Week 1. Eurocentrisme, Encounters, Difusion, uuturru mosric
Eurocentrisme: Het geheel van een kijk en perspectieven (op de wereld) waarin
economische, culturele en morele dominantie van Europa (of het Westen) als
vanzelfsprekend wordt genomen. In dit perspectief wordt ervan uitgegaan dat Europa zijn
dominantie heeft behaald op basis van eigen autonome kracht.
Er is een Eurocentrische periodisering (Greek history->Roman history enz.)
Er missen hier een aantal dingen in, zoals Early Egypt en Chinese history.
Eurocentrische blik qua geografie (overschatten de grootte van Europa)
In onze taal (Midden-Oosten, Verre-Oosten; is vanuit ons perspectief)
De wereud stond in interrctie met eukrrr.
Europr vormde en uitbreidde ruues in interrctie met rnderen! (niet ruueen)
Niet-Westerse uitvindingen die het Westen nodig had voor zijn uitbreiding:
1. Kompas 2. Buskruit 3. Drukpers
Zilver uit Amerika en Slavenhandel waren er voor de ontwikkeling van Europa.
Global historici zeggen: ‘Kijk in een groter perspectief’. (bijv WWII: Oost-front).
Guobru History is een nieuwe manier om naar geschiedenis te kijken.
‘We leven in een globale wereld, dus we moeten via deze manier ook kijken’.
De grootte van de Afrikaanse geschiedenis en sociale wetenschappen delen twee ‘birth
defects’ die global historici willen herstellen:
1. Moderne academische discipline waren erg Eurocentrisch. Ze plaatste Europese
ontwikkelingen op de voorgrond en zagen Europa als de drijvende kracht in de
Wereldgeschiedenis.
2. Sociale wetenschappen en geschiedenis waren een lange tijd gebonden aan de
‘natie-staat’. Ze keken van binnen na hun eigen samenlevingen en erkende niet
de grotere netwerken waar ze zichzelf in bevonden.
Wrt is Guobru history?
- Lange-termijn perspectieven (100-200 jaar of meer)
- Anti-eurocentrische geschiedenis
- Verder dan nationale geschiedenissen
- Een geschiedenis ‘van onder’. (niet geïnteresseerd in ‘de grote namen’ (Churchill),
maar in mannen, vrouwen, minderheden ect.)
- Vergelijkende geschiedenis (het vergelijken van twee gebieden; waarom was de
industriële revolutie in Europa en niet in China?)
Guobru history is Mrcro-geschiedenis.
꙳ Regio’s in plaats van natie-staten.
꙳ Culturen, religies en mensen in plaats van leiders.
꙳ Interactie in plaats van autonomie.
Guobru history: Interactie, ontmoetingen, verspreiding (difusion). Tignor/Curtin
Difusion: Proces van geografische verspreiding van cultuurelementen (taal, religie,
muziek, eten, ideeën/ideologieën). Culturen hebben altijd in contact gestaan met elkaar
en hebben elkaar onderling beïnvloedt.
Culturen zijn geen biljartballen die alleen tegen elkaar tikken, maar verweven in elkaar.
reouisering: twee culturen combineren en worden één nieuwe cultuur.
Bijv Jazz-muziek (Afrikaanse en Amerikaanse wortels).
Verspreiding vrn de zwrrte dood. Veel paniek; wat was de oorzaak?
In die tijd werd het gezien als iets ‘van boven’. Oorzaken:
1. Klimaat veranderde en de populatie groeide.
, 2. 13e en 14 eeuw maakte Mongools veldtochten.
3. De zijden route (handelaren); er zijn heel veel zijde routes. (geen directe route,
maar het overlapte elkaar)
Richting van de handel: Oost West. (het Westen produceerde niks). Handel ging niet
over graan, maar over dure producten.
Nrtie-strrt: Er is een politieke en maatschappelijke eenheid. Bewoners hebben het
gevoel dat ze bij elkaar horen.
Kritiek van Curtin: Historici stellen EU centraal en kijken niet naar de wereld daar-
omheen. Verklaren alles vanuit hun eigen samenleving.
