PDIB02 basiskennis marketing H3
3,1 marktbegrippen
3.1.1 markt
economen zien de mark als het samenhangende geheel van vraag naar en aanbod van een goed. we maken
dan onderscheid in:
1. concrete markt
2. abstracte markt
concrete markt
onder een concrete markt verstaan we de plaatselijke bepaalde samenkomst van aanbieders van en
vragers naar een bepaald goed of bepaalde goederen.
men spreekt dus van een concrete markt wanneer vragers en aanbieders van een bepaald product op
een geografische plaats samenkomen.
een concrete markt is de plaats waar kopers en verkopers van een bepaald product ook daadwerkelijk
aanwezig zijn
doel van de samenkomst is om te komen tot prijsvorming en tot het afsluiten van transacties. op een concrete
markt komt dus een ruil tot stand. een ruil kan alleen tot stand komen als aan de volgende drie voorwaarden is
voldaan:
1. er moeten minimaal twee partijen aanwezig zijn die elk een product bezitten dat voor de andere partij
waardevol is
2. de partijen moeten daarover communiceren
3. het product moet geleverd kunnen worden
is een samenleving die sterk is ontwikkeld, is geld een middel dat de ruil vergemakkelijkt. is er sprake van
gebrekkig geldsysteem, dan vindt ruil van goederen en/of diensten tegen andere goederen en/of diensten. de
ruil vindt dan plaats zonder inschakelingen van geld > bartering
abstracte markt
een abstracte markt is het geheel van vraag naar aanbod van een product waardoor de prijs ontstaat.
bij de confrontatie tussen vraag en aanbod bij een abstracte markt is er geen sprake van een
gebonden plaats.
een abstracte markt is een markt waar de te verhandelen goederen niet fysiek aanwezig zijn en waar
vragers (kopers) en aanbieders (verkopers) elkaar ook niet daadwerkelijk ontmoeten
er zijn 4 verschillende marktvormen. de marktvorm is afhankelijk van drie factoren
1. het aantal vragers
2. het aantal aanbieders
3. homogeen of heterogeen
Volkomen concurrentie
Veel aanbieders
Homogeen product
Geen invloed op de prijs> exogene prijs
Lage toetredingsdrempel
Hoeveelheids aanpasser
Monopolistische concurrentie
Veel aanbieders
Heterogeen product
Wel invloed op de prijs> endogene prijs
Lage toetredingsdrempel
Monopolie
Enige aanbieder
Homogeen product
Veel invloed op de prijs> endogene prijs >
Erg hoge toetredingsdrempel
Prijszetter
3.1.2 bedrijfskolom
een bedrijfskolom is een verticale structuur waarin voor een
aanbieder alle partijen geschetst worden die hebben bijdrage tot het
product dat hij verkoopt.
een bedrijfstak is een horizontale structuur bestaande uit alle
partijen in een bepaalde geleding van een bedrijfskolom.
bedrijfskolommen veranderen regelmatig. als een bedrijfskolom
langer wordt omdat er een tussenschakel bijkomt, er is dan sprake
van differentiatie
een bedrijfskolom kan ook korter worden doordat er een schakel
wegvalt; in zon geval is er sprake van integratie
als een organisatie een activiteit gaat uitvoeren die tot op dat
moment niet binnen dezelfde bedrijfstak werd verricht, is er sprake
van parallellisatie
het omgekeerde komt ook voor; een bedrijf dat het assortiment verkleint, is bezig met specialisatie.
de bedrijfskolom geeft een goed beeld van de goederenstroom tussen de verschillende markpartijen.
meestal verloopt de goederenstroom van oer-producent naar finale consument
ook is er een geld- en informatiestroom, die zich omgekeerd richting beweegt. tussen de schakels
bevinden zich de markten
3.1.1 schakels in bedrijfskolom
een bedrijfskolom bestaan uit een aantal verticale geledingen, schakels, bestaat waar men soortgelijke
bedrijfshoudingen aantreft. deze bedrijven zijn betrokken bij de productie, de handel en de distributie.
deze schakels noemt men bedrijfstakken. een branche, vaak verward met bedrijfstak, is een
verzameling van gelijksoortige bedrijven binnen een bedrijfstak. het is dus een horizontale structuur
oer producenten onttrekken hun producten voornamelijk aan de natuur. in de basisindustrie ondergaan deze
producten en eerste bewerking. de verwerkende industrie verwerkt dit weer door. de handel zorgt voor de
doorstroming van de grondstoffen en halffabricaten in de bedrijfskolom.
oer producenten leveren hun producten meestal aan de collecterende handel of aan de basisindustrie. de
collecterende handel verkoopt zijn producten aan de industrie of aan de distribuerende handel. deze kan
verdeeld worden in groothandel en kleinhandel.
de groothandel koopt in grote hoeveelheden van de collecterende handel of van de industrie en
verkoopt kleineren hoeveelheden aan de kleinhandel.
de kleinhandel verkoopt zijn producten in kleine hoeveelheden of zelfs per stuk aan de consument.
3.2 vraagzijde van de markt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ramhuismans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.77. You're not tied to anything after your purchase.