100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alles wat je moet weten van geschiedenis van de psychologie PB1012 (Pioneers of psychology) $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Alles wat je moet weten van geschiedenis van de psychologie PB1012 (Pioneers of psychology)

4 reviews
 212 views  21 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is meer dan een samenvatting. Naast een overzicht van alle onderwerpen die aan bod zijn gekomen, worden in het document ook de verbanden gelegd tussen de verschillende hoofdstukken. De samenvatting volgt dus niet de volgorde uit de leeromgeving of uit het boek. Het boek werkt per onderwerp en k...

[Show more]
Last document update: 9 months ago

Preview 4 out of 37  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 9, h11 en h14
  • February 20, 2024
  • February 20, 2024
  • 37
  • 2023/2024
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: hamzam • 2 weeks ago

review-writer-avatar

By: ozsin32 • 2 months ago

review-writer-avatar

By: reneprins • 8 months ago

Translated by Google

I got an 8 just on this summary! I took the practice exam a few days before with a very bad result. This recap came my way and saved me! Do yourself a favor and buy it!

review-writer-avatar

By: tanjastikkelbroeck82 • 3 months ago

avatar-seller
Samenvatting geschiedenis van de psychologie
Bestuderen geschiedenis van de psychologie
1. Een kans om uit de interne mechanisme van de discipline van psychologie zelf te stappen en te zien
hoe het vakgebied zich heeft ontwikkeld in relatie tot specifieke problemen.
2. Ideeën die we nu fout of oud vinden, zijn soms heel redelijk als ze in de originele context worden
geplaatst.
3. Helpt ons de reflexieve natuur van het vakgebied te waarderen (reflexiviteit is de menselijke
vaardigheid om ons bewust te zijn van en te reflecteren op onze eigen activiteiten).

Eerste geschiedschrijvers
 G. Stanley Hall, Eerste Amerikaanse tekst over geschiedenis psychologie: Founders of Modern
Psychology (1912)
 Edwin G. Boring, A History of Experimental Psychology (1929) à Hij wilde de status van psychologie
als een laboratorium gebaseerde experimentele wetenschap versterken. Daarnaast was hij
geïntrigeerd door de vraag: wie haalt de geschiedenisboeken en waarom?
 Robert I. Watson, A Brief History of Clinical Psychology (1953) à Gestart met community: de APA,
American Psychological Association. Hij heeft o.a. Edwin Boring uitgenodigd (onbekend of hij is
gekomen).

Historiografie – welke keuzes moet je maken?
 Internalisme versus Externalisme à ontwikkeling van grote ideeën en hun intellectuele context, of
óók naar de sociale en politieke context?
 Great Man approach versus Zeitgeist approach à Geschiedenis verteld via bijdragen van
belangrijke mensen die het werkveld hebben gevormd, vaak zonder de externe factoren te
benoemen, zoals netwerken, sociale, culturele en politieke systemen of rekening houden met de
tijdgeest?

