Metabolisme
In het menselijk lichaam is er een taakverdeling, communicatie en coördinatie tussen cellen,
weefsels en organen. Dit gebeurt door het zenuwstelsel (neuraal), het immuunsysteem en door het
hormoonstelsel (humoraal). Hormonen worden gemaakt in endocriene klieren (hormoonklieren).
Deze klieren zijn opgebouwd uit epitheliale cellen, waartussen zich een capillair netwerk bevindt.
Klieren geven het hormoon af aan de bloedbaan, waardoor het verderop in het lichaam zijn werk
kan doen. Er zijn vele hormoonklieren, die ook voor een deel weer in verbinding staan met het
zenuwstelsel.
Hoofleerdoel
Je kunt je kennis over cellen, stofwisseling en regelkringen toepassen op fysiologie in het lichaam
en op voorbeelden van genetische pathofysiologie over de functie van mitochondriën en de
schildklier.
Deeldoelstellingen
- Je kunt de belangrijkste basisprincipes rond cellen, stofwisseling en regelkringen toepassen op
de verstoringen in metabole routes die een rol spelen bij M. Graves en MELAS.
- Je kunt de rol van de schildklier en de hypothalamus-hypofyse-schildklier-as en hun interacties
en evenwicht in het basale metabolisme toelichten in de fysiologische situatie.
- Je kunt de bouw en functie van het mitochondrion en interactie met de rest van de cel
toelichten in de fysiologische situatie.
- Je kunt de belangrijkste basisprincipes rond cellen, stofwisseling en regelkringen op zo'n
niveau interpreteren dat je ze kunt gebruiken om (bio)medische onderwerpen te kunnen
toelichten.
Energiehomeostase
Ook wel de Basal Metebolic Rate (BMR) of energiehuishouding van het lichaam in rusttoestand.
De BMR wordt beïnvloed door de lichaamstemperatuur, het aanbod van energiesubstraten en de
aanwezigheid van het “hongerhormoon” leptine. Al deze factoren hebben effect op de afgifte van
de schildklierhormonen (thyroxines) aan het bloed. Deze thyroxines regelen vervolgens welk deel
van de aanwezige voedingsstoffen door de verschillende weefsels en organen wordt gebruikt voor
energieproductie en welk deel overblijft voor energieopslag en
groei en ontwikkeling.
Schildklier
De schildklier is gelegen in de hals, ter hoogte van de larynx en
bestaat uit twee lobben, verenigd door een brugvormige isthmus.
Schildklierweefsel bestaat uit follikels temidden van een dun, rijk
gevasculariseerd stroma (steuncellen). De follikels worden
gevormd door een eenlagig epitheel (follikelcellen) rond een
lumen, dat een gel-achtige vloeistof bevat, het colloïd. Follikels
zijn omgeven door een lamina basalis. Het schildklierstroma
heeft een zeer dicht net van gevensterde capillairen en
lymfevaten, dat als een korfje om de follikels is gelegen.
Parafolliculaire cellen (C-cellen) maken calcitonine wat de
calciumspiegel in het bloed verlaagd.
Pagina 1 van 10
, Schildklierhormoonsynthese
De aanmaak van schildklierhormoon vindt plaats middels een samenspel tussen de follikelcellen
en het colloid. In vrijwel het hele proces speelt het thyroid stimulerend hormoon (TSH, gemaakt in
de hypofyse) een belangrijke rol: het stimuleert de aanmaak van schildklierhormoon. De schildklier
is de enige endocriene klier van het lichaam die in staat is tot (extracellulaire) opslag van grote
hoeveelheden secretiemateriaal en zo de behoefte van enkele maanden kan dekken. Opslag
geschiedt extracellulair, in de follikels: het van gejodeerde tyrosines voorziene thyreoglobuline
(molecuulgewicht 660.000) vormt daar het colloïd. De werking van de schildklier staat onder
controle van een regelkring namelijk de hypothalamus - hypofyse - schildklier-as. In de hypofyse
wordt TRH afgegeven aan het eerste capillairnetwerk. Dit gaat via het eerste capillairnetwerk van
de poratle circulatie naar de hypofysevoorkwab. Aldaar stimuleert het de aanmaak van TSH. In de
hypofysevoorkwab wordt TSH afgegeven aan het tweede capillair netwerk. Dit gaat via de
bloedbaan naar de schildklier. Aldaar zal het de aanmaak van T3/T4 stimuleren. Door positieve/
negatieve feedback wordt de productie in balans gehouden. Als er (te)veel schildklierhormoon is,
leidt dat tot versterking van de negatieve feedback met verlaging van TRH en TSH tot gevolg. Bij
iatrogene hypothyreoïdie wordt de schildklier chirurgisch verwijdert met een stijging van TSH en
een daling van T4/T3 tot gevolg. Bij thyreotoxicose op basis van een thyreöiditis (ontsteking
waarbij follikels kapot gaan) is de TSH verlaagd en de T4/T3 verhoogd door de grote hoeveelheid
schildklierhormoon dat vrij komt.
Pagina 2 van 10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller de99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.