100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hersenen en gedrag samenvatting tentamen 1 $5.30
Add to cart

Summary

Hersenen en gedrag samenvatting tentamen 1

17 reviews
 1017 views  60 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting voor het vak 'Hersenen en gedrag' van het vak psychologie aan de universiteit Utrecht. Deze samenvatting bevat de stof uit het boek 'brain and behavior' editie 2018 die nodig is voor het tentamen op 4 oktober 2018. Alle dikgedrukte termen worden in de samenvatting uitgelegd en deze...

[Show more]

Preview 5 out of 30  pages

  • No
  • 1 t/m 7
  • September 27, 2018
  • 30
  • 2018/2019
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: royvanzonx • 2 year ago

review-writer-avatar

By: MirthevanLeeuwen10 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: Svnaarden • 3 year ago

review-writer-avatar

By: spamannabr • 3 year ago

review-writer-avatar

By: ahijmans • 3 year ago

review-writer-avatar

By: yrvecium • 4 year ago

review-writer-avatar

By: jadevandegraaf • 4 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Brain and Behavior samenvatting

0.1 INTRO

Psychologie betekent objective study of the soul. Het is tegenwoordig “the scientific study
of behaviour, mental processes and brain functions.”

Introspection: persoonlijke observatie van je eigen gedachte, is dus subjectief.

Er zijn twee belangrijke takken in de stamboom van psychologie:
- Filosofie: Psychologen en Filosofen stellen vragen over ons bestaan, nature en nurture
en het effect op menselijk gedrag hierdoor.
- Natural Sciences: Door biologics onderzoek weten we dat als je een teen aanraakt je
dit later voelt dan bij een been omdat het langer duurt voordat de informatie in je brein
is. Ook dit helpt ons om gedrag te begrijpen.

Person or Groups Things to remember

ancient greek philosophers Provided natural, not supernatural, explanations for
their observations

british empiricists Knowledge is the result of experience

ancient physicians The brain is the source of mind

17th and 18th century natural scientists Discoveries about sensation and movement showed
that the mind was physical

hermann von heimholt Studies of reaction time reinforced the idea of the
mind as physical


0.2 HOW DID THE SCIENCE OF PSYCHOLOGY BEGIN?

Wilhelm Wundt (1832- 1920) - eerste psycholoog
- Simpele test over reactietijd.
- Structuralisme: the mind can be broken down into the smallest elements of mental
experience.
- Komt overaal met het scheikundige onderzoek van die tijd waarbij ze moleculen in
kleinere stukken aan het verdelen waren: paralel.

Max Wertheimer (1880- 1943)
- Keurde bovenstaande denkwijze af.
- Duitse psychologen hebben Gestalt (geheel) Psychologie opgericht.
- Geloofden erin das als je iets heels zou opbreken in kleinere stukjes dat er dan
belangrijke informatie verloren zou gaan.

William James (1842- 1910)
- Reactie op de evolutie theorie van Charles Darwin.
- Functionalisme: zag gedrag als betekenisvol omdat je helpt overleven. Gingen meer
opzoek naar gedrag dan naar de structuur van de gedachtegang.
- Zijn boek principles of psychology was 50 jaar leidend in psychologie. Veel moderne
ideeën stonden hier al in.
- Gedrag dat overleving stimuleerde werd omarmd, onbelangrijk of schadelijk gedrag
werd verwerpt.

,- Ook hij keurde de denkwijze van het structuralisme af.
In onze geschiedenis heeft psychologie vaak een spirituele aanpak gekregen waarin men
geloofde in kwade geesten die zorgden voor mentale ziektes etc. Hierdoor kregen mentaal
zieke mensen in de 17e en 18e eeuw nog bizarre behandelingen.