EU’se dominantie en teveel over politiek en geweld (geweld gaat vooral over mannen).
Midden-18e-eeuw = tijdperk van Europese Rijken (toen werd het Westen dominant).
Pre-Agricultural Agricultural Industrial (rond 1800)
Jagen en verzamelen Werkte/leefde om te eten, 95% was boer Machines nemen het werk over
Guobruisrtie: Verbinding met elkaar in de hele wereld. Wereldwijde integratie
Interactie.
Moderniseren: Aanpassen aan de dominante cultuur. Op het Westen lijken.
uuturru chrnge (door globalisatie): mensen hun dagelijkse leven.
↑ guobrue hrndeu: -Kompas -Driehoekig zeil -Over zee (betere schepen)
-Spullen om te handelen (ontw. Landbouw) -Autoriteiten beschermde boten beter
ommerciëue centrr: Egypte (Alexandria, Caïro) China (Quanzhou; porselein/zijde)
Afro-Euresia (Melaka) India (Kollam; peper)
MrndeSub-Sahara (Afrika): Gaan kamelen gebruiken; goud, zout, surven.
Isurmitische wereud: Hrndeu. Desintegratie door: Kalifaat van Bagdad werd verovert
door Mongols + Soefes (dansen, rituelen, zij hebben de Islam verspreid).
uutureue mozrïek: Culturen naast elkaar; Er is diversiteit, maar toch een eenheid. Dit is
bijzonder; bedreiging eigen cultuur, eigen eenheid kwijtraken. Ontstaan door
pragmatische redenen.
hinr: Song dynrsty industriële revolutie: Geld (geldontwaarding) veel
uitvindingen. Nadeel: iedereen rijker, dus gaan niet vechten (tegen Mongols bijv).
Kruistochten: Meegaan zodat je van je zonden werd vergeven. Vrouwen waren vrijer.
Mongoouse Invrsie: Mongols; hadden paarden (mobiel, door stijgbeugels stabiel). Ze
lieten bestuurders zitten. Eén groot gebied = reizen makkelijker (Marco Polo).
Hoe om te gaan met alles ná Mongoolse invasie en Zwarte Dood (1/3 bevolking dood)?
Uitbreken vrn de Zwrrte Dood urrt eigenuijk zien drt de wereud nog nooit zo
geïntegreerd is geweest. (ZD: meer droogte = knaagdieren verhuizen)
hinese dynrsty: Claimen van Goddelijk Recht voor absolute macht+familielijnen.
Midden-Oosten: Islamitische wereld weggevaagd verdeling in 3 Rijken.
Gevolgen ZD: -Feodale stelsel onder druk (boeren vs elite)
-Kerk gaat proberen invloed uit te oefenen (hoe? vervolgingen)
-Desintegratie geloof (meerdere Pausen)
EU: Politieke desintegratie: -Boeren opstanden -Aflaten verkopen.
EU is versplinterd; er is niet één groot Rijk. Door: Taal.
Renrissrnce: Hergeboorte van klassieke kennis (1430-1550). Mensen stelde zichzelf
centraal en niet God. Er komt een autoriteit bij naast de kerk.
Ming dynrsty: bouwde een paleis; bevolking zag niet wat hij deed ‘is vast God’.
Crisis (ZD, Mongols): mensen geloofde niet meer in heersers (bureaucratie, handel)
Ming was tegen handel. Zhen He (moslim); pracht en praal laten zien via vloot + krijgen
van cadeau van andere landen.
Week 2. Mercrntiuisme, ouumbirn Exchrnge, (Industriru) Revouution
Vroege ontdekkers. Allemaal verschillende redenen om te reizen:
Mrrco Pouo (1254-1324); sprak vier talen. Silk routebij land. Bleef twintig jaar in Azië.
, Handel, handelsgoederen, geld verdienen.
Ibn Brttutr (1304-1369); meer dan 100.000 km over land.
Student van de Islamitische cultuur en wilde naar Mekka gaan.
Zheng He (1371-1440); over zee. 100/370 schepen in één vloot.