, Presentisme versus historicisme à Kijk je naar het onderwerp vanuit het huidige tijdsbeeld waarbij je uitlegt hoe je met de kennis van nu weet welke
fout gemaakt is, of kijk je vanuit het tijdsbeeld van die tijd om zo te beschrijven wat de voorgangers wisten en vanuit welke kennis zij hebben gehandeld.
 Sophisticated presentism à Compromisbenadering, je kunt het nu nooit helemaal uitschakelen, en wilt beter begrijpen wat de vraagstukken nu zijn.
 In de jaren 1980 kwam Laurel Furumoto met een artikel waarin ze de opkomst van ‘a new history of psychology’ beschreef. Dit is ook wel een kritische
geschiedenis van psychologie. Franz Samelson beschreef de ‘origin myth process’, waarin geschiedenis heel selectief werd geschreven zodat het leek
alsof psychologie van de ene grote ontdekking naar de andere ging, zonder problemen, rommel of controversie.
 Hermann Ebbinghaus (1908) schreef: psychologie heeft een lang verleden, maar een korte geschiedenis (dat laatste gaat om de systematische en
experimentele psychologie).
 Continuïteit versus discontinuïteit debat à Een aantal psychologische concepten zijn al eeuwen lang bestudeerd, maar we verstaan er nu iets heel anders
onder dan lang geleden (bijvoorbeeld IQ).
 Wie neem je op in het boek? Tot voor kort werd de geschiedenis gedomineerd door witte mannen. Vrouwen mochten tot eind 19 e eeuw niet naar de
Europese universiteiten, dus bijdragen van vrouwen waren meestal indirect of ondersteunend, vooral via vrouwen uit de aristocratische klasse. Tot de
17e eeuw draaiden vrouwen mee in de informele wetenschappelijke kringen, maar zodra die geformaliseerd werden vielen ze erbuiten. Bijvoorbeeld de
Royal Society of Londen, gevestigd in 1662, liet pas vanaf 1945 vrouwen toe. Rond 1970 werd in tandem met de vrouwenbeweging een project gestart
om de bijdragen van vrouwen te herkennen en herintepreteren. In 1976 heeft de Afro Amerikaanse psycholoog Robert Val Gutherie de eerste
geschiedenis van zwarte psychologie in de VS geschreven. Daarin gaf hij aandacht aan de zwarte wetenschappers, maar ook aan de racistische praktijken
van witte psychologen.
 Indigenization: het proces waarbij lokale of nationale context de ontwikkeling van psychologie beïnvloedt, inclusief hoe ideeën van elders worden
geïmporteerd en veranderd in reactie op de lokale omstandigheden.
 In dit boek is gekozen voor 'personalistisch-contextuele' benadering waarbij ze aan de hand van het werk en vooral het leven van pioniers laten zien hoe
de centrale thema's van de psychologie zich hebben ontwikkeld. De auteurs gebruikten drie criteria voor hun keuze van pioniers. (1) iedere pionier is
door zijn of haar werk en gedachtegoed evident belangrijk geweest voor de ontwikkeling van de psychologie. (2) Er is genoeg biografische informatie
voorhanden over iedere pionier. (3) De pioniers vormen samen een goede afspiegeling van de geschiedenis, van de antieke tijd tot de psychologie van
nu. Naast het hanteren van deze drie criteria maakten de auteurs de keuze om meer aandacht te besteden aan de rol van vrouwen (en het denken over
vrouwen) in de geschiedenis van de psychologie.

Ontstaan aandacht voor menselijke geest
De eerste presocratische filosofen hadden hoofdzakelijk aandacht voor de natuur en de regelmatigheden daarin. Vanaf Heraclitus komt de nadruk meer te
liggen op abstracties en redeneringen die onze ervaring betreffen, bijvoorbeeld in de manier waarop Heraclitus en Zeno wijzen op de relativiteit van en
tegenstrijdigheden in ons begrip van de wereld. Pas vanaf Protagoras gaat het echt over psychologische ideeën. Hij benadrukt het belang van de menselijke
ervaring van de realiteit, in plaats van de realiteit zelf, en onderzoekt hoe gedrag te sturen is. Daarbovenop levert Hippocrates een echt psychologische

,theorie over het menselijk temperament. Zijn natuurwetenschappelijke verklaring hiervoor nemen we nu niet meer serieus, maar het is wel interessant dat
hij een poging ondernam om fysiologische regelmatigheden te koppelen aan psychologische regelmatigheden.

