100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ssq week 9 deel 1 $4.79   Add to cart

Case

ssq week 9 deel 1

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Goedgekeurd door docenten, raadzaam om goed te leren voor tentamen.

Preview 2 out of 6  pages

  • February 20, 2024
  • 6
  • 2022/2023
  • Case
  • Eric maris
  • 7-8
avatar-seller
NeuroCognitie
Hoofdstuk 15

1. Hieronder staan een aantal stellingen over de neurale eenheid van denken. Leg uit voor elke
stelling die onjuist is, waarom.
a. Cognitie is de verzamelterm voor de functies die ons in staat stellen tot intelligent gedrag,
zoals waarneming, motoriek, denken, taal, geheugen, bewustzijn en zelfbewustzijn.
b. Perceptie, geheugen, taal, emoties en bewustzijn worden in de hersenen geconstrueerd door
een netwerk van functioneel verbonden neuronen, ook wel cel-assemblages genoemd.
c. De responsegevoeligheid van individuele neuronen in gebied V5 voor visuele beweging komt
overeen met de perceptuele gevoeligheid op gedragsniveau.
d. Een neuron in de cortex verzamelt informatie van duizenden andere neuronen.


Antwoorden:

a. Juist
b. Juist
c. Juist
d. Juist



2. Welke van de volgende stellingen over de associatiecortex zijn onjuist. Leg uit voor elke stelling
die onjuist is, waarom.
a. De associatiecortex verwijst naar alle cortex die niet primair sensorisch is.
b. Een belangrijk verschil tussen de associatiecortex en de primaire cortex is de connectiviteit.
c. Associatiegebieden zorgen voor multisensorische integratie, verschuiven de aandacht,
plannen vooruit, slaan kennis op en zijn betrokken bij andere complexe cognitieve processen.
d. Het bindingsprobleem staat centraal in multisensorische integratie en synesthesie.
e. Het noemen van de relatieve locaties van bekende plaatsen in je buurt is een voorbeeld van
een egocentrische representatie.
f. Je voorstellen wat je zou zien als je aan één kant van de straat staat waar je woont is een
voorbeeld van een allocentrische representatie.
g. Gebieden langs het dorsale pad coderen locaties als egocentrische representaties; gebieden
langs het ventrale pad construeren allocentrische representaties.
h. Mensen met letsel aan de frontaalkwab hebben moeite met het organiseren van hun gedrag.
i. De Wisconsin Card Sorting Test is een neuropsychologische test om cognitieve flexibiliteit te
onderzoeken.


Antwoorden:

a. Onjuist, de associatiecortex verwijst ook niet naar de motor cortical regions naast dat de

associatiecortex niet naar the primary sensory regions verwijst.

, b. Juist

c. Juist

d. Juist
e. Onjuist, egocentric disorientation is juist de onmogelijkheid om locaties of
plaatsen die betrekking op jezelf hebben te kunnen opnoemen.
f. Onjuist, dit is een egocentrische representatie, je ziet je eigen positie als startpunt
en bouwt daar ruimtelijk op door.
g. Juist
h. Juist
i. Juist



3. Welke van de volgende stellingen over social neuroneuroscience zijn onjuist. Leg uit voor elke
stelling die onjuist is, waarom.
a. Spiegelneuronen verwijzen naar cellen in de visuele cortex die actief worden wanneer men
een actie waarneemt maar ook als die actie zelf geinitieerd wordt.
b. Theory of mind verwijst naar het vermogen een beeld te vormen van mentale toestanden
van een ander.
c. Neuro-economie is een vakgebied dat hersenactiviteit bestudeert tijdens menselijke
besluitvorming en gaat daarbij uit van snelle, reflectieve neural systemen en langzame,
reflexieve neurale systemen.
d. Het cerebellum speelt niet alleen een rol bij de motoriek maar ook bij cognitieve functies,
zoals werkgeheugen of taal.


Antwoorden:

a. Juist

b. Juist

c. Onjuist, de goede combinatie volgens het boek is snel en reflexief, langzaam en reflectief.

d. Juist



4. Geef aan welke van de volgende uitspraken over aandacht onjuist zijn. Corrigeer de foutieve
beweringen.
a. Aandacht is de selectieve focus van het bewustzijn op gedachten of zintuiglijke prikkels.
b. Aandacht werkt als een filter: het filtert wat de hersenen binnenkomt.
c. Neuronen kunnen leren om selectief te reageren op prikkels in hun receptieve veld.
d. Selectieve aandacht onderscheidt zich in ruimtelijke aandacht en op kenmerken gebaseerde
aandacht.
e. Schade aan de pariëtale associatiegebieden, voornamelijk in de rechter hersenhelft, leidt tot
neglect.
f. Een neglectpatiënt is zich niet bewust van één kant van het lichaam of de wereld, het deel
ipsilateraal van het hersenletsel.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cs2008. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.79
  • (0)
  Add to cart