100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting stof decentrale selectie Psychologie Utrecht $6.96
Add to cart

Summary

Samenvatting stof decentrale selectie Psychologie Utrecht

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle stof die je moet leren voor de toelatingstoets van Universiteit van Utrecht.

Preview 3 out of 25  pages

  • No
  • 17 en 18
  • February 21, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Chapter 1: Biopsychology of Emotion, Stress, and Health
Biopsychology of Emotion: Introduction

Lo 1.1 Summarize the major events in the history of research on the biopsychology of emotion.

1848: the case of Phineas Gage.
Phineas Gage was een bouwvakker en had een ongeluk meegemaakt met een aanstampijzer toen hij
buskruit aan het aanstampen was. Dit ijzer is toen diagonaal door zijn schedel gegaan. Hij had het ongeluk
wel overleefd maar hij was veranderd. Voor het ongeluk was hij een verantwoordelijke, intelligente en
sociale man die erg werd gemogen door zijn collega’s. Na het ongeluk toen hij herstelt was leek hij fysiek
en intellectueel hetzelfde als voorheen, maar emotioneel was hij veranderd. Hij was impulsief,
disrespectvol en zo niet op te vertrouwen/bouwen dat hij zijn baan verloor. Neuroloog John Harlow heeft
de schedel van Gage en het aanstampijzer onderzocht. In 1994 heeft Antonio Damasio, neuroloog, het
brein en de schedel van Gage gereconstrueerd. Uit deze reconstructie bleek dat er hersenschade was in
beide mediale prefrontale lobben. Nu weten we dat deze hersendelen veel invloed hebben op iemands
planning, besluitvorming en emotie.

1872: Darwin’s evolution theory.
In 1872 publiceerde Darwin het boek The Expression of Emotions in Man and Animals. Daarin betoogde
Darwin, dat bepaalde emotionele reacties, zoals menselijke gezichtsuitdrukkingen, de neiging hebben
dezelfde emotionele toestanden bij alle leden van de soort te begeleiden. Hij dacht dat uitingen van emoties
het product waren van evoluties. Hij probeerde de evolutie van emoties te begrijpen door verschillende
soorten te vergelijken. Darwins theorie kent drie hoofdideeën:

1. Uitingen van emotie komen voort uit gedrag dat aangeeft wat een dier waarschijnlijk hierna gaat
doen.
2. Als de signalen van dit gedrag voordelen heeft voor het dier, zullen ze evolueren waardoor de
communicatieve functie versterkt wordt. De oorspronkelijke functie kan dan verloren gaan.
3. Principle of antithesis: tegengestelde berichten worden vaak gesignaleerd door tegengestelde
bewegingen en houdingen (tegenovergestelde houding geeft tegenovergestelde emotie aan: bijv. bij
honden is oren en staart omhoog agressief en oren en staart omlaag onderwerpend). Door de
principle of antithesis zijn signalen beter te onderscheiden.

Darwins theorie verklaart de ontwikkeling van dreigingsdisplays. Oorspronkelijk waren de confrontatie
met je vijanden, opstaan en het blootleggen van je wapens dingen die gebeurden in de vroege stadia van de
strijd. Maar zodra vijanden dit gedrag begonnen te herkennen als signalen van dreigende agressie, kregen
aanvallers een overlevingsvoordeel dat hun agressie het meest effectief kon communiceren en hun
slachtoffers intimideerde zonder daadwerkelijk te vechten. Als gevolg hiervan ontwikkelden zich
uitgebreide dreigingsdisplays en namen de daadwerkelijke gevechten af.


1884: James-Lange and Cannon-Bard theories
In 1884 is door James en Lange de eerste ‘physiological theory of emotion’ voorgesteld. Volgens deze
theorie worden emotie inducerende sensorische stimuli ontvangen en geïnterpreteerd door de cortex, die
veranderingen in de viscerale organen teweegbrengt via de autonoom zenuwstelsel en in de skeletspieren
via het somatische zenuwstelsel. Daarna stimuleren het autonomische en somatische zenuwstelsel de
uitdrukking van de ervaring van emoties in het brein. Eerst dacht men dat emoties de emotionele
gebeurtenissen en activiteiten veroorzaakten, maar volgens de James-Lange theorie worden emoties juist
veroorzaakt door autonome activiteit en het gedrag dat wordt veroorzaakt door emotionele gebeurtenissen.
Rond 1915 stelde Cannon een alternatief voor op de James-Lange theorie van emotie en deze werd
uitgebreid door Bard. Volgens deze theorie hebben emotionele stimuli 2 onafhankelijke stimulerende
effecten. Beide wekken ze het gevoel van de emotie op in de hersenen en de uitdrukking van de emotie in
het autonome en somatische zenuwstelsel. Dat wil zeggen dat de CannonBard-theorie, in tegenstelling tot
de James-Lange-theorie, emotionele ervaringen en emotionele uitdrukkingen bekijkt.



