Samenvatting Filosofe
Inleiding
Logos verwijst naar een bepaalde manier van denken over de wereld: een soort logische analyse
die alle dingen vanuit de rede bekijkt en ze verklaart met puur denken. Men dacht dat zo’n
intellectuele onderneming tot wijsheid(sophia) zou leiden. Men dacht ook dat iemand die zich wijdde
aan Logos een grote liefde (philo) voor wijsheid had.--> drm Filosoof.
Wat was er voor fiosofei Logos? Mythos: een bepaalde manier van denken die de wereld in een
context van bovennatuurlijke oorzaken plaatste. Mythos verklaade wereldse dingen door z in
verband te brengen met uitzonderlijke, soms heilige gebeurtenissen. Bijv. de Grieken die dingen
toeschreven aan de theatrale levenswijze van goden op berg Olympus. De verhalen over deze
oorzaken: mytheni geven een verklaring + zijn morele voorbeelden en richtlijnen- met als doel de
situate te behouden zoals deze is. Voordeel: alle gebeurtenissen hadden een betekenis. Nadeel:
mythen maakten de samenleving star en hielden vernieuwing tegen. volgens sommigen bracht de
Logos verlichtng, maar volgens andere vormt de Logos (en wetenschap en flosofe) onze huidige
mythe. maar nemen aan dat er echt iets veranderde rond 700 v.C. (periode hiervoor: ‘droomtjd’)
Griekenland rond 700 v.C gebeurtenissen worden verklaard met natuurlijke gebeurtenissen i.p.v.
bovennatuurlijke gebeurtenissen. Waarom in Griekenland?
- Hier bestond geen Priesterklasse van censoren
- Griekse verbeelding was altjd vruchtbaar geweest en had oog voor kleinste details(bijv.
Homerus beschrijving schild Achilles).
- Grieken waren zich bewust van verandering: zomer-winter, leven-dood etc.--> leidde soms
tot pessimisme, maar ook tot verlangen naar verklaring. Ook optmisme: de op eigenkracht
werkende menselijke geest is in staat onwrikbare waarheden over werkelijkheid te
ontdekken.
Hoofdstuk 1 De pre- socratische flosofen
Thaies van Miietee(a. 580 vC.): als er verandering is, moet er iets zijn dat verandert en iets dat toch
ook niet verandert. Er moet eenheid zijn achter de veelheid van zichtbare dingen. (eenheid die dus
verscholen is achter de dingen die er zijn in de wereld). Volgens Milete was alles uiteindelijk terug te
voeren op water, want water vertoont het duidelijkst verandering. (alles is samengesteld uit water).
uitspraak tegenwoordig gewaardeerd wegens vorm, niet inhoud + gewaardeerd om
vooronderstelling: dat er een oerstof ten grondslag moet liggen aan die verandering verklaart, terwijl
zij zelf zo blijf zoals zij is.
Anaximander e(a. 610-546 vC.): als alles water was, dan zou lang geleden alles alweer water zijn
geworden. Hoe kan water vuur worden? Hoe kan überhaupt een stof haar tegenovergestelde
worden? de oerstof achter de elementen kon niet een van de elementen zelf zijn, maar een
onzichtbaar- grenzeloos- onbepaald iets- want iets dat bepaald is heef een grens en kan dus niet
alles omvaten. erwijl het Onbepaald niets ontsluit, omdat HE alles is.
Anaximander bedacht: Het Onbepaalde bewoog oorspronkelijk moeiteloos in grote kosmische
maalstroom maar werd toen verstoord door ramp, waardoor alle elementen zich afscheiden van de
maalstroom. 2 uitleggingen citaat blz 25:
- De wereld is ’t resultaat van een kosmische fout: al het bestaande komt voort uit onrecht.
Maar recht zal geschieden: wereld zal uiteindelijk vergaan en dingen zullen terugkeren naar
hun Onbepaalde oorsprong. combinate van mythos en logos in optmisme over zege
recht.
- oen 4 elementen werden geschapen, werden ze als tegengestelden verwant met elkaar en
ontwikkelden zich tot een evenwicht: als een element tjdelijk overheerst, wordt dit weer
, ingedampt door andere element. Dus de oorspronkelijke eenheid van ’t Onbepaalde wordt
een schijnbare oorlog van tegengestelden.
