Dit is een samenvatting van de eerste drie hoofdstukken van biosfeer: plantkunde die een inleiding geeft in dit vak. In deze samenvatting worden de evolutie, kenmerken en het nut van planten, taxonomie en nomenclatuur (en de evolutie hiervan) besproken.
Mangrove: kustvegetatie bij zoutwatergebieden.
o Vb) Coeur de Voh
Bloemplanten: dominant op aarde, vaakst voorkomend.
Landplanten (embryophyta), wieren (algen + protisten),
zwammen (fungi, pseudofungi, slijmzwammen).
o Opm: waterplanten zijn ook landplanten
Gymnospermen (naaldbomen, naaktzadigen), angiospermen
(bloemplanten, bedektzadigen) , zaadloze planten (mossen, varens)
…
Generatiewissel: morflogie en eigenschappen van een soort
verandern per generatie
Thalus: primitief plantenlichaam
Open groeisystemen
Meristemen
Okselknop
Microklimaat
Lignine: houtstof
Etnobotanie: makeup, inspiratie voor kunst….
Artificiele selectie: selectie van het kweken van planten op basis
van smaak, voedingsstoffen etc
Biomen: bv) taiga, toendra …
Stedelijk hitte-effect
Nomenclatuur: classificatie en benaming van organismen
Binomiale naamgeving (Linnaeus): genusnaam + soortepitheton
Vernaculaire naam: volksnaam (bv cacao: theobroma cacao)
Prioriteitsregel: eerste naam bij het ontdekken van een soort telt
Eenduidigheidsprincipe: Door het gebruik van wetenschappelijike
namen krijgen alle soorten een eenduidige en unieke naam
Dichotomisch denken: zwart-wit denken (plant – dier)
cryptogamae (verborgen seksleven, sporen) – phanerogamae
(zichtbaar seksleven)
o indeling van de planten
Creationisme: Intelligent design door een schepper (God)
Haeckel: 3 rijkensysteem met protista – plantae – animalia
Whittacker: 5 rijkensysteem met monera – protista – plantae – animalia
– fungi
Chromista: 3e botanische rijk met Pseudofungi
Taxonomie: organismen toewijzen aan een bepaalde taxon
, o Soort = basistaxon
Supraspecifieke taxonomie: rijk – (super)phylum – klasse – orde –
familie – soort
Infraspecifieke taxonomie
Ondersoort: variëteiten/andere geografische regio in bepaalde
soorten (bv witte/gele stippen op vliegenzwam)
o Cultivars: door de mens gecreëerde variëteit
Phylogenie: studie van de verwantschappen en natuurlijke relaties
tussen organismen
Monofyletisch – polyfenetisch – parafyletisch
Genus = monofyletische groep
Phylum Charophyta = kranswieren: Wieren nauw verwant met
landplanten (morfologisch en biochemisch): Samen met de
landplanten vormen zij een monofyletisch taxon: Streptophyta
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lonekorsgaard. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.