Leren & Geheugen – Hoofdstuk
14
1. Welke van de volgende beweringen over Pavloviaanse conditionering zijn onjuist? Leg bij elke
onjuiste bewering uit waarom deze onjuist is.
a. Bij oogknipperconditionering wordt luchtverplaatsing gebruikt als een geconditioneerde
stimulus.
b. Bij angstconditionering is de ongeconditioneerde reactie identiek aan de
geconditioneerde reactie.
c. Alle vormen van Pavloviaanse conditionering hebben hetzelfde neurale substraat.
Antwoord
a. Onjuist, luchtverplaatsing is juist een ongeconditioneerde stimulus.
b. Onjuist, bij de angstconditionering is de ongeconditioneerde reactie niet identiek
aan de geconditioneerde reactie. Bij angstconditionering is de geconditioneerde
respons niet gelijk aan de ongeconditioneerde respons.
c. Onjuist, onder klassieke conditionering vallen processen van het cerebellum en
onder angstconditionering liggen processen van de amygdala. Dus hebben niet
alle vormen van Pavloviaanse conditionering hetzelfde neurale substraat.
(amygdala en cerebellum verschillen).
2. De volgende uitspraken gaan over de verschillen tussen oogknipper en angstconditionering. Leg
bij elke onjuiste bewering uit waarom deze onjuist is.
a. Oogknipperconditionering hangt af van de amygdala en angstconditionering hangt af van
het cerebellum.
b. Bij oogknipperconditionering zijn de geconditioneerde en de ongeconditioneerde reactie
identiek, terwijl dit niet het geval is bij angstconditionering
c. Bij angstconditionering (en niet bij oogknipperconditionering) is er alleen een
geconditioneerde reactie op dezelfde stimulus als gebruikt tijdens conditionering
(bijvoorbeeld een auditieve cue), en niet op een andere stimulus (bijvoorbeeld een
visuele stimulus).
d. Angstconditionering kan alleen bij dieren worden waargenomen, terwijl
oogknipperconditionering ook bij mensen kan worden waargenomen.
Antwoord
a. Dit concept is precies andersom. Oogknipperconditionering hangt af van het
cerebellum, waar angstconditionering juist afhangt van de amygdala.
b. Juist
c. Juist
d. Onjuist, angstconditionering kan ook bij mensen worden waargenomen.
, 3. De volgende uitspraken gaan over operante conditionering. Leg bij elke onjuiste bewering uit
waarom deze onjuist is. Bij operante conditionering...
a. … vergroten of verkleinen de gevolgen van een bepaald gedrag (bijvoorbeeld het krijgen van
een beloning) de kans dat het gedrag zich opnieuw voordoet.
b. … zal een neutrale stimulus (bijv. een toon) een reactie uit lokken nadat deze herhaaldelijk
gekoppeld is aan een bepaalde gebeurtenis (bijv. het krijgen van voedsel).
c. … zal het herhaald uitvoeren van dezelfde taak resulteren in een verbeterde prestatie op
deze taak.
d. … verhoogt een beloning de motivatie van het dier om verschillende manieren uit te
proberen om een bepaald probleem op te lossen.
Antwoord
a. Juist
b. Onjuist, moet klassieke conditionering zijn.
c. Juist
d. Juist
4. Welke van de volgende beweringen over impliciet en expliciet geheugen is onjuist. Leg bij elke
onjuiste bewering uit waarom deze onjuist is.
a. Het bestaan van een impliciet geheugenspoor kan worden aangetoond door middel van
reactietijden.
b. Mensen met geheugenverlies kunnen geen nieuwe motorische taak leren en zijn zich
niet bewust van het feit dat ze deze motorische taak hebben geoefend.
c. Het is gemakkelijk aan te tonen dat dieren een expliciet geheugen hebben.
d. De manier waarop een gebeurtenis wordt onthouden, hangt af van de context waarin
het geheugenspoor voor deze gebeurtenis is gemaakt.
e. Een impliciet geheugenspoor is afhankelijk van top-down verwerking.
f. Het zich herinneren van een expliciet geheugenspoor is actief en feilbaar.
Antwoord
a. Juist
b. Onjuist, de prestatie kan wel toenemen door oefening; geheugenverlies heeft
geen effect op motorische vaardigheden die bij het impliciete geheugen horen.
c. Onjuist, doordat we niet met dieren kunnen communiceren op het gebied van
taal is het moeilijk om een herinnering te achterhalen.
d. Juist
e. Onjuist, het is juist afhankelijk van bottom-up verwerking.
f. Juist
5. Welke van de volgende beweringen over persoonlijke herinneringen is onjuist? Leg bij elke
onjuiste bewering uit waarom deze onjuist is.
a. Bij sommige patiënten is het episodisch geheugen aangetast, terwijl hun geheugen van
feiten, data en tijden onaangetast blijft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cs2008. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.