Als bij een vraag een motivatie of berekening vereist is, dan worden aan het antwoord geen punten toegekend als
deze motivatie of berekening ontbreekt.
Geef niet meer antwoorden dan er worden gevraagd. Als er drie redenen worden gevraagd en u geeft er meer dan
drie, dan worden alleen de eerste drie gegeven antwoorden beoordeeld.
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan ook zonder
voorafgaande toestemming van NCOI Opleidingen.
, Bedrijfseconomische aspecten - Examennummer:115830 - 27 juni 2015
Open vragen (100 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd
examenpapier.
1. Paul Nieman werkt als manager bij Oever BV. In deze functie moet hij regelmatig
belangrijke beslissingen nemen. Dit betekent dat hij zal moeten begrijpen welke
(financiële) informatie nodig is, hoe bedrijfseconomische instrumenten werken
en hoe de uitkomsten van die instrumenten geïnterpreteerd moeten worden. Paul
gebruikt die kennis in zijn besluitvormingsproces, dat uit vijf stappen bestaat.
Wat zijn de vijf stappen in het besluitvormingsproces van Paul Nieman?
(5 punten)
2. De bedrijfseconomie heeft als doel bij te dragen aan de financiële gezondheid van
alle betrokkenen bij de organisatie. Zij doet dit op vier deelgebieden. Een van die
vier deelgebieden heeft betrekking op het verstrekken van betrouwbare informatie
door een organisatie aan bijvoorbeeld aandeelhouders en banken.
Welk deelgebied binnen de bedrijfseconomie wordt hier bedoeld?
(5 punten)
3. De jaarrekening van handelsorganisatie Joosten BV over 2014 is bekend. Uit de
resultatenrekening van Joosten BV over 2014 blijkt dat het resultaat vóór belasting
€ 50.000,- minder bedraagt dan het bedrijfsresultaat. Dit wordt veroorzaakt door
één kostenpost.
Welke kostenpost verklaart het verschil van € 50.000,- in de resultatenrekening
van Joosten BV over 2014? (5 punten)
4. Productiebedrijf Enter BV fabriceert en verkoopt tuintafels. Voor de fabricage van
tuintafel Alba zijn voor 2015 de onderstaande gegevens begroot:
–– Omzet € 990.000,-
–– Directe materiaalkosten € 350.000,-
–– Directe arbeidskosten € 150.000,-
–– Indirecte kosten € 280.000,-
Verder is bekend dat de getoonde omzet is gebaseerd op 5.000 stuks à
€ 198,-. De directe materiaalkosten en loonkosten zijn 100% proportioneel varia-
bel en de indirecte kosten 50% proportioneel variabel.
Hoeveel is de procentuele veiligheidsmarge voor de fabricage van tuintafel Alba op
basis van de opgestelde begroting over 2015? Laat uw berekening zien.
(10 punten)
NCOI Opleidingen 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kees78. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.45. You're not tied to anything after your purchase.