Deze spirituele benaderingen werden verworpen door twee andere benaderingen:
- Psychologische aanpak: abnormaal gedrag door levenservaringen
- Medische aanpak: medicatie kan bijv. voor raar gedrag zorgen

Sigmund Freud (1856- 1939)
- Psychodynamische theorie: combineert veel ideeën die al bestonden.
- Ontwikkelde de studie van de persoonlijkheid en de psychotherapie.
- Methods were not scientific: gebaseerd op introspections of op (huis)vrouwen om hem
heen: dus niet gemiddelde populatie.
- Mens is van zichzelf egoïstisch en agressief.

Abraham Maslow (1908- 1970)
- De eerste drie genoemde aspecten waren geen relevante aspecten meer en werden
verworpen.
- Mensen waren het niet eens met de psychotherapie van Freud door onvoldoende
resultaat. Hierdoor ontstond humanistic psychology.
- Verwerpt het idee van Freud, James en de rest dat mensen aangeboren egoïstisch en
agressief zijn en dat ze moeten leren om zich goed te gedragen.
- Ook Rousseau was humanistic en vond dat mensen innately goed zijn, gemotiveerd
worden om beter te worden en zich alleen slecht gedragen door een verkeerde
omgeving.
- Vroeg zich af: Wat maakt een persoon goed? Niet: Wat maakt een persoon slecht?
- Zelf-actualisatie: “Be all you can be”
- “There are no bad people, just bad societies”

Carl Rogers
- Ook humanistic psycholoog
- Kwam met client-centered psychology: geen patiënten maar cliënten, gelijkheid
therapeut en client, actieve bijdrage aan therapie.

Behaviorism: observeerbaar en meetbaar gedrag.

Ivan Petrovich Pavlov (1949- 1936) had een grote invloed op behaviorism en
psychologie. Hij is de man van het bekende hondenexperiment: classical/ pavlovian
conditioning.

John B. Watson (1878- 1958) kwam tot dezelfde conclusie als Pavlov en hij gebruikte
deze conclusie in de verkoop en advertentie industrie. Hij onderzocht de relatie tussen de
omgeving en het gedrag van een individueel. Niet geïnteresseerd in mentale gezondheid.

Edward Thorndike (1874- 1949) ondervond dat gedrag wat leidt tot fijne of helpende
resultaten meer kans heeft om nogmaals plaats te vinden in de toekomst dan gedrag met
negatieve resultaten. Het experiment met de kat die een weg uit zijn hok moet vinden is
van hem.

B. F. Skinner (1904- 1990) onderzocht de invloed van consequenties op hoe vaak het
gedrag plaats vindt. Hij geloofde net als Watson wel dat gevoelens bestonden maar hij

,geloofde dat die alleen naar voren kwamen in het gedrag. Onderzoek met ratten. Skinner
generaliseerde het gedrag van ratten met die van mensen (niet betrouwbaar dus). Niet
geïnteresseerd in mentale gezondheid.

Ulric Neisser (1928- 2012)
- Cognitieve psychologie: gaat over de privé en interne mentale processen die de
behaviorism mensen niet wouden onderzoeken.
- Door technische doorbraken konden mentale en gedrag processen steeds beter
onderzocht worden wat de cognitieve psychologie erg hielp.

0.3 WHAT ARE PSYCHOLOGICAL PERSPECTIVES?

De 6 verschillende perspectieven in de psychologie:
1. Biological psychology: focust zich op de relatie tussen mind en behavior: genen,
biochemie, anatomy en fysiologie. Lichamelijke mechanisme vergelijken met
psychologische dingen.
2. Evolutionary psychology: focust zich op hoe gedrag wordt veranderd door onze
drang om te overleven (lijkt op functionalisme). Zo herinneren we gezichten van
mensen die ons fout hebben gedaan om te overleven.
3. Cognitive psychology: focust zich op het verwerken van informatie, nadenken,
redeneren en het oplossen van problemen.
4. Social psychology: focust zich op het effect van de sociale omgeving op het gedrag.
5. Developmental psychology: focust zich op de normale veranderingen die plaats
vinden in het gedrag door het ouder worden.
6. Clinical psychology: focust zich op het uitleggen, beschrijven en behandelen van
mentale ziektes.
7. Individual perspective and personality: harken dat gedrag verschilt per persoon en
dat er individuele verschillen zijn.

