Geen enkele moleculen is meer essentieel dan water. Water
is een uitstekend oplosmiddel, water is vloeibaar wanneer
het op lichaamstherapie komt ( ons lichaam bestaat 60% uit
water, hoe ouder we worden hoe meer systemen water
verliezen en dit percentage dus kan verlagen), water kan
warmte energie opnemen en vasthouden, de verdamping van
water verbruikt warmte energie en water neemt een deel
aan veel essentiële chemische reacties ( zweten : overtollige warmte kwijt te spelen via verdamping)
- Water is een polaire molecule: O is lichtjes negatief geladen en H lichtjes positief. Het vormt 60%
van het lichaamsgewicht -> is essentieel voor het goede functioneren van de mens -> naarmate de
mens ouder wordt neemt die concentratie af, ook de hersenen verliezen vocht.
-Koolstof processen in een waterig milieu -> leven gestart in waterig milieu (meeste van onze planeet
is zee) ionen zijn opgelost in het water (zout, natriumchloride,...)
Water is het biologische oplossend
- Water als oplosmiddel
WATER IS EEN POLAIR MOLECULE → Ons lichaam is een waterig
milieu, maar sommige moleculen zijn toch hydrofoob (vet) -> vet is
hydrofoob, is niet polair en lost dus niet op in water
- Hydrofiele moleculen: Trekken water en andere polaire
moleculen aan
- Hydrofobe moleculen: Stoten water af en trekken andere
niet-polaire moleculen aan
- Lichaam maakt emulsies (mayo wordt gemaakt door geel van ei en beetje olie nodig en dat
zorgt voor een emulsie -> in he tgeel van eieren zitten emulgators en dat stabiliseert de
druppels olie)
- Zorgt ervoor dat essentiele zouten opgelost geraken
Water is vloeibaar bij lichaamstemperatuur
- Water heeft een belangrijke transportfunctie in het bloed, dat voor 90% uit water bestaat
- Water is het hoofdbestanddeel van:
o Intracellulaire ruimtes ( het bezet de ruimtes tussen de cellen )
o Extracellulaire ruimtes ( het vult zelfs de met vloeistof gevulde ruimtes)
- 60% van het lichaamsgewicht is water
- Tussen 0 en 100 graden is water vloeibaar
onder druk van het hart transporteert het bloed zuurstof en voedingsstoffen naar alle levende cellen
en cellulaire afvalstoffen (waaronder kooldioxide) weg van de cellen.
1
,Bij 0 graden: is er niet genoeg warmte-energie om deze waterstofbruggen te verbreken Boven 100
graden: alle waterstofbruggen tussen aangrenzende volledig verbroken en ontsnappen
watermoleculen als gas aan de atmosfeer
Water helpt om onze lichaamstemperatuur constant te houden
Water absorbeert warmte beter dan de meeste andere liquids. Het helpt bij het houden van warmte
wanneer er teveel warmte verlies is ( wanneer je een short aan doet op een koude dag). Het
voorkomt dat onze lichaamstemperatuur snel verandert op een korte tijd wanneer er veranderingen
optreden in het metabolisme of de omgeving. Meestal genereren we meer warmte dan dat we
eigenlijk nodig hebben ( 37 graden) het is dus belangrijk om warmte te verliezen voor onze
overleving. Een manier om warmte te verliezen is bijvoorbeeld: zweten. Onthoud dat er veel
warmte-energie nodig is om de waterstofbruggen tussen objecten te verbreken
Het belang van hydrogene ionen
Wanneer watermoleculen splitsen in twee ionen, geven ze
een gelijkaardig nummer hydrogenen (H+) als hydroxiden
(OH-) vrij.
- zuren
o geven waterstofionen H+
o zorgt voor een toename van waterstofionen
in een oplossing
- Basen
o Accepteer waterstofionen
o Verlaagt de waterstofionenconcentratie in
de oplossing
- pH-schaal: schaal van de zuurtegraad. Een meting
van de concentratie van waterstofionen. Valt uit elkaar
o rang van 0 tot 14
o zuur > 7
o neutraal=7
o Basen <7
- Figuur kennen, illustreert het belang van de schaal!!!!!! Examen
- Hydrogene ion = een single proton zonder een elektron.
De covalente binding tussen hydrogeen en o2 in water is super sterk en kan bijna nooit breken, maar
soms gebeurd het toch. wanneer het dat doet, wordt het elektron één waterstofatoom volledig
overgedragen naar het zuurstofatoom en het watermoleculen breekt in 2. Hydrogene ion = H+ en de
hydroxide ion ( OH-).
Zuren en basen
Een zuur is een molecule dat een H+ ion kan opgeven. per definitie is een waterige oplossing met
dezelfde concentratie H+ als die van zuiver water een neutrale oplossing ( bv: vinaigrette, zwarte
koffie, sinaasappelsap) Een base is een molecule dat zich kan combineren met een H+ ion. Base en
zuur neutraliseren elkaar omdat ze een tegenovergestelde functie hebben.