Het Griekse woord psyche betekende oorspronkelijk letterlijk 'adem' (in het Latijn: anima), maar kreeg in de loop van de tijd een steeds bredere,
metaforische betekenis, omdat het in verband stond met de aanwezigheid van 'leven'. Daarom is de meer recente vertaling naar 'ziel' meer op zijn plaats.
Tegenwoordig is die vertaling meestal verder beperkt tot 'geest', die het primaire object is van de psychologie, en de psychiatrie. De Grieken associeerden de
psyche vaak met het element 'lucht', vanwege de associatie met adem, maar ook wel met het element 'vuur', omdat levende wezens warm waren, en dode
dingen koud. Naarmate de tijd vorderde werd de psyche echter steeds meer beschouwd in termen van het functioneren van de mens in het dagelijks leven,
zoals we dat bijvoorbeeld bij Protagoras tegenkomen. Deze opvatting zou echter pas echt tot bloei komen in het werk van filosofen die na Socrates kwamen.

Overzicht psychologen en hun voorgangers
 Start Griekse filosofie in Ionia 600 v.C. Verschillende regeringsvormen, van koninkrijken tot oligarchieën in koloniën van zeilers, handelaren etc.
 Thales (624-546 v.C) Natuurwetenschappelijke observaties (astronomie, meteorologie). Water is het belangrijkste element in de kosmos. Latere
presocratische filosofen hebben dit voortgezet en de andere klassieke elementen: lucht, vuur en water toegevoegd.
 Pythagoras (570-495 v.C) Mathematische regelmatigheden in de natuur en in muziek (octaaf!), abc-formule. Pythagoreanen hielden een school, bezocht
door Socrates en Plato (Plato na sterven Socrates), en hechtten een religieus belang aan de wonderlijke samenhang tussen abstracte wiskunde en
concrete ervaringen in de fysieke wereld.
 Heraclitus (535-470 v. C) Relatie tussen stabiliteit en verandering (je kunt niet 2 x in dezelfde rivier stappen) en eenheid van tegengestelde zaken (een
weg omhoog = een weg omlaag).
 Atheense democratie gevestigd 500 v.C. Vanwege democratie waren sofisten belangrijk: zij leerden retoriek en debatteren, daarmee win je stemmen
(Gorgias: ik kan iedereen elke mening laten aannemen over elk onderwerp, zelfs als ik er weinig of niets vanaf weet).
 Zeno (490-430 v.C) Oneindigheid: een afstand kan ontelbare keren in tweeën opgedeeld worden (Achilles en de schildpad).
 Protagoras (490-320 v. C) Geen hypothetische of verheven vraagstukken maar menselijke ervaring en gedrag ‘de mens is de maat der dingen’. Controle
en manipulatie van gedrag. Dit idee van de mens als maat der dingen lag achter de aanpak van sofisten als Gorgias. Sofisten wilden mensen begrijpen,
vooral hoe ze kunnen worden gemanipuleerd en overtuigd om te handelen volgens de doelen van hen die weten wat ze moeten doen. Dit was precies
wat het tegenovergestelde van Socrates aantrok.
 Socrates (470-399 v.C) Innerlijke kennis van de waarheid ‘geboren’ laten worden door dialogen. Nativisme: kennis is aangeboren. Rationalisme:
benadrukken van de rede. Schreef niets op, omdat in zijn ogen geschreven tekst nooit de hele waarheid representeert. Plato beschrijft in de dialoog
Meno dat Socrates het heeft over de mythe dat de menselijke geest onsterfelijk is en steeds reïncarneert. Een leraar hoeft dan alleen de aanwezige
kennis opnieuw te ontsluiten. Zoekt naar informatie die waar en permanent is.

