100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting farmaceutische toepassingen van de moleculaire biologie (16/20) $11.40   Add to cart

Summary

Samenvatting farmaceutische toepassingen van de moleculaire biologie (16/20)

  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van het vak 'farmaceutische toepassingen van de moleculaire biologie' gedoceerd door prof. Yann Sterckx. Het examen is openboek, maar deze samenvatting mag je meenemen naar het examen!

Preview 4 out of 56  pages

  • February 20, 2024
  • 56
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Nikita Cassimon 1e master geneesmiddelenontwikkeling s0184207


Farmaceutische toepassingen van de moleculaire
biologie
Chapter 2: Molecular Basis of Genetic Diseases


Mutatie = verandering in de nucleotide sequentie van een chromosoom

 Af en toe fouten in DNA  belangrijk voor evolutie ‘survival of the fittest’
 Mutatie kan zowel positief (gain-of-function) als negatief (loss-of-function) zijn
o Loss-of-function is meestal recessief in een diploïd organisme
o Gain-of-function is meestal dominant in een diploïd organisme

 MAAR een mutatie dat een voordeel biedt aan een organisme is zeldzaam



Centraal dogma van de moleculaire biologie:

 DNA replicatie fout  probleem
 Transcriptie fout  geen probleem
 Translatie fout  geen probleem

Indien eiwitten niet mooi opvouwen (chaperones) 
uitstekende hydrofobe oppervlakten  vorming aggregaten



Amyloidoses = aggregatieziekten waarbij amyloïde fibrillen aangetast zijn

Bv. Type 2 diabetes, Alzheimer, Parkinson, Huntington



Diploïd = cellen bevatten twee kopieën van elk chromosoom (2x22 autosomale chromosomen + 2
geslachtschromosomen =3*109 bp = 2m DNA per cel)



2003: eerste genoom  composiet uit verschillende anonieme donoren



Genome annotation = locatie van genen(groepen)sequenties aan functie koppelen



Exons en interons: meerderheid codeert niet voor informatie (maar 1,5% voor 20.000 eiwitten)



Alternative gene expression/RNA
splicing = de productie van meerder

, Nikita Cassimon 1e master geneesmiddelenontwikkeling s0184207


eiwitten uit een enkel gen door alternatieve combinaties van exons (cryptische splicing, exon
skipping, intron retentie,etc.)

Transposons = mobiele DNA segmenten die van de ene positie naar de andere kunnen springen en
zich kunnen repliceren

 ‘Moleculaire parasieten’
 Transposases = enzymen die het transpositie
proces beïnvloeden
 Retrotransposons = transposons opgepikt uit
retrovirussen (insereren genoom)
 LINEs = Long Interspersed Nuclear Elements
 SINEs = Short Interspersed Nulcear Elements



Simple-sequence repeats (SSRs) Short tandem repeats (STRs)
 10 bp lang  3 tot 6 bp lang
 Miljoen keer per cel  Dozijn keer op een specifieke locatie
 Vooral in centromeren en telomeren  Gebruikt bij forensische analyse  uniek
voor een groep mensen aan elkaar verwant


20% is DNA dat niet-coderend is en niet
80% van DNA wordt
overgeschreven wordt maar bevat regulatorische
overgeschreven in RNA
elementen  kunnen de expressie van proteïnen
en RNA beïnvloeden  mutaties  ziekten
Waar komt de menselijke variatie vandaan?

Single Nucleotide Polymorphisms (SNPs) = veranderingen op specifieke genomische locaties, kleine
wijzigingen in nucelotiden/baseparen

 Mensen gaan indelen in bevolkingsgroepen op basis van SNPs
 Om de 1000 basisparen is er tussen 2 personen een SNP (3*10 6 verschillen)



! Sommige SNP zijn zo dicht tegen elkaar dat die nauwelijks aangetast worden door recombinatie
(linkage decay) tijdens meiose  samen overgeërfd



Haplotype = groep van SNPs die altijd samen doorgegeven worden, meestal 1000 bp uit elkaar



