100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Wetenschapsfilosofie HC & WC met oefenvragen uitgewerkt(425026-B-6) $5.40
Add to cart

Summary

Samenvatting - Wetenschapsfilosofie HC & WC met oefenvragen uitgewerkt(425026-B-6)

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting waar het vak wetenschapsfilosofie is samengevat. Het gaat hier zowel over de hoorcolleges als de werkcolleges. De werkcolleges zijn een goede oefening voor het begrijpen van de (open)vraagstelling die op het tentamen wordt gebruikt.

Preview 4 out of 57  pages

  • February 24, 2024
  • 57
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Wetenschapsfilosofie
1. Wat is (wetenschaps)filosofie?
2. René Descartes, Francis Bacon en Britse empiristen
3. Immanuel Kant, positivisme en hermeneutiek
4. Ludwig Wittgenstein I en het Logisch Positivisme
5. Karl Popper
6. Ludwig Wittgenstein II en Thomas Kuhn
7. Feyerabend en Lakatos
8. Wetenschappelijk realisme en constructivistisch emprisime
9. Voorspelbaar irrationeel
10.Evolutie irrationaliteit
11.Irrationaliteit in actie
12.Wapenen tegen denkfouten
13.Belang van kritisch denken
14.Wetenschappelijke methode en demarcatiecriterium
15.Q&A – Werkgroepen – extra vragen uitgewerkt

,Hoorcollege 1 – wat is (wetenschaps)filosofie?

Wetenschapsfilosofie is een filosofische reflectie op wat wetenschap is, doet en kennis
teweegbrengt. Al wordt het woord ‘wetenschap’ wordt veel gebruikt, is de precieze betekenis nog
onduidelijk.

Wetenschapsfilosofie voor psychologen
Psychologie is een wetenschap. Het is belangrijk om over voldoende kennis te beschikken om uit te
kunnen leggen waarom de psychologie een wetenschap is. Daarnaast moet je ook de kunde hebben
om kritisch te kunnen reflecteren op je discipline. Filosofie is namelijk een kritische reflectie en daar
heb je kennis en kunde voor nodig. Kennis en kunde kunnen dienen als een ander doel, namelijk
karakter. Doordat je beter inzicht krijgt in psychologie als wetenschap, worden er betere
wetenschappers afgeleverd. Het uiteindelijke doel is de samenleving vooruitbrengen.

Kennisleer
De wetenschapsfilosofie is begonnen met kennisleer, oftewel epistemologie. Men dacht na over
kennis wat uiteindelijk leidde tot wetenschap. Kennisleer stelt de volgende drie vragen:
1) Wat is (zekere) kennis?
2) Hoe kunnen we die kennis rechtvaardigen?
3) Wat is de bron van kennis?
Met betrekking tot deze kwesties kunnen traditioneel twee posities ingenomen worden.
1) Rationalisme: echte kennis is afkomstig van de ratio, de rede, het verstand (Plato)
2) Empirisme: kennis is afkomstig van de zintuigelijke ervaring (Aristoteles)

Rationalisme en empirisme vormen samen een strijd tegen het scepticisme. Het scepticisme is
gebaseerd op het in twijfel brengen van kennis. Aanhangers hiervan gaan ervanuit dat men niks
zeker kan weten. Een bekende aanhanger hiervan was Socrates

Rationalisme
De centrale bewering van het rationalisme is dat echte kennis komt (deels) voort uit het goed
gebruiken van je verstand (ratio). Een geassocieerde bewering is dat er ingeboren kennis bestaat, dat
noemen we ook wel nativisme. Dit houdt in dat mensen ter wereld komen met kennis. Plato
vertegenwoordigt extreem nativisme. Hij beweerde dat je al over alle kennis beschikt nadat je bent
geboren. Later stelt Descartes dat je wel ingeboren kennis hebt, maar niet alle kennis is ingeboren.

Plato was een leerling van Socrates en een rationalist die stelde dat leren gelijk staat aan herinneren,
anamnèsis. Dit houdt in dat er dus nooit nieuwe kennis wordt opgedaan. Plato geloofde ook in
reïncarnatie; een ziel die alle kennis bezit wordt hierbij geboren in een nieuw lichaam. Bij de
geboorte wordt alle kennis weer vergeten, omdat de geboorte een schokkende gebeurtenis is. Deze
kennis kan dus weer opgedaan worden door het te herinneren.
Epistème, kennis van hoe dingen zijn. Doxa is een mening over hoe dingen zijn. Kennis is een ware
en gerechtvaardigde overtuiging volgens Plato.
Tijdens deze periode was er een debat over wat bestaat en wat niet. Heraclitus reageert in dit debat:
‘Panta rhei” dit betekent ‘alles stroomt’. Alles bevindt zich in een stroom. Dit wordt vergeleken met

,dat een persoon nooit twee keer in dezelfde rivier kan stappen, aangezien het water van de eerste
keer al is ververst door het nieuwe water. Naast het water verandert ook de persoon die in het water
stapt. Als in onze wereld, die we met onze zintuigen waarnemen, alles continu verandert, dan is er
niks. Dan kunnen we enkel doxa (mening) verwerven, geen epistème (kennis). Dit betekent dus dat
je nooit kennis kan opdoen van de wereld, omdat alles steeds veranderd, wat leidt tot scepticisme.
Plato wilde geen scepticisme en stelde dat je daarom alleen kennis kan op doen van de ideeën in de
ideeënwereld, deze zijn namelijk onveranderlijk.
De wereld waarin de mens waarneemt is een afspiegeling van de perfecte wereld (ideeënwereld).
Wanneer een persoon een driehoek tekent uit de hand zou dit nooit een perfecte driehoek worden.
Deze driehoek vormt een afspiegeling van de perfecte driehoek die zich in de ideeënwereld bevindt.
Plato was dus van mening dat kennis gaat over hoe dingen werkelijk zijn (ideeën) en niet over hoe
dingen worden waargenomen door een persoon. Zo kan de ene persoon wind ervaren als koud en de
ander als warm, maar zelf is niet koud of warm. Kennis gaat dus over de ideeënwereld. Kennis
verwerven is daarmee de ideeën herinneren, anamnèsis.

