Inleiding tot de filosofie
1. Rol van Griekenland
• Belang van de stroomculturen
o Stroomculturen schillen van regio tot regio
o Egyptische en Babiloner cultuur weten we veel over.
Egyptische cultuur is heel belangrijk, hiervan is veel
bij ons te vinden.
Vb.: Engel neemt de ziel van de overledene naar
het hiernamaals. De engels kennen wij ook,
komt van egyptische cultuur
• Griekenland is voetnoot, is een piepklein land waar een
cultuur ontstaat die veel elementen overneemt uit Babylonische cultuur.
o MAAR: dominant in Rome, Romeinse cultuur is eigenlijk Grieks. De Elite was volledig in
Griekse cultuur opgevoed. Griekse cultuur heeft zich doorheen het hele Romeinse rijk
gewurmd. Van daaruit zijn er dingen in onze cultuur geraakt
o Veel geschreven teksten
o Relevant tot vandaag in taal, cultuur, instituties, religie…
Vb.: De maand januari komt van de god Janos, een god met 2 gezichten. Is
opgedragen aan Janos omdat het teurgkijkt naar het jaar dat voorbij is en naar
het jaar dat nog komt.
2. Wat is Wijsbegeerte?
• Filosofie is geen wetenschap, geen techniek, zoekt niet naar een beheersen (technisch) van de
wereld, maar naar een begrijpen naar de wereld. MAAR: niet perse naar hoe de wetenschapers
dit proberen. Hiervoor is er een onderscheid nodig tussen wereld en leefwereld.
• Onderscheid wereld – leefwereld (Edmund Husserl, 1859-1938)
o Er is de wereld zoals de wetenschap ons die doet kennen en er is die leefwereld die
fundamenteel anders is en cultureel gestuurd is. 99% van de tijd bevinden we ons in de
leefwereld. Filosofie speelt zich af in de leefwereld, daarom is filosofie geen
wetenschap.
o Onderscheid tn de wetenschappelijke en beleefde tijd:
• Wetenschappelijke tijd: de uren die je hebt
• Beleefde tijd: daarin zitten de hoogtes en laagtes, dagen die saai zijn en dagen
die heel leuk zijn (verjaardag, nieuwjaar,…)
• Toepassing: biologische soort vs Disney dier
o Er is enerzijds het objectieve dier en anderzijds het beleefde dier, waar je mee leeft en
dat in een culturele ruimte staat.
o Bambi is ook een dier, maar een heel ander dier: een disney dier. Dit zijn de eerste die
we leren kennen.
• Grindadráp: 14 Sept. 2021, 1428 dolfijnen gedood in jaarlijks festival in Faeroër (toepassing op
de rol en betekenis van een dier)
o In het najaar zijn er grienden (dolfijnen) en wordt er een jacht georganiseerd. Wanneer
iemand de grienden spot, rukt iedereen uit met zijn boten en worden de grienden door
de boten opgejaagd en in een baai gedreven. In deze baai worden ze allemaal
uitgemoord. Ze worden dan voor een deel in de vriezers van de mensen opgeslagen.
1
, • De verwondering is dat dit gebeurd en dat wij 300 miljoen beesten per jaar
eten in België. We vinden het erg dat dit gebeurt, maar gaan dan onbeschaamd
eten halen bij de slager.
3. Thema’s in filosofie
• Binnen de leefwereld komen talrijke thema’s voortdurend terug:
o Wie ben ik?
o Waarom ben ik er?
o Wat is vriendschap? Liefde?
o Ben ik vrij?
o Wat is mijn relatie tot de anderen? tot God?
o Belang van zingeving, ‘verstaan’ van (leef)wereld, zelf, andere
• Antwoord op de ‘zin’- vraag schuift doorheen de tijd (en doorheen jouw tijd) filosofie herneemt
zichzelf voortdurend
o Fundamenteel is dat de menselijke structuur hetzelfde is gebleven. De leefwereld
veranderd wel, maar de menselijke structuur ( waar je bent, wie je bent,…) blijft
voortdurend terugkomen .En dus zou je kunnen zeggen dat de filosofie zich
voortdurend herneemt.
Vb.: walt disney heeft een andere omgang met dieren tot stand gebracht
• ‘Verstaan’ van onze rol, ‘verstaan’ van de wereld, gebeurt doorheen taal, taal is een blik, een
interpretatiekader dat opgebouwd is vanuit de leefwereld en tegelijk de leefwereld opbouwt.
Filosofie is een talige activiteit, denken in taal.
o Belangrijk in de leefwereld is de taal: een analyse van de taal en hoe de taal invloed
heeft op onze wereld is ook typisch filosofisch.
Vb.: inuït (eskimos) hebben 20 verschillende woorden voor sneeuw
o De beleving van de leefwereld is een taalomgeving en met die taal zal de wereld
vormgeving
CONCLUSIE:
• Filosofie is geen literatuur, geen poëzie, roman, tragedie, komedie maar al die ‘taal’ vormen
kunnen wel filosofisch interessant zijn en komen aan bod
• Wij kijken in deze cursus vooral naar de westerse filosofie omdat ons verstaankader van de
wereld Grieks is van origine. Er komt ook wat Chinese filosofie
• Filosofie zal voortdurend teruggrijpen naar oude teksten, wetenschap niet, in essentie omdat
de zinvraag eeuwig is en niet fundamenteel wijzigt. Filosofie bouwt niet op zoals wetenschap
o In filosofie bouw je niet op, je kan evenveel leren van een hedendaags communicatie
als van Plato.
o In een leefwereld bouw je niet op, je leert je plaats.
