lezers’ → inschatten welke volwassene kan
zorgen voor baby
- baby’s klaar voor interactie
Face-to-face staren en imitatie
- focus op gezichten
- Tong uitsteken
Contact zoeken - still face
- Beter in aandacht trekken? Beter in overleven (alloparenting)
- Emotional neglect: Spitz (baby’s in kindertehuizen)
Baby’s brabbelen, volwassenen spreken ‘motherese’ → parentese
- Niet alleen moeders
- • !Kung: andere caregivers meer motherese
Kortom…
• baby’s en verzorgers houden van nature contact in stand
• ontstaan om te overleven
Opvoeding en steun binnen en buiten het gezin
Kerngezin als uitgangspunt
De hunting hypothesis en het sex contract
We zijn er altijd vanuit gegaan dat de mannen voor het eten zorgden en de vrouwen thuis
bleven.
Hrdy: hunting hypothesis kan niet kloppen
- Mensen eten paar keer per dag
- 2x per maand groot beest niet genoeg
- Dus: vrouwen verzamelen ook voedsel
Moeder alleen onmogelijk - alloparents nodig
Jagers verzamelaars
- Kung: 25% van de tijd vastgehouden door anderen
- Aka en Efe moeders delen ook zorg met anderen (ook voor voeding)
- Schept emotionele band = verzekering
Terminologie
Cooperative breeding = “A breeding system in which group members, other than the genetic
parents, help one or both parents rear their offspring.”
Alloparenting = Individuen ander dan de daadwerkelijke ouders vervullen een ouderlijke rol
Cooperative breeding bij mensen
- Kinderen lang afhankelijk
- grote belasting - hulp nodig
- Voordelen cooperative breeding
, - voor dyade
- voor hele groep
- Oudere broer of zus kan ook alloparent zijn
Inclusive fitness
- Hamilton’s rule
- Alles wat iemand doet om zijn genen door te geven, je stopt de meeste energie in de
kinderen die het dichtst bij je staan
- “The cost of helping should be less than benefits to offspring calibrated in line with
the alloparent’s degree of relatedness to his or her charge.”
•rxB>C
• (relatedness, Benefits, Costs)
- Dus raar als je veel energie steekt in kinderen die ver weg van je staan
Kerngezin
- Jagers-verzamelaars- gezin alleen niet voldoende voedsel
- Vaders contributie niet gegarandeerd
Steun van vader is dus geen garantie
- Wereldwijd 10-25% huishoudens zonder vader
- Nederland: 18% van kinderen woont bij alleenstaande moeder
- In sommige landen zelfs 40%
- Vader wel aanwezig? → contributie niet gegarandeerd, varieert
Vaders: niet het label maar de actieve rol
- Vroeger belangrijk als beschermers
- Hoe het kind zich ontwikkelt hangt af van beschikbare alloparents
- Antropologen: 15 traditionele samenlevingen - bij 8 daarvan was er geen effect van
wel of niet vader, als er maar andere verzorgers waren
- Mosoa in China
Mogelijke oplossing: polyandrie
- Vrouw met meerdere mannen, vaderschap onduidelijk dus helpen allemaal mee
Partible paternity
- Gedeeld vaderschap
- Zwangerschap als cumulatief resultaat van gemeenschap met meerdere mannen
• Meer dan één man draagt bij aan vorming foetus
- Soms polyandrie, soms niet
Kerngezin als ideaal voorbeeld
- Onderzoek naar single parents vs. kerngezin
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvandermolen1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.36. You're not tied to anything after your purchase.