Theoretische kwesties
Hoofdstuk 1 – Introductie
Theorieën over menselijk en dierlijk bewegen gaan uit van assumpties.
1.1 De motor-actie controverse
Hoe komen gecoördineerde bewegingen tot stand?
Twee dominante zienswijzen:
1. Motortheorie: meest dominant tegenwoordig
Lichaam is stom en passief instrument.
Sommige bewegingen (reflexen) kunnen verklaard worden in termen van mechanica
Brein stuurt lichaam aan en zorgt voor slim en adaptief gedrag
Functionele bewegingen zijn resultaat van motorprogramma’s in het brein
> vooral focus op functioneren van brein om gedrag te verklaren
- Sense-model-plan-action: input van sensoren > mensen construeren een
representatie van de wereld maken en die vervolgens waarnemen > representatie
gebruiken om actieplan te maken > plan wordt vertaald in motorprogramma > lichaam
aansturen
o Ook wel hamburgermodel (Gallese): suffe broodjes zijn input en output,
sappige burger is cognitie
Onderzoek kikkers (19e eeuw, Pflüger): onthoofde kikkers konden zuur van rug
verwijderen met verschillende ledematen > brein geen noodzakelijke voorwaarde
voor functioneel en slim gedrag
2. Actietheorie (Gibson): bewegingen worden gestuurd door aanwezige informatie in de
omgeving
Wereld zelf waarnemen, geen representatie maken
Intieme relatie tussen waarnemen en bewegen
- Optic flow en voortbewegen: door omgeving bewegen > optisch stroomveld
ontstaan met informatie over je beweging > die informatie gebruiken om beweging te
sturen
Gecoördineerde bewegingspatronen ontstaan door wederzijdse beïnvloeding van
verschillende systemen, waar geen een systeem de baas is
Interactie tussen subsystemen zorgt voor gedrag
Hoofdstuk 2 – De mechanisering van de natuur
2.1 – Aristoteles
Plato’s gedachtegoed:
Parminedes: Er kan geen verandering bestaan: slechts Zijn en Niet-Zijn
o Verandering wel waarnemen, maar perceptie doordrenkt met illusies
Zeno: Achilles kan een schildpad met 50m voorsprong nooit inhalen, want als Achilles
50m heeft afgelegd, heeft de schildpad ook al weer een paar meter afgelegd
>> Plato:
Er bestaat geen verandering
Onze waarneming is bedrieglijk > onderscheid maken tussen realiteit en verschijning
, Realiteit bestaat uit ideeën die zintuigelijk niet waarneembaar zijn, maar zich
uitsluitend laten denken
- De ideecirkel: geen cirkel is echt 100% rond, alleen de cirkel die zich laat denken >
waarneembare cirkels in buitenwereld zijn onvolmaakte afspiegelingen van ideecirkel
Filosofie Aristoteles:
Veranderingen in natuur zijn geen illusie, maar bestaan echt
Verandering is het overgaan van ene vorm naar andere vorm
Potentieel Zijn en Actueel zijn (zaadje in potentie een plant, na ontkiemen actueel
een plant zijn)
1. ontstaan en vergaan van objecten (appel groeit en rot)
2. veranderen van hoedanigheid (rups wordt vlinder)
3. veranderen in hoeveelheid (vermeerderen van zaad)
4. veranderen van plaats (appel valt van boom op grond)
- Leer van 4 oorzaken:
1. Materiële oorzaak: materie van wat iets is gemaakt (beeld van marmer, tafel
van hout)
2. Formele oorzaak: essentie van iets, wat het maakt tot wat het is (octaaf:
verhouding tussen noten)
3. Werkoorzaak: mechanische oorzaak, de oorsprong van verandering (glas
breekt door vallende hamer is de werkoorzaak van een stoel die de timmerman
heeft gemaakt)
4. Doeloorzaak: natuur kent een intrinsieke doelgerichtheid, niets gebeurt zomaar
(schreeuwen > doeloorzaak: inbrekers laten schrikken)
Ook een doeloorzaak in de levenloze natuur: 4 aardse elementen
(water, aarde, lucht en vuur) hebben een natuurlijke plaats > iets uit
zijn natuurlijke plaats halen > het terug willen (steen optillen > weer
terug naar de aarde vallen)
Zonder intrinsieke doelgerichtheid kunnen regelmatigheden in de
natuur niet begrepen worden
Intrinsieke doelgerichtheid centraal in filosofie Aristoteles
Teleologie: zoektocht naar doeleinden achter iets.
2.2 – De mechanisering van het wereldbeeld
In de 16e en 17e eeuw nieuw denkbeeld ontstaan: mechanisering van het wereldbeeld
Ptolemaeus:
1. Aarde is het middelpunt van het heelal en staat stil
2. Planeten draaien om de aarde heen in cirkels
3. Planeten draaien met constante snelheid
Copernicus: heliocentrisch wereldbeeld
De aarde is niet het middelpunt van het heelal: de aarde draait om de zon en om
zichzelf
Planeten leggen cirkelbaan af
> problemen met deze theorie:
, Niet voelen dat de aarde draait
Probleem met loodrecht vallen: steen van toren afvallen en wereld zou draaien >
steen zou niet aan voet van toren op de grond komen, maar een stuk verderop
Planeetbaan niet helemaal juist beschreven
Kepler:
Door waarneming bepalen: planeten bewegen in ellipsvormige baan
Kepler zette stappen naar nieuwe manier van natuurwetenschappelijk onderzoek
(voorspellen en waarnemen)
Galilei: de grondlegger van mechanisering van het wereldbeeld
Geloven in de kracht van experimenteren: vergaren van kennis en denken met
handen
Copernicaans wereldbeeld
Newtons 1e wet: objecten hebben een eenparige rechtlijnige beweging tenzij er een
kracht op werkt (traagheidsprincipe)
‘Bewegen veronderstelt geen kracht dus bewegen hoeft niet verklaard te worden’
> steen draait even snel als aarde met toren > steen valt aan voet van toren
Valsnelheid van objecten is onafhankelijk van hun massa
> (appel valt sneller dan veer, maar dat komt door wrijving)
Newton: bewegingen verklaren in termen van mechanica
Differentiaal en integraal rekenen
Alchemie: materie is actief ipv passief
3 wetten:
1. objecten hebben een eenparige rechtlijnige beweging tenzij er een kracht op werkt
2. kracht verandert de snelheid (verklaren van eenparig versnelde beweging of een
cirkelbaan doorlopen)
3. actie zorgt voor reactie
Alle materie trekt elkaar aan
De wederzijdse kracht die objecten op elkaar uitoefenen is afhankelijk van de massa
en onderlinge afstand
2.3 Drie bewegingswetenschappelijke problemen (met mechanisering van
wereldbeeld)
Problemen met mechanisering van wereldbeeld
1. Controleprobleem
2. Waarnemingsprobleem
3. Zijn mensen en dieren ook voorspelbaar en dus te verklaren aan de hand van
machines?
Controleprobleem: hoe kan een mens slim en functioneel gedrag uitvoeren als het geen
intrinsieke doelgerichtheid kent, maar passief is en wordt onderworpen aan de wetten van de
mechanica?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliekewittekoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.22. You're not tied to anything after your purchase.