uitgebreide samenvatting van alle voorgeschreven hoofdstukken van het boek: 'politie: studies over haar werking en organisaties' en de voorgeschreven artikelen
Hoofdstuk 1: politie en staat
1.2 politie in de democratische rechtsstaat
1.2.1 De rechtsstaat
De rechtsstaat kenmerkt zich door de aanwezigheid van een geschreven of ongeschreven constitutie, die een
scheiding van de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke machten waarborgt en die de grondrechten van de burgers
garandeert. Zowel de overheid als de burger is gebonden aan hetzelfde rechtsstelsel. De volksvertegenwoordiging
vervult een belangrijke wetgevende rol. Zij en andere sleutelpersonen in de uitvoerende macht ontlenen hun gezag en
legitimiteit aan de uitslag van vrije verkiezingen. Er bestaat discussie over de ‘vierde macht’, het ambtelijk apparaat, zij
zijn echter ondergeschikt aan de uitvoerende macht.
1.2.2 politie in democratische rechtsstaat
De politie is ondergeschikt aan het recht en heeft democratisch gezag. Daarnaast heeft zij in beginsel het monopolie
van legitieme geweldsuitoefening. In sommige samenlevingen maken misdadige organisaties (zoals de maffia) een
belangrijk deel uit de geweldsuitoefening. Soms strijden de staat en de georganiseerde misdaad zelfs m de gunst van
de bevolking en zijn zij erop uit om de staatsinstellingen over te nemen.
Het gebruik van fysiek geweld is voor de politie in een democratische rechtsstaat de ultima ratio en mag dus
pas gebruikt worden wanneer andere middelen om haar taak te vervullen uitgeput zijn.
De politie wordt zowel intern (binnen de politieorganisatie zelf) als extern (aansturing en controle door
instanties en functionarissen die niet tot de politie horen) aangestuurd.
1.3 externe sturing en controle
1.3.1. de constitutie
De externe sturing van en controle op de politie is de geschreven of ongeschreven constitutie. De constitutie waarborgt
de grondrechten van de burgers (zoals respect voor individuele vrijheid en bescherming tegen inbreuken op hun
fysieke integriteit). De geweldsbevoegdheden zijn strak omschreven in formele en materiele wetten zwaardere
bevoegdheden vragen om meer wettelijke waarborgen tegen verkeerd gebruik ervan.
In de jaren 80 en 90 verloren sommige politiefunctionarissen bij hun strijd tegen de zware georganiseerde
criminaliteit de wettelijke voorschriften voor het gebruik van bijzondere opsporingsmethoden uit het oog (Zoals de IRT-
affaire en de delta-methode (inzetten van burgerinfiltranten)).
De taken van de politie zijn: handhaving van de rechtsorde (handhaving van de openbare orde en
strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde) en hulpverlening
1.3.2 grondbeginselen externe sturing en controle
De externe sturing en controle op de politie is gebaseerd op een aantal grondbeginselen:
1. De externe sturing en controle van de politie moet aansluiten bij de basiskenmerken van het staatsbestel.
Ons staatsbestel is een gedecentraliseerde eenheidsstaat met drie volwaardige bestuurslagen: het Rijk, de
provincies en de gemeenten. Het is van wezenlijk belang dat de politie geen andere bijzondere kenmerken
draagt en dat de externe sturing en controle zich voltrekken op de gangbare niveaus.
,2. Checks and balances tussen de staatsmachten. De democratische rechtsstaat deelt macht toe, maar
beperkt die macht ook. De externe controle geeft aan controlerende instanties aanzienlijke macht. In ons land
komt deze spreiding van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tot uitdrukking in dualisme. Het
politiebestel kent een dualistische verhouding tussen het gezag over de politie en het te voeren beheer.
Gezag: het stellen van prioriteiten met betrekking tot de uitvoering van de kerntaken van de politie en het
nemen van beslissingen over de inzet en het optreden van de politie in specifieke omstandigheden. Beheer:
de wijze waarop de politie hieraan uitvoering geeft. In NL is er een scheiding tussen gezag en beheer. De
politie heeft bij gezag te maken met de burgemeester en het OM, maar werkt in ondergeschiktheid aan de
minister van Veiligheid en Justitie. Bij gezag heeft de politie 2 bovengeschikten: de burgemeester en de OvJ.
