Persoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheid
= individuele verschillen in de gewoonlijkegedachte-, gevoels-en gedragspatronenvan een
persoon. Personen verschillen systematisch in hun voorkeur en geneigdheid tot het zoeken
van sociale stimulatie en spanning, in emotionele kwetsbaarheid en expressiviteit, in
ordelijkheid enzovoort, allemaal aspecten van normale persoonlijkheidsvariatie. DUS het
totale doen en laten van een persoon, dat hem uniek maakt. Zijn persoonlijkheidstrekken
tonen zich zowel als hij alleen is als op momenten dat anderen erbij (Alles waar jou als
persoon maakt)
In je jeugdjaren ontdekt je hoe ke in elkaar zit en welke interne eigenschappen jou
consistent maken = blijvende eigenschappen
= De relatief stabiele interne eigenschappen die:
o Gedrag van een persoon consistent maken over situaties heen
o Verschillen van het gedrag van anderen in vergelijkbare situaties
Persoonlijkheidsstoornissen
= Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk afwijken van
verwachtingen binnen de cultuur van de betrokkene en die zo ernstig zijn dat ze opvallende
stoornissen in het sociale en beroepsmatige functioneren of subjectieve onlustgevoelens
veroorzaken.
= specifieke persoonlijkheidskenmerken van een persoon leiden tot langdurig en hardnekkig
verminder functioneren in ongeveer alle gebieden waarin een persoon zich moet
manifesteren (vooral in relatie met andere voelbaar en merkbaar)
Wordt maatschappelijk ingevuld, maatschappij beslist welk gedrag aanvaardbaar is.
Persoonlijkheidsstoornis = Westers concept, in een andere cultuur is deze stoornis
mogelijks niet problematisch (niet toepasbaar op mensen van andere afkomst – wel
alternatieven beschikbaar).
De patiënten vinden van zichzelf dat ze normaal zijn, hebben geen ziekte-inzicht (ego-
syntone) DUS moeilijke behandelgroep. Ze zien zichzelf niet als oorzaak van probleem
Kenmerkend = mate waarin functioneren van patiënt verstoord is tov zijn ‘baseline’ of
‘gewoonlijk niveau van functioneren’. Bij allerlei psychiatrische ziektebeelden ervaren
patiënten dat hun leven verstoord is => problematiek zit hen dwars en voorkomt een
optimaal functioneren.
Globale criteria = 4 sleutelbegrippen
Afwijkend van maatschappelijke norm (persoonlijkheidsstoornissen = cultureel bepaald)
Duurzaam = Star in hun zijn, niet zomaar te veranderen
Pervasief = Zich laten voelen in ongeveer elk domein van het functioneren, ook als
persoon alleen is => leidt tot functionele en/of sociale beperkingen
Zorgt voor persoonlijk lijden
Vooral in relatie met anderen is deze problematiek merkbaar
Egosyntoon = eigen gedrag, dat eventueel voor bellemering functioneren zorgt, wordt als
niet vreemd ervaren => ‘het is eigen aan mezelf’
Egodystoon = gedrag dat een rem zet op het functioneren, wordt als ‘niet-eigen’ ervaren
1
, Moeilijkheden die ontstaan:
Gaan vaak niet over specifiek afgegrensd gedrag (bv. angstig gedrag bij een angststoornis
= wel specifiek & afgegrensd)
Gaan wel over persoonlijke identiteit, samen met het bemoeilijkt functioneren in relaties
& de gevoelens van ontevredenheid die daarbij worden opgeroepen
In vergelijking met andere ggz-problematiek:
Effect vooral te voelen in sociale situaties (in tegenstelling tot gelijkaardige stoornissen
die hetzelfde domein omvatten maar géén persoonlijkheidsstoornis zijn)
Ervaren zichzelf als ‘gewoon’ => oorzaken van ervaren moeilijkheden buiten zich leggen
DSM 5
= Duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen dat duidelijk afwijkt van
datgene dat binnen de cultuur van de betrokkene wordt verwacht
Vreemde cognities (manier van denken, waarnemen & interpreteren van zichzelf,
anderen en gebeurtenissen, …)
Vreemde affectiviteit (variëteit, intensiteit, labiliteit, adequaatheid van emotionele
reacties, …)
Bemoeilijkt interpersoonlijk functioneren (intimiteit, wederkerigheid, sociale
vaardigheden, …)
Bemoeilijkte impulsbeheersing (te weinig controle of juist te rigide)
= Duurzaam patroon is:
o is inflexibel => tot uiting in breed scala van persoonlijke en sociale situaties
o veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale en
beroepsmatige functioneren of in functioneren op andere belangrijke terreinen
o stabiel, van LT, begonnen in de adolescentie of jongvolwassenheid
o kan niet beter worden verklaard als uiting/gevolg van andere psychische stoornis
o niet worden toegeschreven aan directe fysiologische effecten van een middel (bv.
drugs/GM) of somatische aandoening (bv. schedeltrauma)
Voorkomen
tussen 2-4 % van de bevolking, eventueel tot 10 %!
50 à 60 % van een psychiatrische populatie in opname
borderline, histrionische (theatrale) & afhankelijke persoonlijkheidsstoornis = komt
meeste voor
Clusters
A: vreemd & excentriek of eigenaardig gedrag
omwille van:
vervormde waarneming van
vervormd denken over de omgeving
vervormd vertrouwen in
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienkeymolen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.