Pagina 1 van 25

,Volgens de James-Langetheorie hangt emotionele ervaring volledig
af van feedback van autonome en somatische zenuwstelselactiviteit;
volgens de Cannon-Bard theorie is emotionele ervaring volledig
onafhankelijk van dergelijke feedback.

Beide theorien blijken incorrect. Aan de ene kant blijkt dat de
autonome en somatische feedback niet nodig is voor de ervaring van
emotie. Mensen van wie de autonome en somatische feedback
grotendeels is geëlimineerd door een gebroken nek, ervaren nog
steeds emoties. Er zijn ook veel rapporten waaruit is gebleken dat
autonome en somatische feedback op emotionele stimuli de
emotionele ervaring kan beïnvloeden.
Doordat er geen ongekwalificeerde ondersteuning is gevonden voor
de James-Lange of Cannon-Bard theorie, ontstond de moderne
biopsychologische visie. Volgens deze opvatting kan elk van de drie
hoofdfactoren in een emotionele reactie – perceptie emotie-
inducerende stimulus, autonome en somatische reacties op de
stimulus en de ervaring van de emotie – de andere twee
beïnvloeden.


1929: Sham Rage
Bard ontdekte dat decorticate cats (katten waarvan de cortex
verwijderd is) agressiever zijn bij de kleinste aanrakingen. Na een
lichte aanraking buigen ze hun ruggen, gaan hun haren omhoog
staan en laten ze hun tanden zien. Deze reacties voor decorticate
cats zijn niet normaal door 2 aspecten; ze zijn ongepast ernstig en ze zijn niet gericht op een bepaald doel.
Bard verwijst naar de overdreven, slecht gerichte agressieve acties als sham rage (schijnwoede). Sham rage
kan worden opgewekt bij katten van wie de hersenbollen zijn verwijderd tot aan de hypothalamus. Als de
hypothalamus ook is verwijderd, kan er geen sham rage ontstaan. Hieruit concludeert Bard dat de
hypothalamus kritisch is voor de uiting van agressieve reacties en dat de cortex deze moet remmen en
sturen. Zonder cortex zijn de agressieve reacties dus niet geremd of gestuurd, waardoor ze overdreven en
slecht gericht zijn en zonder de hypothalamus kan er geen agressieve reactie zijn.


1937: Limbic system and emotion
Papez stelde dat emotionele uitdrukking gecontroleerd wordt door verschillende onderling verbonden
kernen en kanalen die de thalamus omringen. Papez stelde voor dat emotionele toestanden tot uitdrukking
komen door de werking van de andere structuren van het circuit op de hypothalamus en dat ze worden
ervaren door de mens door hun werking op de cortex. Papez’ emotietheorie werd in 1952 herzien en
uitgebreid door Paul MacLean en werd de invloedrijke limbische systeemtheorie van emotie. Veel van de
structuren in het circuit van Papez maken deel uit van wat nu bekend staat als het limbisch systeem.

1939: Klüver-Bucy syndrome
In 1939 hebben Klüver en Bucy een gedragspatroon geobserveerd bij apen waarbij de voorste
slaapkwabben verwijderd waren. Dit syndroom bevat een aantal gedragselementen; alles eten wat eetbaar
is, verhoogde seksuele activiteit gericht naar ongepaste voorwerpen, neiging om herhaaldelijk bekende
voorwerpen te onderzoeken met hun mond en een gebrek aan angst. Apen die voor de operatie niet konden
worden behandeld werden getransformeerd in tamme proefpersonen die geen enkele
angst vertoonden. De meeste symptomen van dit syndroom hebben betrekking op het
beschadigen van de amygdala. De amygdala is erg belangrijk voor onderzoek naar
emotie. Het Klüver-Bucy-syndroom is bij verschillende soorten waargenomen.