,  Hippocrates (460-370 v.C) Geneeskunde: ziekte is een natuurlijk verschijnsel. Theorie der lichaamssappen (humoral theory): balans tussen bloed
(sanguinisch, optimistisch, vrolijk), gele gal (cholerisch, rusteloos, opgefokt), zwarte gal (melancholisch) en slijm (flegmatisch, kalm of lethargisch) als
bron van temperament en stoornissen. Pleidooi voor een gematigde, evenwichtige levensstijl. Wordt als presocratisch gezien, al is hij een tijdgenoot.
Boek van medische teksten: Hippocratic Corpus. Bijzonder aan hem: hij zag ziektes als eerste als natuurlijk verschijnsel, ook bijvoorbeeld epilepsie (teveel
flegma in het brein).
 Xenophon (430-354 v.C) Een van de eerste grote historici.
 Democritus (460-370 v.C) Atomic theory: er is een grens aan de deelbaarheid van alle materiële objecten. Kleinste, ondeelbare deeltjes zijn atomen.
Atomen hebben verschillende vormen en de wereld bestaat uit ongelimiteerd aantal solide atomen die in een lege ruimte zweven. Ons gedrag en
ervaringen zijn dus niets anders dan bijproducten van de toevallige werking van ons materiële lichaam. Weinig geaccepteerd door Griekse filosofen,
vooral omdat hij stelde dat de bewegingen van atomen toevallig waren en dat fysieke fenomenen per ongeluk en mechanisch ontstonden. Dat ging in
tegen ‘nature of causality, de overtuiging dat elke veroorzaakt event een doel heeft. Plato heeft hem helemaal niet genoemd, maar wel gezegd dat deze
theorie verbrand zou moeten worden. Pas half jaar na zijn dood kreeg hij een bewonderaar, Epicurus. Bouwt voort op Leucippus. Staat bekend als de
lachende filosoof.
 Plato (424-347 v.C.) Gaat uit van nativisme en rationalisme. Belangrijkste theorie gaat over appearance of fenomenen (bewuste ervaring van iets) en de
achterliggende ideale vormen die de essentie vormen van alle bomen/paarden/stoelen. Dit heet idealisme (allegorie van de grot). Menselijke geest
heeft 3 basiscomponenten: lichamelijke bevrediging, moed en rede. Afhankelijk van de mate waarin je deze componenten hebt hoor je bij de gewone
massa, het leger of de regering. Leerling Socrates ipv van sofisten, Schrijft Socratische dialoog en sticht Academie, met een keur aan wetenschappen en
veel verschillende opvattingen werden getolereerd.
 Aristoteles (384-322 v.C) Empirisme: Echte kennis komt vooral van het verwerken van zintuigelijke ervaringen van de externe wereld. Hecht veel waarde
aan empirische wereld van zintuigen (mogelijk vanwege arts als vader?). Het verkrijgen van kennis bestond uit 2 stappen: voorzichtige en uitgebreide
observaties, gevolgd door systematisch classificeren in betekenisvolle hiërarchische groepen of categorieën. Dit is het begin van de biologie of
taxonomie. Na observeren moest je de informatie ook nog converteren naar een betekenisvol systeem of georganiseerde ideeën of abstracte concepten.
De geest was dus vooral de organisator in plaats van de ‘oorsprong’ van ideeën en kennis. Boek ‘on the psyche’, soms omschreven als het 1 e
systematische werk over psychologie. Complexiteit van de geest hangt af van de relatieve positie op de scale of nature:
 planten (vegetatieve geest) kunnen zich 1. voeden, 2. reproduceren
 dieren (sensitieve geest) kunnen 1. bewegen, 2. reageren op veranderende stimuli in hun omgeving, 3. geheugen (hogere dieren), 4. verbeelding
(nog hoger).
 Mensen (rationele geest), kunnen redeneren (tabula rasa)
Menselijke geest heeft aangeboren set categorieën waarin herinneringen en ideeën van empirische ervaring is geclassificeerd en georganiseerd:
substantie (wat is het), kwantiteit (hoe veel), locatie, tijd, relatie (groter, kleiner) en activiteit (wat doet het). Zo kunnen we subjecten beschrijven en
dingen voorspellen (Aristotelian logic). Alle veroorzaakte gebeurtenissen hebben 4 componenten:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evelienmeester. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  21x  sold
  • (4)
  Add to cart