Leerdoelen Burger & Recht
Week 1:
1. Kan het begrip ‘recht’, ‘positief recht’, ‘rechtsregels’ en ‘rechtsbronnen
beschrijven.
‘Recht’: Het recht bestaat grotendeels uit een verzameling van regels die
betrekking hebben op het handelen van mensen als leden van de
samenleving en op de organisatie van die samenleving.
‘Positief recht’: Het positieve recht is het geheel van rechtsregels die op dit
moment in Nederland gelden.
‘Rechtsregels’: Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te
ordenen en daarmee ook te uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk
van kracht zijn.
‘Rechtsbronnen’: Rechtsbronnen zijn de bronnen waaruit het geldend recht
als het ware voortvloeit.
- De wet.
- De jurisprudentie.
- De gewoonte.
- De verdragen.
‘Objectief recht’: De rechtsregels van het objectieve recht ordenen de
verhoudingen tussen personen door aan hen bevoegdheden en verplichtingen
toe te kennen.
‘Subjectief recht’: Onder subjectief recht verstaan we de bevoegdheid die
iemand in een concreet geval aan een regel van objectief recht ontleent.
Bijvoorbeeld art. 4 Gw die een meerderjarige Nederlander de bevoegdheid
geeft om zijn stem uit te brengen.
‘Law’ algemene regel = objectief recht.
‘Right’ individuele bevoegdheid = subjectief recht.
‘Materieel recht’: Het materieel recht betreft de inhoud van rechten en
plichten.
‘Formeel recht’: Het formeel recht heeft betrekking op de handhaving van
regels van materieel recht in procedures voor de rechter.
2. Kan uitleggen dat er naast het recht afkomstig van de rechtsbronnen
ook andere regels zijn waaruit rechten en plichten voortvloeien voor de
burger.
- Andere regels ‘van onderop tot stand gekomen’: regels die van invloed
zijn op de rechten en plichten van burgers, maar die niet direct zijn
vastgelegd in (wettelijke) regels en niet afkomstig zijn van een tot
wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
- Sociale normen: Fatsoens- en omgangsnormen, zonder rechtsgevolgen
en juridisch niet afdwingbaar.
, 3. Kan aan de hand van voorbeelden de verschillen en overeenkomsten
toelichten tussen sociale normen en rechtsregels.
Rechtsregels Sociale normen
Verschillen: Verschillen:
- Afdwingbaar. - Niet afdwingbaar (meestal).
- Komen voort uit de 4 rechtsbronnen. - Komen niet voort uit de 4 rechtsbronnen.
Overeenkomsten: Overeenkomsten:
- Het in bescherming nemen van de - Het in bescherming nemen van de
burger. burger.
- Ordening van de samenleving, geeft - Ordening van de samenleving, geeft aan
aan wat wel en niet acceptabel is. wat wel en niet acceptabel is.
4. Kan aan de hand van voorbeelden uitleggen welke functies het recht
heeft binnen een samenleving.
Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels. Daarnaast
zorgt het recht dat die regels worden gehandhaafd door geschilbeslechting.
5. Kan aan de hand van verschillende voorbeelden in de wet het begrip
‘burger’ toelichten.
Burger is iemand die onderdanig is aan de staat. Er is een verticale
verhouding tussen de overheid en de burger. Burgers moeten zich houden
aan de wetten en anders volgen er sancties.
6. Kan aan de hand van verschillende voorbeelden uitleggen waarom en
onder welke voorwaarden een gewoonte een rechtsbron is waar rechten
en plichten voor een burger uit voortvloeien.
De gewoonte is een rechtsbron. De gewoonte moet aan twee voorwaarden
voldoen:
- Bestendig gebruik. Een regel wordt dus pas een bindende regel, als dit een
gewoonte is geworden en vaak genoeg wordt gebruikt binnen een bepaalde
groep personen.
- Rechtsovertuiging. Het langdurige gebruik van een regel moet algemeen
geaccepteerd worden. De kring waarbinnen de gewoonte circuleert als
rechtsregel moet in de overtuiging zijn dat de regel ook echt nageleefd moet
worden. Een gewoonte moet dus met andere woorden een rechtsnorm zijn
geworden. Pas als mensen vinden dat een regel gelding heeft en afgedwongen
kan worden, is er sprake van een rechtsnorm.
, Week 2:
1. Kan aan de hand van voorbeelden uitleggen dat de wet een rechtsbron
is waar rechten en plichten voor een burger uit voortvloeien.
De voornaamste bron van het positieve recht is de wet. Een wet bevat vrijwel
altijd algemene voorschriften.
‘Algemene voorschriften’: Voorschriften die in een onbepaald aantal
gevallen zijn gericht tot een onbepaald aantal deelnemers aan het
rechtsverkeer. Regels die gelden voor iedereen indien het in de regel
genoemde geval zich voordoet.
De wetgevende macht is opgedragen aan de regering en de Staten-Generaal
tezamen.
Daarnaast is de regering zelfstandig bevoegd om wetgeving te maken:
algemene maatregel van bestuur.
Verder is ook een afzonderlijke minister bevoegd om wetten te maken:
ministeriële regeling.
Wet in materiële zin: Een wet in materiële zin is elk algemeen verbindend
voorschrift. Als de inhoud van een besluit bestaat uit algemene verbindende
voorschriften is het een wet in materiële zin.
Wet in formele zin: Een wet in formele zin is elk besluit van regering en
Staten-Generaal tezamen. Bij het begrip wet in formele zin wordt er niet gelet
op de inhoud, maar alleen op de herkomst van het besluit: Alleen besluiten
van regering en Staten-Generaal tezamen zijn wetten in formele zin.
Als het woordje ‘wet’ wordt genoemd is het altijd een wet in formele zin.
Organieke wetten: Wetten die door de grondwet worden voorgeschreven en
die van belang zijn voor de inrichting van de Staat.
2. Kan uitleggen op welke manier de rechten en plichten van burgers zijn
vastgelegd in de wet en wat de positie van de burger is ten opzichte van
enerzijds de overheid en anderzijds andere burgers binnen de
rechtsgebieden privaatrecht, strafrecht en bestuursrecht.
Privaatrecht:
Materiële privaatrecht twee hoofdgroepen van relaties:
Het personen- en familierecht
-regels betreffende de persoon Rechtspersonenrecht
Vermogensrecht
-regels betreffende het vermogen van een persoon Handelsrecht
Horizontale verhouding Burgers Burgers
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ljr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.