Vragen voor het vak Ondernemingsfiscaliteit uit het 2e zit examen van 2018 gegeven door Jan Verhoeye aan Universiteit Gent voor de richting Handelswetenschappen.
Vragen ondernemingsfiscaliteit 2e zit 2018
Splits het tussen 1ste semester en 2de semester he, die vragen waren anders.
1ste semester
Wanneer is de btw opeisbaar? 1/01/N0 is de levering. 10/05/N1 is de factuur
aangekomen. 10/07/N1 wordt er betaald.
A) 1/01
B) 10/05
C) 10/07
Weet er iemand 100% zeker ?
Personeelskosten van 50000 niet opgenomen in fiche en na 2 jaar 9 maand ontdekt.
Afzonderlijke afslag is? (met crisisbijdrage)
A) 25000*1,03
B) 50000*1,03
C) 0
D) 50000*3,09
1. Selecteer het juiste bedrag.
Een kleine vennootschap kocht op 01.07.N0 een installatie aan met een
aanschaffingsprijs van 50.000,00 EUR. Daarbij kwamen nog extra aankoopkosten
(voor het leveren en plaatsen van de installatie) van 5.000,00 EUR. De installatie zal
lineair worden afgeschreven over 5 jaar. De maximale afschrijvingskosten met
betrekking tot deze installatie voor boekjaar N0 bedragen:
A) 11.000,00 EUR - - > is dit niet juist?
B) 15.000,00 EUR
C) 9.000,00 EUR
D) 10.000,00 EUR
Kleine vennootschap kan volledig installatiekost in haar eerste boekjaar bijvoegen
(50000+5000)/5=11000
10.000 + 5.000 = 15.000
2. Een vennootschap opgericht in 20N0 wordt op 01.01.20N16 ontbonden. Ze beschikt
op dat moment over een gestort kapitaal van 100.000,00 EUR, wettelijke reserves van
10.000,00 EUR, beschikbare reserves van 50.000 EUR, een liquidatiereserve van
100.000 EUR aangelegd uit de winst van het boekjaar 20N15 (aanslagjaar 20N16), en
een overgedragen verlies van 40.000,00 EUR. Naar aanleiding van de ontbinding keert
de vennootschap 220.000,00 EUR uit aan haar aandeelhouders, die allemaal
natuurlijke personen zijn. De verschuldigde roerende voorheffing op de uitkering
bedraagt:
A) 20.000 EUR
, B) 66.000 EUR
C) 9.000 EUR
D) 6.000 EUR
3. Selecteer de juiste stelling.
Een vennootschap die een gerevaloriseerd gestort kapitaal heeft van 100.000 EUR,
koopt op 01.03.N0 eigen aandelen aan die 5% van het kapitaal vertegenwoordigen,
voor een verkrijgingsprijs van 75.000 EUR. De vennootschap wordt niet ontbonden, en
de verkrijging van de aandelen voldoet aan de voorwaarden gesteld in het Wetboek
van vennootschappen. Op 01.05.N1 worden de aandelen weer verkocht voor 60.000
EUR.
A) Voor boekjaar N0 zal 5.000 EUR als uitgekeerd dividend worden aangemerkt.
B) Dit heeft geen invloed op de uitgekeerde dividenden.
C) Voor boekjaar N0 zal 55.000 EUR als uitgekeerd dividend worden aangemerkt.
D) Voor boekjaar N1 zal 15.000 EUR als uitgekeerd dividend worden aangemerkt.
4. Een kleine vennootschap wil gebruik maken van de “tax shelter” om te investeren
in de productie van een Belgische film. Ze heeft een belastbare gereserveerde winst
van het belastbaar tijdperk, vastgesteld vóór de aanleg van de belastingvrije reserve
naar aanleiding van deze transactie, van 2.000.000 EUR. De maximale storting die de
vennootschap mag doen indien ze de volledige vrijstelling wil kunnen toepassen in
het huidige belastbaar tijdperk bedraagt:
A) 241.935.48
5. Selecteer de juiste stelling
Een niet-kleine vennootschap deed gedurende het boekjaar voorafbetalingen voor de
vennootschapsbelasting van 10.000 EUR op 10.04.N0, 5.000 EUR op 10.07.N0, 5.000
EUR op 10.10.N0, en 15.000 EUR op 20.12.N0. Voor aanslagjaar N1 bedraagt de
toegepaste rentevoet bij onvoldoende voorafbetalingen 1,125%. Er wordt een
rentevoet toegepast van respectievelijk 1,50%, 1,25%, 1% en 0,75% voor de eerste tot
en met de vierde voorafbetaling. De totale vennootschapsbelasting over het boekjaar
bedraagt 30.000 EUR.
A) Er zal een belastingvermeerdering worden toegepast van 337,50 EUR voor
aanslagjaar N1
B) Er zal een belastingvermeerdering worden toegepast van 375 EUR voor aanslagjaar
N1
C) Er zal geen belastingvermeerdering worden toegepast voor aanslagjaar N1
D) Er zal een belastingvermindering worden toegekend van 37,50 EUR voor
aanslagjaar N1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller handelswetenschappengent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.