100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Grondslagen in de Psychologie deeltentamen 2 $3.24   Add to cart

Class notes

Hoorcollege aantekeningen Grondslagen in de Psychologie deeltentamen 2

1 review
 73 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer uitgebreide hoorcollege aantekeningen voor het vak Grondslagen in de Psychologie deeltentamen 2. Colleges zijn aan de hand van het boek Historical and Conceptual Issues in Psychology. Hoofdstukken 7 tm 13. Colleges werden gegeven door Borsboom.

Preview 3 out of 18  pages

  • September 27, 2018
  • 18
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Borsboom
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: lini246 • 5 year ago

reply-writer-avatar

By: maximeklingers • 5 year ago

avatar-seller
Hoorcolleges Grondslagen deel 2

Hoorcollege 7 – Hoofdstuk 7

Lichaam-geest probleem
 Dualist: Rene Descartes & de materialist: Thomas Hobbes
 Monisme: er is maar één soort dingen
o Materialisme: uiteindelijk is alles materie
o Idealisme: uiteindelijk is alles geest
 Dualisme: er zijn twee soorten dingen
o Substantie-dualisme: lichaam en geest zijn verschillende entiteiten (geest is een echt
eigenlijk ding buiten de wereld, met causale effecten ect)

Problemen met dualisme
 Descartes ziet het lichaam als een machine maar de geest niet. Lichaam en geest zijn twee
verschillende entiteiten: substantie-dualisme. Problemen ontstaan doordat hij het lichaam ziet als
een machine, hij creëert hiermee het lichaam-geest probleem. De geest als aansturende entiteit
wordt echter steeds problematischer
 Geestelijke ellende: de causale effecten van de geest zijn obscuur. Interactieprobleem: hoe kan
de onstoffelijke geest materie in beweging zetten?
o Causal closure problem: als iedere fysieke gebeurtenis een fysieke oorzaak heeft, hoe komt
de geest daar dan nog tussen? De ene mentale toestand veroorzaakt de andere mentale
toestand
 Bijv je kan zeggen mijn geest wil mijn arm omhoog doen, maar het blijft een fysieke
gebeurtenis
o Brain damage problem: hoe komt het dat een onstoffelijke substantie reageert op
hersenschade? Hoe weet de geest bijvoorbeeld als je gebied van Wernicke beschadigd is,
hoe zorgt de geest voor ongrammaticale zinnen?
o In het boek: hoe moet het werken? Eigenlijk hebben we zelf geen idee hoe het zou moeten
gaan. Waar gaat de geest heen als je slaapt?
o Voorbeeld teleportatie gedachte-experiment: stel je gaat naar de maan: gaat je geest dan
mee of niet (hoe weet het waar het heen moet)? En stel dat je lichaam hier per ongeluk niet
wordt afgebroken (in de teleportatie machine wordt je eerst stukgemaakt en op de andere
plek weer gemaakt); heb je dan twee geesten? Of één lichaam zonder geest?
 Het lijkt zo gemakkelijk om te denken over geest en lichaam als aparte entiteiten, maar eigenlijk
blijkt daar vooral uit dat je niet geneigd bent om dieper door te denken over de vraag hoe dat dan
precies werkt. Het is bijna ondoenlijk om daar een redelijk antwoord op te geven, en vandaar at
dualisme niet erg populair is in wetenschappelijke kringen

Problemen met materialisme
 De materialist houdt vol dat er uiteindelijk alleen materie bestaat. Hierbij moet “materie” vrij ruim
worden opgevat en deze positie is dus vrij zwak. Het gaat er eigenlijk vooral om dat de geest,
mocht je die willen handhaven, onderdeel wordt geacht van de “gewone” natuur. Verder is dan
nog van alles mogelijk: emergentie, top-down causaliteit, zelforganisatie etc.
o Materie: moleculen, atomen, energie, hersenen, chemische reactie, alles wat je kan
aanraken > het wordt al duidelijk dat het niet alleen dingen zijn die je kan aanraken:
energie, kansen etc. Meeste zeggen dat materie alles is in de ideale uiteindelijke
natuurkunde
o Het houdt in: er is geen spirituele geest > valt onder normale natuur, incl natuurwetten en
zwaartekracht
 Bewustzijnsprobleem: zonder geest is het namelijk niet zo gemakkelijk uit te leggen waarom wij
beschikken over een subjectieve bewuste ervaring en hoe die werkt. Drie gebieden:
o Mentale toestanden
o Reductionisme
o Subjectieve ervaring

Mentale toestanden




1

, We gaan er in het dagelijks leven vanuit dat mentale toestanden gedrag verklaren. Dit heet belief-
desire psychology, soms aangeduid als folk psychology. Dit type analyses zie je overal in de
psychologie: het is vaak de grond waarop wij staan. Als je iets wil en het kan, dan doe je het
 Mentale toestanden moeten, zou je zeggen, een rol krijgen in een wetenschappelijk
verklaringsmodel van gedrag. Maar als de geest geen apart bestaan heeft, waarnaar verwijzen die
mentale toestanden dan eigenlijk? Hoe kunnen mentale toestanden causaal relevant zijn? Is het
niet een beetje spookachtig > mogen mentale toestanden wel mee doen in de wetenschap?