2
,4. Verklaringsmodellen: Magie, Mythologie en Filosofie
Er is een scheiding ontstaan tussen de leefwereld en wereld door een
wetenschappelijke blik. Daarvoor was er enkel de leefwereld. Mensen proberen
de beweging van sterren, verhouding mens-dier,… te plaatsen. Er zijn altijd
verklaringsmodellen geweest van de wereld: magie-mythologie-filosofie.
• Magie is een kennisvorm in oude (en nieuwe) culturen. Magie laat je toe
de wereld te beheersen en is dikwijls verbonden met taboe (rol van
objecten als haar, nagels, bloed, lijk, (zie ook griezelfilm) Het magische object beheerst de
wereld (voodoo).
o Magie = magische benadering van de werkelijkheid. Deze zullen dikwijls verbonden zijn
met voodoo cultuur. Hiermee kan je controle hebben op een persoon, is een magische
verbinding. Via de astrologie is er een magische verbinding tussen de stand van
planeten, sterrenbeelden,…
o De magische orde is niet verdwenen, er zijn nog altijd mensen die erin geloven. Vb.: je
gaat naar examen en denkt dat als je zebrapad oversteekt in 3 stappen, je gaat slagen.
o Wetenschap heeft dit helemaal weggeschoven, maar is niet verdwenen
• Griekse cultuur van voor de 6de eeuw was mondelinge cultuur. Mythologie speelde grote rol.
Legendarische verhalen vormen een collectief geheugen waarin alle dingen hun plaats krijgen.
Homeros is eerste schriftelijke neerslag hiervan.
o Mythologie = een verhaalstructuur, het gaat over het feit dat je dingen probeert te
vatten in mythologische verhalen. Waar komt de wereld vandaan? Grieken hadden
hierover een hele mythologie.
o Elke cultuur heeft/had zijn mythologie.
4.1 Magie, Mythologie en Filosofie
• Vb uit Hesiodos Theogonia (8ste eeuw VC) : van Gaia naar Ouranos (hemel) en Pontos (zee)
naar Titanen en goden van Olympus. Afstamming is plaatsbepaling (zie ppt uitleg)
o Mythologische verhalen komen in alle culturen terug. Het zijn belangrijke ankerpunten
om je plaats te kennen. Ook de religieuze structuren laten toe om je leefwereld te
snappen
o presocratici = mensen die voor socrates geleefd hebben en die die andere manier van
nadenken nzarboven zullen houden.
• Vanaf de 6de eeuw v.c. ontstaat er een andere taal die niet genoeg heeft aan magische of
mythologische verklaringen. Ze vertrekt volgens Plato en Aristoteles vanuit de ‘verwondering’
(to taumadzein); steunt op een doorbreken van de evidente aanwezigheid in de wereld (bv bij
kinderen), filosofie steunt op vraagtekens plaatsen (veel meer dan op oplossingen geven)
Het startpunt ligt altijd bij stilstaan bij dingen die vanzelfsprekend lijken, maar dat niet zijn.
3
, 5. De Miletiërs: Thales, Anaximandor, Anaximenes
• In 6e-7e eeuw voor Chr. Hadden de grieken kolonies langsheen de kust. Daar is de filosofie
ontstaan. (tekening)
• Kleine groepen onafhankelijke mensen die in kleine steden samenwonen, kleine omgeving die
niet door 1 koning gedomineerd wordt.
5.1 Thales (624-545 v.c)
• Wijsbegeerte onstaat in Ionië (kust Turkije) in relatief onafhankelijke Griekse stadsstaten
• Niet persoonlijke goddelijke krachten brengen orde in wereld, maar er zijn inherente
wetmatigheden. 4 elementen beheersen universum (water, vuur, aarde, lucht)
o Thales gaat de wereld verklaren vanuit deze 4 elementen. Hij dacht: “wat is het
fundamentele element waaruit alles bestaat?”
• Hoe zijn de elementen verbonden?
o De mens wordt een samenstelling uit deze 4 elementen en wanneer je ziek bent, is er 1
van die elementen niet in evenwicht met de rest.
Thales was een van de eerste figuren waarover geschreven werd en die een andere gedachtengang
had.
6. Logos versus magie en mysterie
• Magie geeft controle over de werkelijkheid maar is verborgen, niet toegankelijk (Hogwarts)
o Zweinstein (10e eeuw), werd beschouwd als één van de beste magische instellingen in
de Tovenaarswereld. Kinderen met magische gaven werden bij hun geboorte
ingeschreven, en de toelating werd op elfjarige leeftijd per uilenpost bevestigd. Als het
kind in kwestie echter een Dreuzel was of een Halfbloed zoals Harry Potter zonder
kennis van de Tovenaarswereld, bezocht een medewerker van de school het kind en
zijn of haar familie om hen te informeren over hun magische erfenis en het bestaan van
de Tovenaarswereld.
• Godsdienst verklaart ook het mysterie, maar slechts een beperkte elite heeft toegang tot het
mysterie. Mysteriegodsdiensten vereisen rituele inwijding, doorgeven van een geheim (priester
in mis)
• Natuurfilosofen (zoals Thales) doen beroep op wat algemeen verstaanbaar is, op de rede (logos
= rationaliteit staat centraal) en dat is in principe openbaar, toegankelijk voor allen, begrijpbaar
voor allen. Belang van argument, debat, rede
o Ze zoeken een “taal” die voor iedereen te snappen valt, een publiektoegankelijke rede
en gaat erover redeneren.
o Het is een tegenstelbare kennis, mensen kunnen erop reageren, eigen mening geven.
• Het Westen is een logocentrische cultuur. Zal in 20ste eeuwse filosofie zwaar bekritiseerd
worden door o.a. Nietzsche, Heidegger, Bataille,…
7. Rol van de wiskunde (meetkunde)
• Thales wordt beschouwd als de eerste Griekse wiskundige
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittthysbaert. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.