Instructiepsychologie & -technologie
Leren
1. Inleiding
Onderwijsgevenden hebben de taak om onderwijsleeromgevingen te realiseren
Dwz. Studenten stimuleren om de vereiste leerprocessen op gang te brengen zodat ze goede
leerresultaten behalen
Leerresultaten hebben betrekking op competenties die als nastreefwaardig en haalbaar
worden beschouwd
Leerresultaten moeten ook toegepast kunnen worden in situaties die afwijken van wat ze
gewoon zijn
De lerende moet ook gemotiveerd zijn om kennis spontaan te gebruiken en nieuwe
competenties uit te bouwen
Inzicht in leerprocessen is noodzakelijk
2. Visies op cognitee leren en onderwijzen
Vanaf 1950: van associationistischehbehavioristische benadering naar cognitieve benadering
o Mens wordt niet meer beschreven als een bundel reacties op prikkels uit de
omgeving maar als verwerker van informatie
Introductie ‘informatieverwerkingsbenadering (2.2)
Hierna hebben we het constructivisme: legt klemtoon op constructief karakter van denken
en leren (2.3)
Situated cognition benadering: Plaatst sociale en culturele context waarin menselijk denken
en leren plaatsvindt centraal (2.4)
Standpuntbepaling (2.5)
2.1 Associationistische h behavioristische benaderingen
Leren is blijvende verandering in het gedrag als gevolg van een reactie van de
lerende op gebeurtenissen in de omgeving
Stimulus respons
Klemtoon op uitwendig waarneembare of registreerbare gedrag als enige geldige
onderzoeksobject
Zeten zich af tegen de psychoanalyse
Gedragingen zijn reacties op prikkels uit de omgeving door middel van leerprocessen
S-R model
Assumpties (=veronderstellingen)
o Er zijn geen bewuste denkactiviteiten van het individu
o Unitaristische of unieke-leerproces theorieën: men gaat de fundamentele
leerprincipes naar boven halen
2 theorieën over S-R koppeling
o Klassieke conditionering (Pavlov)
o Operante conditionering (Skinner)
HB p.3
1
,Het associationisme en behaviorisme heef opvoeding en onderwijs sterk beïnvloedt. Die invloed
vinden we terug in leeromgevingen, curricula, evaluatievormen en automatisering. ypische
kenmerken van die omgeving zijn:
Duidelijke en gedragsmatige omschrijving van leerdoelen
Opsplitsing van de te leren vaardigheden in onderdelen die geleidelijk aan
aangeleerd worden: geleidelijk aan iets verwerven
Bekrachtiging van correcte antwoorden: enkel wenselijke antwoorden geven
Herhaaldelijk aanbieden van leermateriaal
Aanbrengen van variatie in taakmateriaal en omgeving: Vb. leren autorijden in
verschillende omgevingen
Concrete onderwijsinnovaties zijn ‘geprogrammeerde instructiee en ‘behavioural objectives
movemente. Het basisidee was dat leraren zich in hun handelen moesten aanpassen aan
doelstellingen die geformuleerd werden in termen van concrete en zichtbare gedragingen.