Tag SNP = SNP die typerend is voor een bepaald haplotype merkers gaan geven aan bepaalde
bevolkingsgroepen

1. Positie van SNP lokaliseren
2. Set van SNPs die samen overgeërfd worden definiëren als haplotype
3. Specifiek aantal SNPs uitkiezen die specifiek zijn voor een bepaald haplotype

Voordeel: Minder gaan sequeneren door (door associatie via linkage disequilibrium)

,Nikita Cassimon 1e master geneesmiddelenontwikkeling s0184207


 Stabiele haplotypes: mitochondriaal genoom en op het Y chromosoom (ondergaan geen
recombinatie tijdens meiose)

Exome sequencing = gedeelte van genoom sequeneren dat codeert voor eiwitten (1%)



‘Big data’ gecollecteerd door systems biology in
biobanken:

 Genome
 Exome
 Transcriptome
 Proteome
 Metabolome



Gepersonaliseerde geneeskunde:



Pharmacogenomics = de toepassing van genetische informatie of methoden om farmacogenetische
problemen op te lossen



Pharmacogenetics= het onderdeel binnen de biochemische genetica dat zich bezighoud met de
impact van genetische variatie op medicatie respons en metabolisme te bestuderen

Bv.

 6-mercaptopurine: gemakkelijk te metaboliseren tenzij voor poor ‘metabolizers’  toxisch
 Glucose-6-fosfaat dehydrogenase deficiëntie: niet behandelen met primaquine (malaria) of
favabonen in dieet  anemiecrisis




Types of Insults to DNA:



Puntmutatie = mutatie die bestaat uit de verandering van één enkele base, één basepaar, technisch
gezien SNPs



Transities = puntmutaties waarbij een purine bp uitgewisseld wordt door een ander purine (A T
of CG)



Transversies = puntmutaties waarbij een purine-pyrimidine base paar uitgewisseld wordt voor een
pyrimidine-purine basepaar of omgekeerd (AT of AC of GT of GC)

! Transities komen vaker voor want bp hebben dezelfde grootte (gemakkelijker door de vingers zien)

, Nikita Cassimon 1e master geneesmiddelenontwikkeling s0184207




Voor coderende:

Silent mutations = nucleotide veranderd waardoor codon veranderd maar het gemuteerde codon
nog steeds codeert voor hetzelfde AZ


Missense mutations = nucleotide veranderd waardoor codon veranderd en codeert voor een ander
AZ

Nonsense mutations = nucleotide veranderd waardoor codon veranderd in een prematuur
stopcodon  Nonsense Mediated Decay



Tweestapsproces om puntmutaties te induceren:

1. Fout van DNA polymerase
2. Mismatch wordt niet hersteld door DNA polymerase of DNA repair mechanismen
Indels

Insertions = extra nucleotide(n) (indien dit in coderend
deel is potentiële leesraam verschuivingen)

Deletions = nucleotide(n) verwijderd (indien dit in
coderend deel is potentiële leesraam verschuivingen)

Oorzaak: afwijkende recombinatie of slippage (= DNA
polymerase gaat op template of nieuw
gesynthetiseerde strand ter plaatse slippen  lusjes
waardoor extra ingebouwd of niet mee gerepliceerd



Frameshift mutaties = leesraam verschuiving/verlies door insertie of deletie  gen codeert niet
meer voor functioneel eiwit + aanleiding tot premature stopcodons

 In frame: 3 nucleotiden of veelvoud  milder
 Out of frame: 1, 2 nucleotiden of veelvoud  ernstiger

Bv. polyQ (Glutamine) - en polyR (Arginine) diseases (hebben natuurlijk een repeat van een aantal
tripletten)



Triplet repeats (herhalingen van 3 bp)

 Normale individuen hebben een klein aantal repeats (20 tot 40)
 Repeats kunnen van generatie op generatie toenemen  PCR en
gelekeltroforese
o Niet-coderend: expressie van het gen stilleggen
o Coderend: negatieve nieuwe functie aan het eiwit toevoegen
 CAG-repeat: poly-glutamine

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikitacassimon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.40
  • (0)
  Add to cart