100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting KLOP UU Deeltentamen 1 (Klinische Ontwikkelingspsychologie, ) $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting KLOP UU Deeltentamen 1 (Klinische Ontwikkelingspsychologie, )

6 reviews
 446 views  42 purchases
  • Module
  • Institution

Dit is een samenvatting voor het eerste deeltentamen van het vak Klinische Ontwikkelingspsychologie bij de UU. In deze samenvatting staan dus hoofdstuk 1 en hoofdstuk 3 tm 9 in het Nederlands samengevat.

Preview 4 out of 55  pages

  • February 25, 2024
  • 55
  • 2023/2024
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: semkeizer • 7 months ago

review-writer-avatar

By: kristyvanes • 7 months ago

review-writer-avatar

By: lottevandam2704 • 8 months ago

review-writer-avatar

By: pienmeulenberg • 8 months ago

review-writer-avatar

By: mglvandeven • 8 months ago

review-writer-avatar

By: evasoepboer • 7 months ago

avatar-seller
CH1: Introduction
[De woorden normaal en typisch en de woorden abnormaal en atypisch worden door elkaar gebruikt om
overeen te komen met de bestaande en nieuwe literatuur waarop de statements gebaseerd zijn]

Omschrijvingen van normaliteit en psychopathologie worden gebaseerd op statistische
afwijking, socioculturele normen, en mentale gezondheid definities (kwaliteit van leven en
functioneren, vaststaande kenmerken van stoornissen). Wanneer mensen een uitdaging
ondergaan, kunnen ze daarop reageren met poor adaptation, adequate/average adaptation,
of met optimal adaptation. Bij sommige spectrums wordt alleen de “slechte” kant gezien als
psychopathologie, en wordt de “goede” kant juist geaccepteerd of geprezen.

Box 1.1
Kinderen hebben bepaalde dingen nodig om te kunnen groeien en leren:
- Verzorgende relaties
- Fysieke bescherming, veiligheid, en regulatie
- Ervaringen die afgestemd zijn op individuele verschillen
- Ervaringen die gepast zijn voor het level van ontwikkeling
- Grenzen, structuur, en verwachtingen
- Stabiele, ondersteunende gemeenschappen en culturele continuïteit
De term psychopathologie refereert naar intense, frequente, en/of aanhoudende
maladaptieve patronen van emotie, cognitie, en gedrag. Ontwikkelingspsychopathologie
draait om maladaptieve patronen in de context van typische ontwikkeling met als resultaat
potentiële problemen van kinderen en adolescenten.
Definities van stoornissen zijn moeilijk te maken, en datzelfde geldt voor inschattingen van
de prevalentie ervan. Ontwikkelings-epidemiologie richt zich op frequenties en patronen
van stoornissen in baby’s, kinderen en adolescenten, ingeschat door middel van
verschillende methoden (bijvoorbeeld gerandomiseerde steekproeven). Prevalentie is de
proportie van een populatie die een
stoornis heeft, incidence is de mate Key Terms
waarmee nieuwe gevallen zich voordoen. Statistical deviance/statistische afwijking
Sociocultural norms/socioculturele normen
Van veel stoornissen zien we steeds meer Mental health definitions/mentale
gevallen onder jongeren. Dit kan gezondheidsdefinities
verschillende oorzaken hebben, maar is Psychopathology/psychopathologie
zeker belangrijk om te benoemen. Een Developmental psychopathology/
probleem is dat sommige groepen mensen ontwikkelingspsychopathologie
nauwelijks tot geen toegang tot hulp Developmental
hebben. Dit geldt ook voor spoed-hulp. De epidemiology/ontwikkelingsepidemiologie
grenzen die de hulp heeft komen door de Prevalence/prevalentie
structuur en financiering van mentale Incidence/incidentie
gezondheidszorg en percepties over Barriers to care/grenzen aan
mentale gezondheidsproblemen. Vaak gezondheidszorg
hebben de grenzen ook te maken met Stigmatization/stigmatisering
cultuur en/of ras. Ook is er sprake van een stigma rondom mentale gezondheidsproblemen,
ook al vermindert dit stigma de laatste jaren wel.