Was nieuwsgierig naar de rest van de wereld, uitgezonden door Chinese heerser om
andere heersers te laten zien wat Chinezen zagen als het centrum van de wereld: China.
Zheng He zag voor het eerst een girafe op zijn reizen. Hoe omschrijf je een girafe? 370
schepen 28.000 mensen die eten nodig hadden; was een soort stad op zee.
Waarom heeft Zheng He niet America ontdekt? (hij werd niet gestuurd met
handels-redenen; niet om economische relaties te starten)
Ze hebben alle drie dezelfde plaatsen bezocht, waardoor verschillende perspectieven
vergeleken kunnen worden = betrouwbaar.
Waarom waren Europesen opzoek naar een korte route naar Azië? Reuigie + Hrndeu
1. Op de Silk Route waren andere handelaren en moest je belastingen betalen.
2. Over land: er waren veel oorlogen tussen Rijken; het was gevaarlijk.
3. Religieuze reden: Christendom verspreiden. Nadat Portugal en Spanje zichzelf
hadden veroverd van de Moslims, hadden ze iedereen Christen gemaakt.
4. Wetenschappelijke redenen; waarom is de wereld wat het is? (Darwin)
5. Avonturen; mensen waren nieuwsgierig.
6. Goud en zilver zoeken (Mercantilisme)
7. Constantinopel maakte over land lastig; wrijving tussen Europa en moslims; waren
oorlogen tussen hen. Spanje en Portugal gingen eerst naar Afrika voor goud; daar
was ook Malaria. Alternatief= eilandjes voor Afrika namen het in, maakte
suikerplantages en gebruikte slaven
Mercrntiuisme: De sleutel van Europese uitbreiding. Na de Zwarte Dood wilde Europa
zichzelf sterker maken. Wat ze hiervoor nodig hadden, was goud en zilver; daarmee kon
je een leger kopen en met een leger stond je sterk. Het nieuwe motief was niet meer
handel, maar zoveel mogelijk goud en zilver krijgen. Was typisch voor Europa; nergens
anders in de wereld. Mede doordat Europa was verdeeld in kleine Rijken en sub-naties
waartussen veel rivaliteit was.
Karakters van mercantilisme:
1. Buuuionism: de economische gezondheid van een land werd afgemeten door de
hoeveelheid goud/zilver die het bezat.
-‘Hard’ geld was de bron van welvaart, prestige en kracht voor een natie.
-Bullionism gunstige handelsbalans:
- Exporteer meer drn je importeert (een handelsoverschot)
- Hoge tarieven op geïmporteerde goederen.
- Lage tarieven op geïmporteerde grondstofen.
2. Elke natie moet proberen om zelfvoorzienend te zijn. = niet afhankelijk van andere
landen! Degene die nieuwe industrieën oprichtte, moeten door de staat beloond worden.
3. Landbouw was belangrijk; dan hoefde je geen voedsel te importeren en rijke boeren
konden veel belasting betalen.
4. Macht over zee was noodzakelijk om buitenlandse markten te besturen. Had je geen
schepen meer nodig van andere landen voor jouw goederen en een eigen vloot voegt
macht en prestige toe aan je land. Kon je een monopolie worden.
5. Allerlei soorten internationale belastingen opleggen. Belastingen nodig voor een leger.
6. Dit is later: Koloniën kunnen een afzetmarkt worden en bronnen zijn van grondstofen.
7. Handel is ‘zero-sum’ game: als ik win, verlies jij. Een land kan in de internationale
handel alleen winnen ten koste van andere landen.
8. Machtiger = rijker = meer inwoners.
9. Luxe items moeten worden vermeden; kost de economie onnodig veel geld. Gold niet
voor heersers.
10. Actie van de staat was nodig om het economische beleid te regelen en bedwingen.
Hiervoor had je sterke leiders nodig. Door de staat gesponsorde monopolies.
Wie hadden baat bij mercantilisme? Koningen, Merchant capitalists (zij brengen het goud
en zilver binnen), Government ofcials, Join-stock companies (VOC)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kkuijpers95. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.