Kritek: leverde niets op: een niet te beschrijven onbepaalde oerstof was ’t zelfde als niets.
Anaximenese(a. 545 vC): gewone alledaagse lucht is een van de velen vormen waartoe ‘oerlucht kan
worden omgevormd d.m.v. verlichtng en verdunning. alle verschillen in kwaliteit(stofelijkheid)
dus door verlichtng en verdunning verschillen in kwantteit(hoeveelheid). Dus simpelweg meer of
minder stof samengeplakt in een begrensde ruimte.
Miiesiërs: hales van Milete, Anaximander en Anaximenes, omdat ze uit de Griekse kolonie Milete
kwamen en daar samen de 1e flosofenschool vormden. Gemeenschappelijke kenmerken:
- Verlangen naar eenvoudige verklaringen
- Vertrouwen in waarneming als ondersteuning van theorieën
- Verbondenheid mat naturaiisme: gedachte dat natuurverschijnselen verklaard moeten
worden m.b.v. andere natuurverschijnselen.
- Verbondenheid met monisme: gedachte dat er uiteindelijk één oerstof is.
school hield op te bestaan door einde aan wankele vrede tussen Griekse buitenpost en Perzië.
Pythagorase572-500 vC): opvatng dat alle dingen getallen zijn. een juiste beschrijving van de
werkelijkheid moest in wiskundige formules worden gegoten. Hij liep qua meetkunde voor op
Euclides en ontdekte samenhang tussen toonverhoudingen in muziek en hele getallen. Hieruit leidde
hij een wiskundige samenhang van het heelal af. leerstelling van ‘de harmonie der sferen’.
Invloed Pythagoras groot- school bleef bijna 400 jaar bestaan + invloed op Plato.
Minder wetenschappelijke kant Pythagoras: hij was leider religieuze sekte met strikte regels.
Hera(iitus e(a. 470 vC): oerstof is vuur(meer fguurlijk dan leterlijk). Er is iets in vuur dat zowel het
verschijnen van het blijvende (vorm vlam blijf zelfde) als het wordende (alles in vlam verandert)
verklaart. Enkele conclusies uit dit inzicht:
- Werkelijkheid is niet uit een aantal dingen opgebouwd, maar is een proces van doorgaande
opbouw en afraak.
- Je kunt niet tweemaal in zelfde rivier stappen: alles verandert behalve verandering zelf.
Heraclitus werd ‘de Duistere’ genoemd. ideeën als pessimistsch gezien- vormden nl een
gemoedstoestand: levensopvatng van verlies en terugkijken. Maar ook positef: er bestond een
onzichtbare Logos waaraan verandering onderworpen is- verandering dus ratoneel verschijnsel ipv
chaos. logostheorie maakte veel indruk op Plato en Werd basis voor begrip natuurwet.
Parmenidese(a. 515-440 V(): kan niet eens één keer in zelfde rivier stappen. Vanzelfsprekende
waarheid: HE IS = geen empirische stelling, maar waarheid van ’t verstand. kan zelfs niet ontkent
worden zonder in tegenspraak te zijn met zichzelf: Als je zegt HE IS NIE , dan heb je bewezen dat
HE IS, want als niets bestaat, is het niet niets, maar juist iets.
Parmenides geloofde dat ZIJN ratoneel is: alleen wat gedacht kan worden, bestaat—omdat NIE S
niet gedacht kan worden, zonder eraan te denken als iets: HE IS NIE .
Het ZIJN is niet door schepping voortgebracht maar is eeuwig en heef geen gaten, want als ZIJN IS,
dan kan er geen plek zijn waar ZIJN NIE is. beweging is dus niet mogelijk, want dan zou ZIJN gaan
naar waar ZIJN niet is- en zo’n plek, waar ZIJN NIE IS, IS er niet.
Zeno van Aieae(a. 490 V(i):
Redu(tio ad Absurdum manier van discussiëren waarbij je begint met ’t accepteren van
uitgangspunten van tegenstander en vervolgens aantoont dat deze logischerwijs tot onzin of
tegenspraak leiden. Zeno: zelfs al zou je ’t bestaan van beweging aannemen, niemand kon ooit
waar dan ook arriveren, want je moet steeds nog afstand afeggen—P.39. aan redenering komt nooit
eind zodoende is beweging onmogelijk, zelfs al zou het mogelijk zijn. geïllusteerd door Achilles
en schildpad: Achilles kan schildpad nooit inhalen, want deze begon verder en is dus steeds op ander
punt dan Achilles.