Pagina 2 van 25

, Lo 1.2 Summarize the research on the relationship between the autonomic nervous system and
emotions.

Onderzoek naar de rol van het autonome zenuwstelsel (ANS) in emotie is gefocust op 2 problemen; de
mate tot welk specifieke patroon van het autonome zenuwstelsel activiteit is geassocieerd met specifieke
emoties en de effectiviteit van het autonome zenuwstelsel gemeten bij polygrafie (metingen die worden
gedaan terwijl je slaapt).


Emotional specificity of the autonomic nervous system
De theorieën van James-Lange en Cannon-Bard verschillen in hun opvattingen over de specificiteit van het
autonome zenuwstelsel. De James-Lange theorie zegt dat verschillende emotionele stimuli verschillende
patronen van ANS-activiteit op gang brengen en dat deze verschillende patronen ook verschillende
emotionele ervaringen voortbrengen. De Cannon-Bard theorie zegt dat alle emotionele stimuli hetzelfde
patroon van ANS-activiteit op gang brengen en dat het organisme op actie voorbereidt (verhoogde hartslag,
bloeddruk ademhaling, etc.). Experimenteel bewijs suggereert dat de specificiteit van ANS-activiteit ergens
tussen de twee extremen van de theorieën ligt (tussen totale specificiteit en totale algemeenheid). Er is geen
bewijs dat alle emoties geassocieerd zijn met hetzelfde ANS-patroon, maar er is ook geen bewijs dat elke
emotie wordt gekenmerkt door een specifiek ANS-patroon.

Polygraphy
Polygrafie is een leugendetectortest. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van ANS-indexen van emoties om
de waarheidsgetrouwheid van de reacties van een persoon af te leiden. Polygraaftests die worden
afgenomen door bekwame examinatoren kunnen een nuttige aanvulling zijn op de normale
ondervragingsprocedures, maar ze zijn verre van onfeilbaar. Het grote probleem in de effectiviteit
evalueren van de polygrafie is dat het bijna niet mogelijk is bij gebeurtenissen in het echte leven om te
zeggen of iemand echt schuldig is of niet. Bij studies van polygrafie wordt er gebruik gemaakt van de
mock-crime procedure. Vrijwilligers doen mee aan een mock crime en worden dan aan een polygrafische
test gezet met een examinator die niet weet of ze schuldig of onschuldig zijn. Bij een leugendetectortest
wordt liegen geassocieerd met grotere sympathieke activering. Ondanks dat polygrafie vaak leugendetectie
wordt genoemd, meet het geen leugens, maar ANS-activiteit. Bij de guilthy-knowlegde technique vertelt de
examinator allerlei gegevens over het ongeval aan de verdachte, deels waar en deels niet. Een onschuldige
zal op elk gegeven hetzelfde reageren, omdat ze niet weten wat waar is en wat niet. Een schuldige zal
verschillend reageren.


Lo 1.3 Describe some research on the facial expression of emotions

Ekman en zijn collega’s hebben een onderzoek naar gezichtsuitdrukkingen gedaan. In 1960 zijn ze
begonnen met het analyseren van honderden films en foto’s van mensen die verschillende echte emoties
ervaren.

Universality of facial expression
Aantal eerdere studies hebben uitgevonden dat mensen van verschillende culturen dezelfde
gezichtsuitdrukkingen maken in dezelfde situaties en kunnen de emotionele betekenis van verschillende
gezichtsuitdrukkingen correct identificeren bij mensen van buiten hun eigen cultuur. Mensen uit New
Guinea die geen contact hadden met de buitenwereld kunnen dezelfde emoties als wij herkennen.

Primary facial expressions
De volgende 6 emoties zijn primary; verrassend, boosheid, zieligheid, walg, angst en blijheid. Alle andere
gezichtsuitdrukkingen zijn samengesteld uit verschillende mixen van deze 6 emoties.

Facial feedback hypothesis
De facial feedback hypothesis is de theorie dat je gezichtsuitdrukking effect heeft op je emotionele
ervaring. Als je lacht, ga je je dus vanzelf blijer voelen. Dit is geconcludeerd uit onderzoek van Rutledge
en Hupka (1985).

Pagina 3 van 25

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merelvisser3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96
  • (0)
Add to cart
Added