100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Probleem 6: Attitudes $4.88   Add to cart

Summary

Samenvatting Probleem 6: Attitudes

1 review
 45 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 17 pagina's voor het vak 1.1 Mensen in groepen aan de EUR

Preview 3 out of 17  pages

  • September 24, 2018
  • 17
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: derkheesen • 5 year ago

avatar-seller
Probleem 6: Attitudes
Gebruikte literatuur:
● Hogg & Vaughan
● Kassin
● Gleitman



Begrippen
Attitude = een houding van iemand
Een tamelijk stabiele evaluatie van iets dat goed of slecht is, waardoor een persoon nadenkt,
zich voelt of zich positief of negatief gedraagt over een persoon, groep of sociale kwestie

Attitude (Kassin) = Een positieve, negatieve of gemengde reactie op een persoon, object of
idee. een attitiude kan positief en negatief zijn. en een attitude kan zwak of sterk zijn. een
attitude kan impliciet of expliciet zijn.

implicit attitude = impliciete houding → een houding, zoals vooroordelen, die men
niet kent. iedereen heeft allerlei impliciete attitudes die we niet zelf kunnen
rapporteren in vragenlijsten omdat we ons niet bewust zijn van het hebben ervan

Implicit Association Test (IAT) = een verborgen maat voor onbewuste attitudes, afgeleid
van de snelheid waarmee mensen reageren op combinaties van concepten, zoals zwart of
wit met goed of slecht.

theory of planned behavior = theorie van gepland gedrag →theorie dat attitudes
ten aanzien van een specifek gedrag worden gecombineerd met subjectieve
normen en waargenomen controle om iemands acties te beïnvloeden.

Cognitieve dissonantie = een onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige
overtuigingen, ideeën of opvattingen of bij handelen in strijd met de eigen overtuiging.

Persuade = Overhalen, overreding→ Ik dwing haar erin → Ik converteer hem naar
mijn kant.

third-person effect = als mensen van mening zijn dat zij niet beinvloed worden door
anderen zoals reclameborden etc.

Convince = overtuigen, overreding

Status differentiation = The gradual rise of some group members to positions of greater
authority, accompanied by decreases in the authority exercised by other members.

Need for power = de dispositionele neiging om controle over anderen te zoeken.

,aantrekkelijkheid, sympathie en gelijkenis (attractiveness, likeability and similarity.)

Persuasive communication = overtuigende communicatie: Bericht bedoeld om een
houding en gerelateerd gedrag van een publiek te veranderen.

Source = Het vertrekpunt van een overtuigende communicatie.
Message = Communicatie van een bron gericht op een publiek.
Audience = Bedoeld doelwit van een overtuigende communicatie.

need for cognition (NC) = A personality variable that distinguishes people on the basis of
how much they enjoy effortful cognitive activities.

sleeper effect (Kassin) = A delayed increase in the persuasive impact of a noncredible
source

Credibility = geloofwaardigheid (bron)

Likability = (bron)

Informational Strategies = informatiestrategieen

Message Discrepancy = bericht afwijkingen

Subliminal Messages = Subliminale boodschappen

Discrepantie = rechtswetenschap: hetgeen van elkaar afwijkt.

Attitude Change/ Attitudeverandering = Een belangrijke wijziging van de houding van een
individu. In het overtuigingsproces gaat het om de communicator, de communicatie, het
gebruikte medium en de kenmerken van het publiek. Houding-verandering kan ook
plaatsvinden door iemand ertoe te bewegen een handeling uit te voeren die indruist tegen
een bestaande houding.

Cognitieve dissonantie = toestand van psychologische spanning, geproduceerd door
gelijktijdig twee tegengestelde cognities te hebben.

Elaboration = Het proces van nadenken over en het kritisch bekijken van de argumenten
vervat in een persuasieve communicatie:

central route to persuasion = het proces van attitudeverandering wanneer iemand
zorgvuldig het bewijs en de argumenten evalueert

peripheral route to persuasion = het proces dat gepaard gaat met attitudeverandering
wanneer iemand vertrouwt op onsuccesvolle factoren, zoals het uiterlijk of charisma van de
persoon die het argument voorstelt.
cognitieve dissonantie = Een niet-compatibele inconsistentie tussen iemands
schuldbewijzen, overtuigingen, attitudes of gevoelens. Mensen proberen het te verminderen
door hun acties, overtuigingen, attitudes of gevoelens meer consistent te maken met elkaar.

, Elaboration-likelihood-model = model van attitudeverandering: wanneer mensen
aandachtig luisteren naar een bericht, gebruiken ze een centrale route om het bericht te
verwerken; anderen gebruiken ze een perifere route. Dit model concurreert met het
heuristisch-systematische model.

self-perception theory / zelfperceptie theorie = De theorie dat we onze eigen houdingen
en gevoelens alleen kennen door onze eigen gedragingen te observeren en te beslissen wat
hen waarschijnlijk heeft aangezet, net zoals we doen wanneer we anderen proberen te
begrijpen

received insufficient justification = onvoldoende rechtvaardigheid krijgen voor iets
(experiment en probleem 6b)

Cognitieve dissonantheorie = De theorie dat het hebben van inconsistente cognities
psychologische spanning oproept, waardoor mensen gemotiveerd worden om te
verminderen

Justifying Attitude-Discrepant Behavior = Rechtvaardig Attitude-Discrepant Gedrag

insufficient deterrence = onvoldoende afschrikking → Een toestand waarin mensen
zich onthouden van het verrichten van een gewenste activiteit, zelfs wanneer
slechts een milde straf wordt bedreigd.

Justifying Effort = rechtvaardigingsinspanningen → inconsistentie tussen
effect en uitkoosst konn connitieve iissonnntie o wekokoen we veranderen
onze houding om ons voordeel te rechtvaardigen.

dissonantietheorie voorspelt: hoe meer tijd of geld, of dat u ervoor kiest om in iets te
investeren, hoe angstiger u zult voelen als de uitkomst teleurstellend is. Een manier om met
deze inconsistentie om te gaan, is door uw attitudes te veranderen.

Justifying Difficult Decisions = Moeilijke beslissingen rechtvaardigen




6A: Persuade
Leerdoel 1: Hoe overtuig je iemand?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller krisssie92. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77236 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.88
  • (1)
  Add to cart