De burgemeester gaat over de handhaving van de openbare orde en de politiële hulpverlening, zij legt
verantwoording af aan de gemeenteraad. Het OM gaat over de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde,
zij legt verantwoording af aan de minister van Veiligheid en Justitie. Het gezagsdualisme weerspiegelt en
garandeert een evenwichtige oriëntatie op de kerntaken van de politie. In het huidige politiebestel is het gezag
verdeeld tussen decentrale en centrale organen en is het beheer op centraal niveau. De discussies over de
voor- en nadelen van het politiebestel gaat over de verhouding tussen centrale en decentrale aansturing en
controle. Het is terug te voeren tot de spanning tussen centrale en decentrale overheidsbemoeienis.
3. De bepalende rol van democratische verantwoording voor wat de politie doet en nalaat. De minister is
verantwoording verschuldigd aan de volksvertegenwoordiging. De vraag die centraal staat is waarom de
politie haar geweldsmonopolie en de andere haar ter beschikking staande middelen doorgaans op legitieme
wijze gebruikt. Als de democratische verantwoording gebrekkig is georganiseerd of in de praktijk te wensen
overlaat, ondergraaft dat vroeg of laat de legitimiteit van, en daarmee het vertrouwen in de politie.
1.3.3 problemen externe sturing en controle
o Een probleem vloeit voort uit de toegenomen Europese en verdere internationale samenwerking bij
criminaliteitsbestrijding. Politietaken moeten meer en intensiever in een Europees en globaal kader worden
uitgevoerd, waardoor het grondbeginsel dat het politiebestel zich moet voegen in de basiskenmerken van het
staatsbestel steeds meer gaat wringen. Hoe belangrijker de bestrijding van de zware georganiseerde
criminaliteit des te zwaarder wegen de gezags- en beheersbevoegdheden en verantwoordelijkheden op de
intergouvernementele en supranationale niveaus. Er is dus een groeiende spanning tussen de nationale
verlangens tot behoud van de nationale soevereiniteit over de veiligheids- en politiezorg en de behoefte aan
voortschrijdende Europese en internationale politiesamenwerking.
o Ook zorgt het beginsel van checks and balances en het tegengaan van machtsconcentraties voor
problemen. De spreiding van macht en invloed bij de externe sturing en controle brengen onduidelijkheid en
verwarring mee, hierdoor kan een afbreuk ontstaan aan de krachtdadigheid en effectiviteit van die sturing en
controle. Er moet evenwicht gezocht worden tussen de bestuurlijke en justitiële gezagsuitoefening (bijv. Wat
als de burgemeester extra inspanning eist om de overlast van hangjongeren te bestrijden en het OM geen
aanleiding ziet daarvoor passende justitiële maatregelen te treffen). Twee gezagen: twee bazen die het voor
de politie mogelijk maken haar eigen baas te kiezen. Daarnaast lopen gezags- en beheersbevoegdheden
vaak door elkaar. De onduidelijkheid over de verhouding tussen gezag en beheer vergroot de
beslissingsruimte voor de politie en vermoeilijkt de externe sturing en controle.
o Het derde probleem is de democratische legitimatie van de politie. In Nederland moet het bevoegd gezag
zich beroepen op zijn bij wet vastgelegde bovengeschiktheid. Hierbij ligt de nadruk vooral op het
rechtsstatelijke karakter van de verhouding tussen bevoegd gezag en politie dan op het democratische
gewicht van het bevoegd gezag. Het wettelijk kader domineert dus en niet de democratische verankering.
Tegen de sterkere democratische legitimering wordt vaak ingebracht dat de politie daarmee overgeleverd
wordt aan de politiek en daardoor te prooi zal vallen aan nepotisme en corruptie. Ook de gebrekkige
, democratische verantwoording voor de politiezorg is een probleem. Gezag behoort namelijk altijd
gecontroleerd te worden, waardoor je vroeg of laat terecht komt bij burgercomités of volksvertegenwoordiging.