Volgens Parmenides wordt de mens misleid door zijn zintuigen. Zo kan een persoon water als lauw
ervaren, terwijl een ander persoon hetzelfde water ervaart als warm. Volgens hem verandert er
nooit iets, aangezien wanneer iets verandert dan is het er niet meer. Zijn is echt, maar de
verandering is dat niet.

Meno is een persoon die een voorbeeld van de ideeën van Plato verduidelijkt. Socrates stond achter
de Ideeën van Plato en vroeg aan een slaaf van Meno om een vierkant twee keer zo groot te maken.
Het idee hierachter is dat een persoon deze kennis ophaalt door zijn ratio goed te gebruiken. Door
middel van aanwijzingen van Socrates lukte dit de slaaf. Dit is dus geen goed voorbeeld hoe het in je
brein wordt, de slaaf wordt worden in de mond gelegd.

Empirisme
De centrale bewering van het empirisme is dat de bron van kennis de ervaring is die wordt opgedaan
via zintuigelijke waarneming, experienta/empeira. Als men kennis wil hebben over de wereld dient
er goed geobserveerd te worden, gebaseerd op common sense. De geassocieerde bewering is dat er
geen aangeboren kennis is aangezien alle kennis uit de ervaring via de waarneming komt.

Er is een verschil tussen empiristisch en empirisch. Empiristisch verwijst naar het empirisme,
opvatting dat kennis voortkomt uit de zintuigelijke waarneming. Empirisch verwijst naar de
wetenschappelijke methode, waarbij men gebruik maakt van observeerbare of experimentele
gegevens om conclusies te trekken over de wereld.

De eerste empirist was Artistoteles. Hij was een leerling van Plato. Hij stelde dat er slechts één
wereld was die met de zintuigen was waar te nemen. Hiermee verwierp hij de twee-werelden
theorie: er is slechts één wereld en die is met de zintuigen waar te nemen. Daarnaast zag Aristoteles
de mens als een tabula rasa, een ongeschreven blad, wat betekent dat de mens geen aangeboren
ideeën heeft.

Omdat Aristoteles uitgaat van zintuigelijke waarneming kan hij een empirist worden genoemd. Maar
hij heeft ook wat rationalistische elementen. Hij stelt namelijk dat alleen concrete en individuele
dingen waar te nemen zijn. Dit hangt samen met inductie: op basis van een aantal waarnemingen
waarin A B is of op A B volgt wordt geconcludeerd dat dit altijd het geval is. Er gaat echter een

, probleem gepaard met inductie. Namelijk dat niet alle waarnemingen plaats kunnen vinden is het
dus nooit zeker dat A ook echt áltijd op B volgt.
Volgens Aristoteles volgde er na inductie nog een stap: men dient in te zien dat abstracties
noodzakelijke waarheden zijn. Een van deze abstracties is ‘alle mensen zijn sterfelijk’. Op basis van
waarnemingen kan niet worden gesteld dat deze stelling waar is, er is alleen een correlatie zichtbaar.
Dit soort stellingen hadden dan ook inzicht, ofwel intuïtieve inductie nodig.

Volgens Aristoteles bestaan er verschillende vormen van oorzaken, namelijk:
- De formele oorzaak
- De materiële oorzaak
- De efficiënte oorzaak
- De uiteindelijke oorzaak
Zo is de formele oorzaak van een beeldhouwwerk de vorm van het beeldhouwwerk zelf. De
materiële oorzaak is de stof waarvan het is gemaakt, bijvoorbeeld klei. De efficiënte oorzaak is de
primaire bron, zoals de maker van het beeldhouwwerk. De uiteindelijke oorzaak is het doel van het
object.

Tijdens de middeleeuwen had de katholieke kerk veel macht. Kwesties rondom kennis en
werkelijkheid werden dan ook opgelost aan de hand van de Bijbel. Ook het werk van Aristoteles had
in deze tijd veel invloed. Thomas van Aquino probeerde de Christelijke leer met de opvattingen van
Aristoteles te verenigen. een voorbeeld hiervan is het idee over stof en vorm. Er werd gesteld dat
stof een aanleg is voor iets. Pas door de vorm wordt het werkelijk iets. Maar, deze vorm kan ook
weer stuk waardoor er een proces gaande is van ontstaan en vergaan. Volgens Aquino heeft God dit
proces in gang gezet. Het gevolg van deze koppeling tussen de bijbel en Aristoteles is dat men niet
meer onder de ideeën van Aristoteles uit kon komen, omdat deze voortaan verband hielden met
God.

Artistoteles deed geen experimenten, omdat hij vond dat deze niets bij zouden dragen aan kennis
over de natuurlijke wereld. Hij vond namelijk dat door dingen te manipuleren men tegen de natuur
inging en er dus ook niks over geleerd kon worden. Observeren was volgens hem dan ook een betere
methode. Hierdoor werd er tijdens de Middeleeuwen dan ook weinig ontdekkingen gedaan.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneperdaems. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.40
  • (0)
Add to cart
Added