100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Europees Recht $5.54   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Europees Recht

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Aan de hand van hoofdstuk 1 t/m 4 uit het boek praktisch Europees recht, 4e druk. Gemaakt met hoorcolleges, werkcolleges

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • 1 t/m 4
  • February 23, 2024
  • 17
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1

De EU heeft momenteel 27 lidstaten.
Staatssoevereiniteit: de overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het
grondgebied van de staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen.
Oftewel: de staat heeft staatssoevereiniteit. Dit betekent dat andere staten niet
kunnen bepalen hoe Nederland zijn regelgeving vormgeeft, deze macht ligt alleen bij
de nationale overheid.
Deze macht kan op twee manieren worden beperkt, door middel van het vrijwillig
overdragen van deze macht of het onvrijwillig overdragen van deze macht.
1. Ten eerste kan een staat beslissen om (een deel van) de beslissingsbevoegdheid
over te dragen aan bijvoorbeeld een internationale organisatie. De staat kan dan niet
meer zelf alle regels stellen, maar bepaalt dat een organisatie hoger en
gezaghebbender is dan de staat zelf. Het gaat hier natuurlijk om vrijwillig overdragen
van beslissingsbevoegdheid, bijvoorbeeld ten gunste van inwoners van een staat
omdat een gezaghebbendere en machtigere organisatie het belang beter kan dienen.
2. onvrijwillig overdragen van beslissingsbevoegdheid komt voor in geval van het
militair binnenvallen van de ene staat door een andere staat.

Supranationaal karakter: Een supranationale organisatie staat boven de lidstaten,
terwijl een intergouvernementele organisatie een samenwerking is tussen lidstaten.
De lidstaten geven in het geval van de Europese Unie vrijwillig een gedeelte van hun
beslissingsbevoegdheid af aan een internationale organisatie. Zij accepteren in dat
geval dat de organisatie zelf regels vaststelt waar zij zich aan moeten houden. De
staten kunnen dan niet meer afzonderlijk de inhoud van deze regels bepalen. Als
lidstaten wel beslissingsbevoegdheid afstaan aan de organisatie, is er sprake van een
supranationale organisatie.

Staten kunnen bij het oprichten van een organisatie zelf kiezen of en hoeveel
soevereiniteit ze afstaan aan deze organisatie. Als lidstaten geen soevereiniteit
afstaan, wordt de organisatie een intergouvernementele organisatie genoemd.

Gouvernementele organisatie is een samenwerkingsverband tussen lidstaten, de
EU.
De oprichting gebeurd in een verdrag. In het verdrag worden de doelen en middelen
vastgelegd.

Een NGO is een non gouvernementele organisatie die onafhankelijk is van lidstaten
en een ideële doelstelling heeft. Ze hebben geen stemrecht maar wel een adviserende
rol in internationale vergaderingen.

Negatieve integratie houd in dat de EU een verbod uitvaardigt ‘je mag niet’
Positieve integratie houd in dat de EU een gebod uitvaardigt ‘je moet’

Het doel van de Europese Unie :
1. is om vrede en welzijn te bereiken.
Hoe? Door economische integratie. Door economische integratie werken lid staten
economisch samen. Deze economische samenwerking zorgt ervoor dat wanneer dat
eventuele conflicten diplomatiek zullen worden opgelost.

2. Is om ruimte van veiligheid, vrijheid en recht te creëren
Hoe? Dat burgers van de EU in alle lidstaten mogen verblijven, werken en studeren.
Dit komt doordat er open grenzen zijn. Nadeel hiervan is dat criminelen en illegalen dit
ook kunnen.

,3. Het oprichten van een interne markt
Zodat de nationale markten 1 internationale markt worden waarin alle bedrijven en
personen gelijke kansen en mogelijkheden hebben.

4. Oprichtingen van een economische en monetaire unie art 3 VEU

Beginselen van de Europese Unie
Loyale samenwerking art 4 lid 3 VEU: lidstaten doen niets wat strijdig is met de
verdragen en voeren trouw alle verplichtingen uit die uit het EU recht voortvloeien.
Voorbeeld: Duitsland is verplicht om uitvoering te geven aan de afspraken uit EU
richtlijnen betreffende de verplichtingen die de EU heeft opgelegd aangaande het
consumentenrecht.

Attributiebeginsel art 5 lid 2 VEU de EU is alleen bevoegd als daarvoor een
grondslag bestaat in het verdrag.
Voorbeeld: artikel 38 VWEU geeft de EU de bevoegdheid en mogelijkheid om beleid op
te stellen op het gebied van landbouw.