De burgermeester heeft verantwoordingsplicht jegens de gemeenteraad voor het politiebeleid. Dit heeft echter
vooral betrekking op gezagskwesties. Gemeenteraden hebben een groeiende belangstelling voor het
integraal veiligheidsbeleid. De democratische verantwoording aan de gemeenteraden over beheerskwesties
is gebrekkig; zij hebben weinig invloed op beslissingen over het beheer die op nationaal niveau genomen
worden. De nationalisering van de politie doet dus afbreuk aan de democratische verantwoording. Dit wordt
echter niet als probleem ervaren, wat een probleem op zich is.
De nationalisering verstevigt wel de democratische controle op nationaal niveau de minister van Veiligheid
en Justitie is verantwoordelijk en kan ter verantwoording worden geroepen door de tweede kamer. De tweede
kamer moet deze zaak wel expliciet opnemen en realiseren.
1.4 interne sturing en controle
Ambtelijke diensten hebben ook behoefte aan interne mechanismen om hun positie te kunnen bepalen. Bij interne
sturing en controle gaat het om in welke mate de politie zich de beginselen van de democratische rechtsstaat eigen
maakt. Dit leidt tot interne vereisten voor het functioneren van de politie in de democratische rechtsstaat:
o De politie moet professioneel werken: dit houdt in dat zij haar taken doeltreffend en doelmatig uitvoert en
daarbij steeds haar positie in de democratische rechtsstaat in het oog houdt. Zij moeten zich beseffen dat zij
medeverantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de samenleving. Zij moeten hierbij compromissen sluiten
tussen eigen opvattingen over het belang van de openbare veiligheid, het aanvaarden van de wettelijke eisen
en de door het bevoegd gezag bepaalde prioriteiten.
o De politie moet verantwoordelijk omgaan met de handelingsvrijheid/beslissingsruimte/beleidsvrijheid
die elke politieagent op straat en op het bureau heeft: zij moeten dus zelf beoordelen wat zij wel of niet
moeten doen. Van belang is dat de democratische rechtsstaat de politie ruimte laat om eigen beleid te voeren
en dat de politie de agenten binnen bepaalde grenzen ruimte laat hun taak naar eigen goeddunken uit te
voeren. Het blijft moeilijk dit in heldere kaders af te bakenen.
De interne vereisten staat continu onder druk. De waarden en normen van de politie zijn voornamelijk intern bepaald
en hebben weinig overeenkomsten met de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat. De politiecultuur draait
voornamelijk om het bieden van bescherming en assistentie aan collega’s die in acuut gevaar verkeren. Ook worden
interne waarden aangevuld met informele gedragsregels en voorschriften die weinig te maken hebben met de kwaliteit
van het politiewerk, maar meer met interne machtsverhoudingen en een informele groepscultuur.
Bij openbare veiligheid heeft er spanning tussen democratische legitimatie ‘bovenover’ en ‘onderlangs. Eind
jaren 70 vonden een aantal politieofficieren dat er te veel aandacht was voor de formeeldemocratische sturing en
controle van de politie en te weinig voor legitimatie ‘onderlangs’. Sindsdien zijn er wijkteams en is er oriëntatie op
wijkgerichte activiteiten. De legitimatie is tegenwoordig onderlangs steviger verankert dan bovenover.
o Bovenover: verlangens van mensen/organisaties die hoog staan
o Onderlangs: verlangens van de gewone burger
1.5 politie in de sociale rechtsstaat
Na WOII kreeg de sociale rechtsstaat/verzorgingsstaat vaste grond onder de voeten. De verzorgingsstaat geeft
burgers naast vrijheidsrechten ook sociale grondrechten. Zo hebben zij recht op een bepaald niveau van inkomen,
voeding, gezondheid, huisvesting en onderwijs. Vanuit de moderne optiek draagt de staat ook verantwoordelijkheid
voor de welvaartszorg, de welzijnszorg en de milieuzorg. Sinds de jaren 90 gaat het vooral om het garanderen van
waarborgen voor een menswaardig bestaan. Pas in de jaren tachtig ging de politie zich bezighouden met criminaliteit
in de nieuwe sectoren van staatszorg (welfare crime). Dit werd in de jaren 70 nog ontkent.