De Gestaltspsychologen, Ontwikkelingstheorie van Piaget en de Cultuurhistorische theorie van
Vygotsky zeten zich af tegen het behaviorisme. Zij zijn van mening dat
Gedragingen een som van S-R koppelingen zijn
Zijn er ook van overtuigd dat de mens leert door actief de wereld te verkennen en daar
patronen en structuren onderscheiden
Kohler: inzicht in apen
2.2 Cognitieve benadering
Van uiterlijk waarneembaar gedrag naar interne, mentale processen en structuren
voor het verwerven, opslaan en gebruiken van informatie
Hebben aandacht voor interne, mentale processen
Ontstaan door gestaltpsychologie: geheugen is georganiseerd en is opgebouwd uit
betekenisvolle associaties en doelgerichte zoekprocessen
Zien de mens als informatieverwerkend systeem
Informatieverwerkend systeem (Atkinson & Shifrin)
o 3 soorten geheugens
1.Zintuigelijk of sensorisch
2.Kortetermijn- of werkgeheugen
3.Langetermijn- of permanent geheugen
2
,Zintuigelijk geheugen:
Zintuigelijk geheugen is een verlenging van zintuigen
Zeer grote opslagcapaciteit, kan binnenkomende informatie maar korte tijd bewaren
Als de binnenkomende informatie niet naar het werkgeheugen is overgedragen, dan is deze
informatie verloren
Verschillende zintuigen:
o Zicht
o Gehoor
o Smaak
o Aanraking
o Geur
Werkgeheugen:
ijdelijke opslagplaats van relevante informatie (het vasthouden van informatie
Onderzoek: Zonder inspanning kan je 7 losse items onthouden in het werkgeheugen
We moeten strategieën gebruiken om nog meer dingen te onthouden
o Opslagcapaciteit vergroot
o Elementen kunnen langere tijd bewaard blijven in werkgeheugen
Als informatie vaak genoeg wordt herhaald kan het overgedragen worden naar het
langetermijngeheugen
DOEL: informatie vasthouden, bewerken, regelen tussen geheugensystemen
In het werkgeheugen worden 3 subsystemen onderscheiden
o Centrale verwerker: belangrijkste controlecentrum: Reguleert aandacht en stuurt
informatie naar 1 van de andere systemen
o Fonologische lus: Auditieve informatie tijdelijk opslaan
o Visuospatieel schetsblad: Visuele informatie tijdelijk opslaan
De FL en het VS worden ook wel ‘slave systemse genoemd omdat ze ondergeschikt
zijn aan de centrale verwerker
3
, Langetermijngeheugen/ permanent geheugen:
Onbeperkte capaciteit
Kan men opsplitsen in 2 onderdelen afankelijk van het soort kennis dat daarin opgeslagen
ligt:
o Declaratieve kennis:
Kennis is expliciet aanwezig. Dit geheugen wordt ook wel expliciet geheugen
genoemd
We kunnen deze kennis oproepen in ons bewustzijn
2 subvormen:
1. Semantisch geheugen: begrippen, relaties, principes opgeslagen
(Vb. 2+2=4)
2. Episodisch (autobiografsch) geheugen: persoonlijke kennis en
gebeurtenissen opgeslagen
3. (Vb. herinnering aan een bezoek aan de dierentuin)
Binnen de informatieverwerkingsbenadering worden veel systemen gebruikt
om deze kennis weer te geven. Een systeem dat veel gebruikt wordt is dat
van propositionele netwerken
Wordt gebruikt om algemene kennis die opgeslagen is in het semantisch
geheugen te representeren en informatie in het episodisch geheugen te
weergeven
Mensen ontwikkelen schemaes om kennis uit te breiden, de verfjnen en met
elkaar in verband te brengen
oProceduele kennis:
Niet ‘weten date maar ‘weten hoee
Kennis die impliciet aanwezig is: we zijn ons niet noodzakelijk bewust van de
kennis die in het procedueel geheugen opgeslagen ligt
Vb. Fietsen, schrijven, lezen,…)
Procedures en strategieën waarop deze vaardigheden berusten worden vaak
weergegeven als ‘production systemse
Informatie blijf lang bewaard, soms zelf permanent
Informatie kan ook vervagen waardoor het moeilijker is om terug op te roepen
Informatie is makkelijker te herkennen dan terug op te roepen
Vb. ip of the tongue: Je kent de naam maar kan er niet opkomen
Onderzoek naar hersenfunctes
De laatste tijd veel onderzoek naar hersenfuncties die met het geheugen geassocieerd zijn
Oud onderzoek
Recent onderzoek: neuroimaging
o EEG: Electoencephalografe
o fMRI: Functional magnetic resonance imaging
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurenhermans99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.