2
,De schaal drukt de waterstofionenconcetratie uit
Wetenschappers gebruiken de pH- schaal om te zuurtegraad of alkaliteit van een oplossing aan te
geven. De pH- schaal is een maat voor de waterstofionconcentratie van een oplossing. Ze gebruiken
de term mol hier. Elke pH- verandering in gehele getallen vertegenwoordigt een 10- voudige
verandering. pH van bloed is 7,4 net iets alkalischer dan neutraal water.. Met andere woorden een
verandering in de concentratie van waterstofionen kan gevaarlijk zijn omdat het de homeostase
bedreigt.
Buffers minimaliseren veranderingen in de pH
Buffersysteem minimaliseren veranderingen in Ph. Zorgen voor een minimale verandering de pH
waarde in het lichaam. Helpt een stabiele pH in lichaamsvloeistoffen te behouden. De belangrijkste
buffers zijn carbonic acid en bicarbonate. Buffers zijn essentieel voor ons vermogen om de
homeostase van de pH in lichaamsvloeistoffen te handhaven.
Macromoleculen zijn gesynthetiseerd en worden afgebroken in een cel
4 categorieën van organische moleculen (organisch: bevatten van C en H en geassocieerd met
levende organismen) -> koolhydraten, lipiden, proteïnen en nucleïnezuren
Koolstof kan sterke bindingen aangaan met andere stoffen -> de eerste laag is gevuld met 2
elektronen maar de tweede met 4, het is het sterkste met 8 op de tweede laag en daarom gaat die
covalente bindingen aan
- Macromolecule: bevat veel subunits, want er is geen limiet hoe groot koolstofverbindingen
kunnen worden. Wanneer een cel dit vormt, gebruikt het dehydratatiereacties
- Kan lineaire, vertakte of ringvormige moleculen vormen
Macromoleculen worden in de cel gevormd en afgebroken!
Dehydratie synthese
- Verwijdert het equivalent van een watermolecuul om
moleculaire eenheden te verbinden
- Vereist energie
- Bouwt macromoleculen op uit kleinere subeenheden
Hydrolyse
- Voegt het equivalent van een watermolecuul toe om
macromoleculen uit elkaar te halen.
- Maakt energie vrij
Koolstof is de gemeenschappelijke bouwsteen van organische
moleculen
- Koolstof, de bouwsteen van levende wezens
o Omvat 18% van het lichaam in gewicht
o Vormt vier covalente bindingen
o Kan enkele of dubbele bindingen vormen
o Bindt zich vaak met waterstof, stikstof, zuurstof of andere koolstofatomen
o Kan lineaire, vertakte of ringvormige moleculen vormen
o Kan micro- of macromoleculen bouwen
3
, Het vermogen om energie intern op te slaan, zorgt ervoor dat organismen kunnen overleven, zelfs als
er niet voldoende voedsel is.
Tijdens hydrolyse wordt het equivalent van een watermolecuul toegevoegd telkens wanneer een
covalente binding tussen afzonderlijke subeenheden in de keten wordt verbroken. Hydrolyse is in
wezen het omgekeerde van dehydratatiesynthese. Bij de afbraak van macromoleculen komt er
energie vrij.
Koolhydraten: gebruikt voor energie en structurele ondersteuning
De algemene formule : Cn(H2O)n. koolhydraten hebben een ruggengraat van koolstof atomen
waaraan waterstof en zuurstof zijn vastgemaakt in dezelfde verhouding als in water. De meeste
levende organismen gebruiken koolstof voor energie en planten gebruiken ten minste 1 koolhydraat
( cellulose) als structuur steun.
Monosaccharide: simpele suikers
- Glucose
- Fructose
- Galactose
- Ribose ( heeft 1 zuurstof atoom meer dan
deoxyribose)
- Deoxyribose
Oligosacharide: meer dan monosaccharide.
Om 2 monosaccharide uit elkaar te halen heb je enzymen nodig ( om lactose af te breken hebben
we enzymen nodig, lactase) Monosacchariden kunnen aan elkaar worden gekoppeld via
dehydratatiesynthese.
- Disacchariden: twee aan elkaar gekoppelde monosachariden
o Sucrose: glucose + fructose
o Maltose: glucose + glucose
o Lactose: glucose + galactose
Om 2 monosacchariden uit elkaar te halen heb je enzymen nodig (om lactose af te breken hebben we
enzymen nodig)
Polysacharide: ( slaan energie op)
- Duizende monosachariden verbonden in lineaire
en/of vertakte ketens
- Starch ( zetmeel)
- Glycogeen: gemaakt in dieren , slaat energie op
- Cellulose
Lipids: onoplosbaar in water 3 belangrijke klassen
- Triglyceride : energy storage -------------------→
- Fosfolipide : celmembraanstructuur
- Steroïden : op koolstof gebaseerde
ringstructuren ( kunnen door de membranen in
tegenstelling tot andere moleculen)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jilldas. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.30. You're not tied to anything after your purchase.