Variant A: Eliminatief materialisme
 Eliminatie van mentale toestanden. Je kunt ontkennen dat we mentale toestanden moeten
gebruiken in theorieën: dit is eliminatief materialisme. Veel mensen denken dat materialisme dit
ook al doet, is niet zo
 In de ‘uiteindelijke’ wetenschappelijke beschrijving van het universum komen mentale toestanden
niet voor, dus moeten die ook niet voorkomen in onze theorieën. Volkspsychologie is net zoiets
als naïve physics en zal op den duur verdwijnen (naïve physics werd verworpen)
 Paul en Patricia Churchland: aanhangers eliminatief materialisme. Paul stelt dat mensen in de
toekomst niet zullen zeggen ‘ik voel me angstig/vervelend’, maar ‘mijn amygdala speelt op’ >
psychologie gaat er dan uitvallen, uiteindelijk allemaal neurowetenschap
 Volgens de meeste wetenschappers gaat deze stroming te ver. Mentale toestanden lijken te
belangrijk in de verklaring van gedrag en kunnen niet zomaar de deur uit. Je kan elkaars gedrag
niet meer uitleggen; alle verklaringen zijn dan weg. Ook is onduidelijk wat er dan voor in de plaats
zou moeten komen; de veronderstelde neurotheorie is vooralsnog sciencefiction (het is er nu nog
niet)

Variant B: Reductionistisch materialisme
 Materialisme met mentale toestanden, maar met een reductionistische afslag
 Je kunt ook ontkennen dat er een geest bestaat als aparte ‘substantie’, maar toch een rol inruimen
voor mentale toestanden. Mentale toestanden moeten dan op één of andere manier ‘wortelen’ in
hersentoestanden of hiermee identiek zijn. Identiteitstheorie en functionalisme zijn pogingen
hiertoe
 Je kan niet zeggen dat mentale toestanden dingen veroorzaken als materialist, anders heb je
verschillende entiteiten. Mentale toestanden ZIJN neurale processen = identiteitstheorie
o Identiteitstheorie houdt vol dat mentale toestanden identiek zijn met hersentoestanden >
een ijsje willen = hersentoestand X. Dit is oorspronkelijk bedacht om een causale rol voor
mentale toestanden te behouden.
 Eigenlijk best wel raar: staat een stroompje dan gelijk aan iets willen? Stroompjes
hebben snelheid, heeft willen dan ook snelheid?
 Type-type identiteit: als je een mentale toestand aanduidt, dat het altijd dezelfde
neurale toestand is voor iedereen. Type-type correspondentie: bepaalde typen
psychologische toestanden één op één corresponderen met hersentoestanden. Als
dit zo is, dan is reductie van de psychologische tot neurowetenschap een
mogelijkheid (reductionisme hangt niet noodzakelijkerwijs samen met materialisme)
o Reductionisme: begin met een wet uit het ene gebied (bijv psychologie), breng dan een
één-op-één correspondentie aan tussen de termen in die wet en termen in het meer basale
gebied (bijv biologie). Dit zijn ‘brugwetten’: ze maken termen op het hogere niveau vast aan
het lagere niveau. Laat zien dat de hogere orde wet nu logisch volgt > dan is de hogere
orde wetenschap gereduceerd
 Is niet hetzelfde als eliminatief materialisme: die wilt psychologie weg hebben,
reductionisme wil psychologie verklaren uit lagere niveaus
 Mensen denken dat het niet kan: denken dat mentale toestanden als neurale toestanden niet gaat
lukken. Ze vinden de identiteitsthese te sterk:
o Neurale plasticiteit suggereert dat mensen dezelfde functies op andere manieren in het
brein kunnen realiseren > hersenen zijn plastisch, bijv opnieuw leren praten/lopen
o Individuele verschillen in hersenstructuren maken het onwaarschijnlijk dat alles bij iedereen
hetzelfde werkt
o Mentale toestanden zijn vaak gedefinieerd door hun inhoud, en die kan op allerlei manieren
in het brein worden gerepresenteerd