, Het probleem voor het functioneren van politie en justitie binnen de verzorgingsstaat is dat de traditionele
middelen die zij ter beschikking hebben er niet altijd binnen passen. Het is niet meer repressie, dwang en fysiek
geweld, maar preventie, stimulering en overreding. Langs twee lijnen worden verbindingen gelegd tussen het
repressieve en het verzorgingscomplex van de moderne staat:
1. Politie en justitie hechten in toenemende mate betekenis aan preventief veiligheidsbeleid. Hierbij hoort ook de
opkomst van hulpverlening als vast onderdeel van de politietaak. Ook is het integraal veiligheidsbeleid
gebaseerd op de filosofie van maatschappelijke en bestuurlijke preventie.
2. De tweede lijn loopt van het verzorgingscomplex naar het repressieve complex. Er wordt harder opgetreden
tegen overtreders, schenders en fraudeurs. Toch blijft de afstand tussen de reguliere politie en de bijzondere
opsporingsdiensten groot en zijn er problemen tussen de samenwerking tussen die diensten en het OM. De
reguliere politie wordt gezien als vertegenwoordiger van BiZa en justitie. Terwijl het OM beschouwd wordt als
een verlengstuk van justitie. De bijzondere opsporingsdiensten worden gekoppeld aan ‘hun’ departement.
Naarmate dwang, fysiek geweld en strafrechtelijke handhaving plaatsmaken voor preventie en politiële hulpverlening,
lijkt de staat zich van een vriendelijker kant te laten zien. Is dit echter wel zo? Er is een ontwikkeling van een
verzorgingsstaat naar een veiligheidsstaat, waar angst en ongenoegen voor risico heerst. Al zorgde de
verzorgingsstaat ook niet voor zelfontplooiing en emancipatie, maar juist voor luie afhankelijkheid van de staat en
misbruik van collectieve middelen.
1.6 het geweldsmonopolie van de staat: barsten en breuklijnen
1.6.1. differentiatie en dynamiek
Formeel gezien is er geen verandering gekomen is het feit dat de politie de geweldsmonopolie heeft in democratische
landen. Maar als gekeken wordt naar de feitelijke ontwikkelingen is een steeds gedifferentieerder en dynamischer
patroon van meer of minder gelegitimeerd geweldsgebruik in de samenleving.
1.6.2 krijgsmacht en politie
Ook de rol van de krijgsmacht is aan het veranderen. De internationale ontwikkeling heeft gezorgd voor een
heroriëntatie van de krijgsmacht op haar taken. Bijvoorbeeld met oog voor constabulary force: een militaire organisatie
die op vreemd grondgebied politietaken uitvoert. Ook is er een toenemende neiging van de krijgsmacht om op eigen
grondgebied ook civiele taken te verrichten. De militaire politie – de marechaussee- voert ook in toenemende mate
civiele politietaken aan, en haar taken zijn opgenomen in de Politiewet.
1.6.3 reguliere politie en bijzondere politie
Er zijn meer bijzondere politie- en opsporingsdiensten in NL dan reguliere politie. Daarnaast worden de bijzondere
diensten veel minder op de huid gezeten dan de reguliere politie. Ook vraagt doorgaans alleen de reguliere positie om
betere uitwisseling van informatie tussen de diensten.
1.6.4 reguliere en particuliere politie
De toename van particuliere politie heeft deels te maken met bezuinigen en beperkingen, grotendeels komt deze
toename door behoeften aan bewaking en veiligheid. Niet alleen bedrijven huren particuliere politie in, ook de
overheid zelf kan de verantwoordelijkheid voor de bewaking en veiligheid bij particuliere organisatoren leggen.
Hierdoor brokkelt de geweldsmonopolie van de staat geleidelijk af.
1.6.5 politie en eigenrichting
Wanneer de bevolking de indruk heeft dat de overheid haar ordenende en beschermende taken in onvoldoende mate
vervult en particuliere politiezorg te veel kost of ook ondoeltreffend is, zal de neiging ontstaan om zelf het recht in eigen
hand te nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HW97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.48. You're not tied to anything after your purchase.