Parmenisdes en Zeno veroorzaakten opschudding door:
, - Scheiding tussen empirisme en ratonalisme.
- Dwongen herziening af van begrip monisme: werkelijkheid opgebouwd uit één ding.
Piuraiisten: groep fiosofen die ervan uitging dat oerstof was samengesteld uit veelheid van dingen
ipv één ding- Empedocles bijv.
Empedo(ies e(a. 440 V(.): Alle dingen zijn mengsels van de elementen: de vier wortels. Maar met
kritek van Zeno op beweging in z’n achterhoofd, beweerde hij dat er 2 krachten nodig waren om
beweging en verandering te kunnen verklaren: LIEFDE(kracht die eenheid schept en afzonderlijke
delen verenigt) en HAA (kracht die scheidt en eenheden opsplitst).--> invloed op Freud.
Anatomisten: wereld is samengesteld uit stofelijke lichamen, die zelf waren samengesteld uit
groepen ‘atomen’. Griekse Atamos betekent onscheidbaar.
Demo(ritus e(a. 460-370 V(): Maakte van elk atoom een klein stukje van het ZIJN van Parmenides(ze
waren niet ontstaan, onverwoestbaar, eeuwig, onscheidbaar en zonder gaten). Ze bewogen volgens
hem in een lege ruimte waar ze absoluut noodzakelijke wegen afegden; die waren vastgelegd door
starre natuurweten. Dus, paradoxaal met Parmenides, waren zowel lege ruimte als beweging echt.
Bovendien waren beweging en ruimte, net als atomen, ‘natuurlijk’ en fundamenteel. niet
beweging maar juist traagheid vroeg om verklaring: traagheid was een waandenkbeeld en werd zo
dus weggegenereerd Zo beiandde de fiosofe in een onwrikbaar materiaiisme en determinisme:
er is niets anders in de wereld dan materiële lichamen in beweging. Er is ook geen vrijheid, alleen
noodzaak.
Bij preso(ratis(he fiosofen dus:
- Losmaking van mythen en religie.--> nieuwe methoden en eigen inhoud. begin van soort
denken van moderne natuurwetenschap.
- Direct verband met grote denkers uit onze tjd: bijv. 2 deling tussen verstand en zintuigen
zoals bij Kant + bijv. 1e poging om evolutetheorie op te zeten + wiskunde en werkelijkheid.
- Presocraten hadden dus de traditonele godsdienst en morele waarden omver geworpen-
wat over? ontstond handelsklasse die daarin ook niet meer was geïnteresseerd, maar
meer in retoriek: de kunst van het overtuigen van de massa met welbespraakte, maar niet
noodzakelijk ware redeneringen.
Hoofdstuk 2 De Atheense Filosofen
Volgende groep flosofen, geen echte flosofen maar retorici: de SOFIS EN-=wijze mannen. – ging bij
hen niet om wat werkelijkheid of waarheid is maar om wat macht is en de kunst van overtuigen.
ontstond sceptsche en cynische houding. Beroemdste en minst cynische was Protagorase(a. 490-422
vC): manier om succes te bereiken ligt in een voorzichtge en zorgvuldige omgang met traditonele
gewoonten: niet omdat ze waar zijn, maar nutg om te begrijpen en gebruiken. Gewoontes zijn
relatef en niet absoluut- in feite is alles ten opzichte van mens relatef: Homo Mensura = de mens is
de maat van alle dingen. subjectviteit/Relatvisme dus van belang.
Gorgiase483-375 vC.): hij bewees de volgende stellingen:
1. Er is niets.
2. Als er iets zou zijn, zou niemand het kunnen herkennen.
3. Als iemand het toch kende, zou hij er niemand iets over kunnen zeggen.
Thrasyma(hus: rechtvaardigheid is in het belang van de sterkste: Macht geef recht. Alle
woordenstrijd over moraal is inhoudsloos, behalve als deze is terug te voeren op machtsstrijd.
Caiii(es: traditonele moraal, alleen maar een slimme manier van de zwakke massa om het sterke
individu te ketenen. Hij onderwees dat de sterke deze boeien moest afwerpen. Dit afwerpen was een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ljbaks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.