2

,  Stel je mentale toestanden = neurale toestanden > dan is teleportatie niet mogelijk. Je op de
bestemming opgebouwde replica heeft andere hersenen, dus ook andere mentale toestanden.
Dus jij kunt niet echt geteleporteerd worden: het afbreken van je lichaam is dan moord



Variant C: Niet-reductionistisch materialisme
 Computer-metafoor trekt het Turing machine idee door; lichaam:geest = software:hardware. De
geest is een programma dat ‘draait’ op de hersenen. Het heeft een rol/functie in het systeem. Dit
is een basisaanname van het functionalisme
 Volgens het functionalisme worden mentale toestanden gedefinieerd door hun rol. “Angst voor
spinnen” is bijv de toestand die opgeroepen wordt door spinnen, en ervoor zorgt dat iemand
wegrent dat hij een spin ziet. Die angst wordt niet veroorzaakt door hersenen, maar erdoor
gerealiseerd (is niet hetzelfde als veroorzaken!)
o Is logisch voor psychologische toestanden: bijv na hersenschade kan je dingen opnieuw
leren
o Meervoudige realisatie: het kan op verschillende neurale manieren worden gerealiseerd,
maar wel dezelfde mentale toestanden
 Voorbeeld: geld > een euro is een euro omdat je er bepaalde dingen mee kan doen,
speelt dus een bepaalde rol, maar of het papier, ijzer of digitaal is, dat maakt niet uit
> op verschillende manieren
o Maar: je kan de financiële crisis niet verklaren door fysiek van bankbiljetten en munten
 Ander soort identiteitstheorie: token-token identiteit > stel dat een ijsje willen = hersentoestand x/y/
z, dan is er wel identiteit van specifieke mentale toestanden en specifieke hersentoestanden.
Maar er is geen systematische afbeelding van typen mentale toestanden op typen
hersentoestanden. Omdat er altijd wel een hersentoestand gelijktijdig met je mentale toestand is,
is de these dat die twee identiek zijn is op zichzelf niet bijster informatief
o Is best plausibel: als je materialist bent kan je hier bijna niet omheen
o Meervoudige realisatie zorgt ervoor dat er geen reductionisme kan plaatsvinden > het heeft
geen zin om bijv berg van meteorologie (weer) naar geologie te gaan. Berg zorgt ervoor dat
eiland één kant nat is en één kant zon. Maar om berg te verklaren volgens geologie is niet
nodig door de rol van de berg. Begrip berg blijft gewoon nuttig, ook al is het uiteindelijk
gemaakt van zandsteen/graniet etc.
 Type type identiteit is een wetenschappelijke interessante hypothese, is toetsbaar. Maar niet-
reductionistisch materialisme heel dicht bij metafysica, is totaal ontoetsbaar
 Teleportatie test: het functionalisme is consistent met de naïeve opvatting over teleportatie. Als jij
op je bestemming wordt opgebouwd, worden alle relevante neurale patronen opnieuw
gerealiseerd, alleen met een andere materie. Dus ben je intact, inclusief mentale toestanden en
bewustzijn

De huidige meerderheidspositie is dat individuele mentale toestanden wel corresponderen met
hersentoestanden en daaruit hun causale kracht ontlenen. Mentale toestanden worden echter impliciet
gedefinieerd in termen van hun rol in het systeem; ze zijn ‘open’ categorieën (er kan van alles bij
horen) en daardoor ook vaag. Door meervoudige realisatie heeft het niet veel zin die toestanden te
reduceren tot specifieke hersentoestanden > dit is dus het niet-reductionistisch materialisme. Maar: dit
is grotendeels negatief gedefinieerde positie (geen geest, maar ook geen reductie) die niet kan
verhullen dat we er uiteindelijk weinig van snappen.

Hoorcollege 8 – Hoofdstuk 7

Materialisme, functionalisme, meervoudige realisatie, en reductie
 Reductie: je verklaart een hoger niveau theorie door een lager niveau theorie, door middel van
brugwetten > laten zien hoe hogere niveau theorie is opgebouwd uit lagere niveaus
 Meervoudige realisatie blokkeert ‘cleane’ reductie. Dit komt omdat de lagere orde collectie van
realisatoren vanuit het lagere orde perspectief heterogeen en arbitrair is; kan alleen ‘gegroepeerd’
worden vanuit het hogere orde perspectief
o Vandaar dat mensen die in meervoudige realisatie geloven reductie onwaarschijnlijk vinden
 Maar: reductie is een onwaarschijnlijk grote prestatie die ook in de exacte wetenschap zeldzaam
is. Met een onsje minder is hersenwetenschap nog net zo interessant! Specifieke mechanismen


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maximeklingers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.24  3x  sold
  • (1)
  Add to cart