1.1 THE BIOLOGICAL APPROACH TO BEHAVIOR

Hard problem: waarom is er zoiets als het ‘bewustzijn’
Mind-brain problem of mind-body problem is de vraag: What is the relationship
between mental experience and brain activity?

Fundamental property: iets is gewoon zo. We weten niet waarom het zo is maar we
accepteren gewoon dat het zo is. Bijv: dingen hebben massa, elektronen hebben ladingen.

Dorsal view: van boven naar beneden
Ventral view: van onder naar boven

Er zijn twee soorten cellen:
- Neuronen: sturen informatie naar elkaar en naar spierenen klieren.
- Glia: kleiner dan neuronen, hebben veel functies maar zorgen niet voor informatie
overdracht over grote afstanden zoals de neuronen doen.

Er zijn vier categorieën die we gebruiken bij de soorten uitleg voor gedrag:
1. Physiological explanation: linkt gedrag aan de activiteit van het brein en andere
organen.
2. Ontogenetic (origin of being) explanation: beschrijft hoe gedrag ontwikkelt en hoe
dit wordt beïnvloed door genen, ervaringen en interacties etc.

,3. Evolutionary explanation: gaat na hoe gedrag tot stand is gekomen gedurende de
evolutie.
4. Functional explanation: legt uit waarom een structuur of gedrag op een bepaalde
manier geëvolueerd is.

1.2 GENETICS AND BEHAVIOUR

Genen: delen van erfelijkheid die hun structurele identiteit van de ene generatie naar de
andere overdragen. Een gen is een deel van een chromosoom die samengesteld is uit een
dubbel streng genaamd DNA (deoxyribonucleic acid).

Chromosomen: komen in paren. Bevatten genen.

Een streng DNA is een model voor het maken van RNA (ribonucleic acid). Messenger
RNA zorgt ervoor dat er proteïnen kunnen worden gemaakt. DNA bestaat namelijk uit 4
“bases”. Deze bases zijn adenine, guanine, cytosine en thymine. De volgorde hiervan
bepaald ook de volgorde van RNA. De basen aan een RNA bepalen weer de volgorde van
de aminozuren die uiteindelijk zorgen voor een protein (eiwit). Er zijn 20 aminozuren.

Enzymen zijn biologische katalyseren die chemische reacties in het lichaam reguleren.

Als je twee identieke paren van genen op twee chromosomen hebt dan ben je
homozygoot. Als je een paar genen hebt dat niet matcht dan ben je heterozygoot. Een
dominant gen heeft een heel sterk effect op het fenotype. Een recessief gen heeft alleen
effect als hij in een homozygote toestand is.

De genen van de sex chromosomen (X en Y) staat bekend als sex-linked genes. Alle
andere zijn autosomale chromosomen. De Y chromosoom is heel klein. Hij heeft maar
voor 27 eiwitten genen. De X chromosoom heeft genen voor 1500 eiwitten. Sex-linked
genen zijn dus meestal van de X chromosoom want dat zijn er simpelweg veel meer.

Anders dan de sex-linked genes zijn de sex-limited genes, die voorkomen in beide
geslachten, maar die maar in 1 geslacht actief zijn. Deze worden geactiveerd door
hormonen die maar in 1 geslacht voorkomt. Zoals bijv. de vorming van borsthaar en de
vorming van de eierstokken.

Manieren waarop genen kunnen veranderen:
- Mutatie: een erfelijke verandering in een DNA molecuul. Bijv 1 base veranderd. Ook
kan het komen dat tijdens het voortplanten chromosomen te vaak plaats vinden of
helemaal niet die er wel zouden moeten zijn. Als dit gebeurt bij slechts een klein deel
van het chromosoom dan noemen we dit microduplication of microdeletion.
- Epigenetica: dit gaat over veranderingen in hoe de genen zich uiten zonder dat er een
verandering in het DNA plaats heeft gevonden. Dit komt omdat genen dan door een fout
of door een verkeerde ervaring niet geactiveerd worden. Zo brengen drugs bijvoorbeeld
nieuwe eiwitten in een cel waardoor de chemische omgeving verandert. Zo kan het zijn
dat de acetyl groep van het DNA verwijdert raakt en het gen op deze manier wordt
uitgezet. De basen blijven hierbij hetzelfde dus het DNA zelf is niet verandert. Zo
kunnen ook methyl groepen verwijderd worden van DNA.

