Paragraaf 1
Een rechtsstaat is een staat waarin je als burger met grondrechten wordt beschermd tegen
machtsmisbruik en willekeur van de overheid.
● De overheid beschermt burgers tegen elkaar.
● Maar ook: burgers worden tegen de overheid beschermd.
Deze bescherming bestaat niet of nauwelijks in een autoritaire staat, waarin één
machthebber of kleine groep mensen bepaalt wat de regels zijn.
Nederland is een:
Democratische rechtsstaat - burgers mogen meedoen aan vrije verkiezingen en kunnen
zo indirect mee beslissen over politieke kwesties.
Sociale rechtsstaat – er bestaan wetten en voorzieningen om de welvaart en het welzijn
van de burgers te bevorderen.
In een rechtsstaat zijn er aantal voordelen namelijk:
● Er is relatief veel sociale vrede en sociale cohesie. (mate waarin mensen zich met
elkaar en met allerlei instituties verbonden voelen)
● Er is sprake van vertrouwen en wederkerigheid (Mensen betalen mee aan kosten
voor zieken en weten dat anderen dit ook voor hen doen als zij zelf ziek worden)
● De overheid verwacht dat burgers zich aan de wet houden, maar burgers verwachten
dat ook van de overheid. Zo ontstaat er rechtszekerheid.
De achttiende eeuw was de eeuw van de verlichting. Boeren, arbeiders en burgerij
kwamen in opstand tegen het onrecht. Door de in de vijftiende eeuw uitgevonden drukpers
kon nieuwe kennis snel en breed worden verspreid. De kracht van de rede werd steeds
belangrijker, je moet je verstand gebruiken en niet gebaseerd zijn op (bij)geloof en angsten.
Vrijheid als voorwaarde van geluk, maar dan moet de macht gelijk worden.
Filosofen vroegen zich af: Hoe kun je een vrije, gelukkige samenleving creëren. Volgens de
contractfilosofen Thomas Hobbes, Johne Locke en Jean-Jacques Rousseau:
“Bij het ontbreken van regels om de schaarse bestaansmiddelen te beschermen dreigt er
een permanente oorlog van allen tegen allen: de strijd om het bestaan. Daarom moeten
mensen een sociaal contract sluiten, waarin ze tot afspraken komen om in natuurlijke
vrijheid en gelijkheid te kunnen leven.”
Democratisch vastgestelde regels leiden tot een sociaal contract tussen burgers en
(gekozen) bestuurders. De staat is er als scheidsrechter. Overheid heeft
geweldsmonopolie (alleen geweld gebruiken) maar is gehouden aan afspraken die burgers
en overheid overeenkomen; burgers én de overheid accepteren hun rechten en plichten.
De contractfilosofen zien deze grondbeginselen als voorwaarden voor een rechtsstaat:
● Het beginsel van grondrechten: mensen zijn in vrijheid en gelijkheid geboren
● Het soevereiniteits- en democratiebeginsel: vredesakkoord; sociaal contract
● Het legaliteitsbeginsel: wet verandert, iets gedaan, dan ben je niet strafbaar
● Het beginsel van de trias politica: scheiding van de staatsmacht
Verenigde Staten:
Sinds 1776 onafhankelijk van Engeland. Onafhankelijkheidsverklaring riep op tot een
nieuwe samenleving, gebaseerd op vrijheid en gelijkheid. De staatsmacht is gebonden aan
, het recht en vooral grondrechten van de burgers, verzameld in de ‘Bill of Rights’ De
onafhankelijkheidsverklaring, de grondwet en de Bill of Rights vormen samen de
Amerikaanse constitutie.
Europa:
● In 1789: Franse Revolutie. Strijdkreet: “Vrijheid, gelijkheid, broederschap of de
dood!”.
● 1791: De Verklaring van de Rechten van de Mens en Burger werd opgesteld.
Rechtvaardiger en gelukkigere samenleving. Grondrechten vastgelegd
● 1799: Napoleon pleegde staatsgreep. Frankrijk werd een verlichte dictatuur.
(Dictatuur waarin de machthebber in zekere mate rekening houdt met de bevolking)
—-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Paragraaf 2
De grondwet:
● legt fundamentele rechten van burgers vast.
● begrenst de macht van de staat.
● geeft aan hoe de machtsorganen van de staat zijn georganiseerd.
● drukt de eenheid van de natie uit (burgers vormen ondanks verschillen toch eenheid)
Ontstaan van de grondwet:
1789 Franse Revolutie.
1798 Staatsregeling Bataafse Republiek. (Iedere burger gelijk en grondrechten)
1813 Val van Napoleon.
1814 Nederland wordt een constitutionele monarchie en krijgt de eerste echte grondwet.
1815 Grondwetswijziging (België erbij).
1840 Grondwetswijziging (België weg).
1848 Grondwetswijziging door Thorbecke.
- Hij stelt een grondwetswijziging voor. Koning Willem II stemt in met een grondwet
waarin zijn macht wordt ingeperkt. (onschendbaar)
- De democratie werd vergroot door censuskiesrecht: mannelijke burgers die
belasting betaalden mogen stemmen bij verkiezingen voor de Tweede Kamer.
- Hij vond dat de staat één belangrijke taak heeft: de vrijheid van burgers dienen. De
economie diende aan de vrije markt te worden overgelaten
- Nederland werd ook wel een nachtwakersstaat genoemd: Staat die zich
voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers en de
noodzakelijke voorwaarden realiseert voor economische groei.
De nachtwakersstaat zorgde voor sociale onrust: arbeiders gingen gebukt onder uitbuiting,
armoede en een hoge kindersterfte. Hierdoor ontstond er een klassenstrijd. Een van de
gevolgen was het ontstaan van algemeen kiesrecht. In 1917 voor alle mannen, in 1919 ook
voor alle vrouwen. Ook kregen nu alle scholen geld van de overheid ipv de niet gelovige.
De Duitse bezetting maakte een einde aan de grondrechten van burgers als recht op
veiligheid, vrije meningsuiting, drukpers en vereniging. Hele bevolkingsgroepen werden
zonder proces ter dood veroordeeld of in concentratiekampen geplaatst. Na de oorlog
zorgde het voor gevolgen in de grondwet: bescherming van burgers tegen discriminatie en
het recht op sociale zekerheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saraburgtvander. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.