Subsidiariteitsbeginsel art 5 lid 3 VEU: de lidstaten bepalen zo veel mogelijk zelf.
Pas als het beter gezamenlijk kan, is de EU bevoegd.
Voorbeeld: het effect van regels tegen luchtverontreiniging is groten als de EU deze
opstelt, dan als alleen NL dit doet.

Evenredigheidsbeginsel art 5 lid 4 VEU voor het bereiken van een doel moet altijd
het minst ingrijpende middel worden gekozen.
Voorbeeld: De Duitse overheid mag een product niet verbieden, maar mag wel
verplichten dat er een waarschuwing op het etiket komt.

Gelijkheidsbeginsel art 18 VWEU discriminatie op grond van nationaliteit is
verboden.
Voorbeeld: Spanje mag personen, goederen en diensten uit andere lidstaten niet
anders behandelen van personen, goederen en diensten uit Spanje.

Prioriteitsbeginsel COSTA vs ENEL (blijkt uit rechtspraak)
Er is hierin bepaald dat als er strijdigheid is tussen nationaal en Europees recht, dan
gaat het Europees recht voor op het nationaal recht.


De interne markt
Bestaat uit 3 onderdelen:

1.Regels op het gebied van vrij verkeer;
In de EU geldt vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Het beginsel
van vrij verkeer betekent dat de handelsstroom tussen lidstaten niet belemmerd mag
worden. Een lidstaat kan bijvoorbeeld niet meer verbieden dat een product uit een
andere lidstaat verkocht wordt. Is een product eenmaal in een lidstaat in de handel
gebracht, dan heeft dat product in principe vrije toegang tot alle nationale markten
van de EU.

2.Verbod op staatssteun;
De interne markt omvat nog een pijler, te weten het verbod op staatssteun.
Staatsteun komt in veel verschillende vormen voor. Je kunt bijvoorbeeld denken aan
subsidies die door de overheid worden gegeven. Met een subsidie is het mogelijk voor
een bedrijf om goedkoper te produceren. Een dergelijke subsidie kan de interne markt

, schaden doordat het oneerlijke concurrentie creëert. Het geven van staatsteun in de
EU is daarom verboden.

3.Mededingingsregels.
Niet alleen de overheid kan de interne markt belemmeren, ook bedrijven kunnen met
hun marktgedrag de interne markt verstoren. Zij kunnen bijvoorbeeld afspraken met
elkaar maken over de prijs die ze voor hun producten vragen, waardoor de
concurrentie wordt beperkt en consumenten te veel betalen. Dit noemen we
kartelvorming. Kartelvorming in de EU is verboden en wordt door de Commissie met
hoge boetes bestraft.
- kartel vorming art 101 VwEU
- misbruik van machtspositie art 102 VwEU

Voorbeeld kartelvorming: bierbrouwers maken prijsafspraken, waardoor de consument
wordt benadeeld en krijgen door de commissie een flinke boete opgelegd.

Voordelen van de interne markt zijn voor bedrijven:

1. Vrij verkeer van handel zorgt voor een grotere afzetmarkt (schaalvergroting.
2. Vrij verkeer van handel zorgt voor specialisatie.
Specialisatie en schaalvergroting drukken de kostprijs en leveren hiermee voordeel
voor zowel consument als producten.

Voordelen van de interne markt voor de consument zijn:

1. Meer concurrentie, concurrentie zorgt voor een lagere prijs en betere kwaliteit
2. Meer keuzevrijheid, er is meer keuzemogelijkheid.

Nadelen van de interne markt zijn:
1. De overheid kan niet vrij elke maatregel treffen om de nationale economie te
ondersteunen, ze moeten rekening houden met EU wetgeving . Dit heet
protectionisme.
2. Kleine bedrijven kunnen moeite hebben met de vele concurrentie op de Europese
markt, hierdoor zullen eerdere grote bedrijven domineren. De angst hiervoor heet
verMcdonaldisering.

3. Afhankelijkheid van medelidstaten….?


Sociaal Europa

De doelen van de Unie zijn niet alleen om een economische vooruitgang te
bewerkstelligen maar ook sociale vooruitgang. Dit zijn art 9,10,11 VWEU.
Bijvoorbeeld gelijke kansen, gelijke toegang tot de arbeidsmarkt en sociale
bescherming.



Een economische en monetaire Unie art 3 VEU
Bestaat uit 2 pijlers:

4. Het monetaire beleid:
Wie? De Europese Centrale bank.
Wat? Supranationaal karakter.
De Euro munt, landen waarin met de euro betaald kan worden zijn de
Eurozone.
Een voordeel van de euro is dat consumenten de prijzen en diensten in

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Rechtenlover1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.54. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.54
  • (0)
  Add to cart