Monozygotic twins: van hetzelfde ei.
Dizygotic twins: van twee eieren.
Als een eigenschap grotendeels afhangt van erfelijkheid dan heeft die ’n hoge heritability.

, 3 manieren om de erfelijkheid van een menselijke eigenschap te bepalen:
1. Tweelingen
2. 2 kinderen die op dezelfde tijd bij hetzelfde gezin geadopteerd zijn
3. Bij mensen die gedrag overeen hebben kijken of ze ook bepaalde genen overeen
hebben.

Phenylketonuria (PKU) is de genetische incapabiliteit om het eiwit phenylalanine te
produceren. Als het niet wordt behandelt dan houdt het een gezonde brein ontwikkeling
tegen en dan worden kinderen rusteloos, raar en irritable. Door een dieet kan dit worden
voorkomen. Hier zien we dus dat als iets heritable is het niet meteen betekent dat het niet
beïnvloed wordt de omgeving.

Bijna elk menselijk gedrag wordt ergens op de een of andere manier (wellicht indirect)
beïnvloed door genen.

Evolutie is een verandering in generaties in de mate waarin bepaalde genen in een
populatie voorkomen. Het moet plaats vinden omdat:
- Kinderen lijken op hun ouders
- Mutaties, recombinatie en duplicaties van genen introduceren nieuwe erfelijke variaties
en maken zo de overlevingskans van ene individuele groter
- Bepaalde individu’s planten zich meer voort dan andere, waardoor die genen vaker
voorkomen in de generatie. Een gen dat dus hoort bij betere voortplanting vinden we
vaker in latere generaties. Dit noemen we artificial selection: een partner zoeken met
een gewilde eigenschap zodat je die in de volgende generatie weer ziet.

Lamarckian evolution: een evolutie theorie waarbij men denkt dat als je je armen traint
en spieren krijgt dat je kinderen dit ook zullen hebben en als je je kleine teen weinig
gebruikt de tenen van je kinderen ook kleiner zullen zijn. Dit is niet waar. Het gebruiken of
niet gebruiken van lichaamsdelen verandert niet de genen ervan.

Evolutie vergroot de fitness van een soort: de hoeveelheid kopieën van iemands genen er
in latere generaties voorkomen. Evolutionary psychology gaat over hoe gedrag is
geevolueerd.

Altruistic behavior: een actie die iemand anders dan degene die de actie uitvoert
voordeel brengt.

Kin selection: selectie voor een gen die de familie van het individueel positief beïnvloed.
Als er bijvoorbeeld iets gebeurd waardoor je je leven riskeert om je kinderen (met jou
genen) te beschermen verspreid dat altruistic gen zich dus ook. Bij mensen en dieren
komt altruistic behavior meer voor richting familieleden dan richting niet-familieleden.

Reciprocal altruism: het idee dat individuelen mensen helpen die de gunst ook terug
zouden doen. Mensen helpen sneller anderen die hun al eerder hebben geholpen of
waarvan ze gezien hebben dat ze anderen aan het helpen waren.

1.3 THE USE OF ANIMALS IN RESEARCH

Redenen om dieren te gebruiken bij onderzoek:
1. Onder soorten lijken veel gedragsmechanismen op elkaar en soms zijn die van dieren
makkelijker te onderzoeken dan die van mensen. Zo kan je simpeler beginnen met een
onderzoek en hoef je niet meteen in de meest complexe vorm van iets te duiken.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller psy99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.30. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.30  60x  sold
  • (17)
Add to cart
Added