,CH3: Principles and Practices of
Developmental Psychopathology
Ontwikkelingspsychopathologie bestaat uit verschillende theoretische- en
onderzoeksdisciplines. Binnen de ontwikkelingspsychopathologie worden stoornissen vaak
gezien als delay (vertraging) of als dysfunction. Daarnaast wordt er gekeken naar de
(mal)adaptatie van het kind wanneer er sprake is van een probleem.
Adaptatie en maladaptatie zijn punten of plekken op een levenslange ontwikkelingsweg. Bij
deze wegen is er sprake van equifinaliteit en multifinaliteit. Equifinaliteit refereert naar het
feit dat verschillende omstandigheden tot hetzelfde eindresultaat kunnen leiden, en
multifinaliteit refereert naar het feit dat dezelfde omstandigheden verschillende
eindresultaten kunnen hebben. Bij ontwikkelingspaden is het belangrijk te onthouden dat
verandering mogelijk is op vele momenten, en dat verandering tegengehouden of
toegelaten wordt door voorgaande aanpassingen. De timing van de veranderingen wordt
ook onderzocht, en deze wordt beïnvloed door zowel interne als externe factoren.
Er wordt bij het kijken naar de stoornissen van kinderen ook rekening gehouden met hoe
andere kinderen van dezelfde leeftijd zich op dat moment gedragen. Zo kunnen de
symptomen bijvoorbeeld afnemen, maar relatief gezien niet veranderen. Genen,
omgevingen, en ontwikkeling dragen allemaal bij aan adaptieve en maladaptieve paden.
Coherence refereert naar de overtuiging dat de beginpunten logisch en betekenisvol
gerelateerd zijn aan uitkomsten als we de variabelen die leiden tot stabiliteit en verandering
meerekenen.
Competentie refereert naar het effectieve functioneren in belangrijke omgevingen. Wat
“effectief functioneren” precies inhoudt is afhankelijk van ontwikkelings-, culturele, en
historische contexten. Kinderen hebben bepaalde domeinen waar ze competent zijn, en
andere domeinen waar ze incompetent zijn. De stoornissen bestaan dus altijd naast de
talenten en successen van de Periode Competentiedomein
kinderen. In de tabel hiernaast zie je Basisschool Academische vaardigheden
een model waarin de domeinen per Gedragscompetentie
ontwikkelingsperiode opgedeeld zijn. Sociale competentie
Een ander model, het positive youth Adolescentie Romantische competentie
development model, identificeert Werkcompetentie
verschillende dimensies van gezonde aanpassing: de krachten van competentie,
zelfvertrouwen, karakter, zorgzaamheid, connectie, en bijdrage.
Risico wordt gedefinieerd als verhoogde kwetsbaarheid voor stoornissen. Dit kan opgesplitst
worden naar niet-specifieke (verhoogd risico voor alle/vele stoornissen) en specifieke risico’s
(verhoogd risico voor één bepaalde stoornis). Sommige factoren zijn zowel niet- als wel
specifiek, en de factoren kunnen zich voordoen in verschillende maten. Risicofactoren zijn
de individuele, familie- en sociale karakteristieken die geassocieerd zijn met de verhoogde
kwetsbaarheid. Er moet ook rekening gehouden worden met gevoeligheid als het gaat om
de impact van de risicofactoren; deze gevoeligheid is afhankelijk van (epi)genetica en

,psychologische karakteristieken. Resilience (weerstand) is adaptatie (of competentie)
ongeacht tegenslagen. Beschermende factoren zijn de individuele, familie- en sociale
karakteristieken die geassocieerd zijn met positieve adaptatie.
Individuele risicofactoren zijn gefocust op het kind en zijn bijvoorbeeld genetica en
fysiologische processen, cognitieve en gedragspredisposities, en temperament en
persoonlijkheid. Biologisch geslacht en gender hebben invloed op de gevoeligheid voor en de
timing van bepaalde stoornissen. Familierisicofactoren zijn de risico’s geassocieerd met de
directe verzorgende omgeving van het kind, waarbij ook gekeken wordt naar
karakteristieken van de verzorger(s). Socioculturele risicofactoren zijn risico’s geassocieerd
met de grotere omgeving van het kind, inclusief leeftijdsgenoten en scholen, woonwijk en
SES, en raciale, etnische, en culturele karakteristieken. Armoede zorgt voor verschillende
significante risicofactoren. Bij de gemiddelde- en hogere SES-omgevingen is er juist weer een
risico op prestatiedruk op academisch niveau en extra-curriculaire activiteiten. Stressvolle
levensgebeurtenissen zijn risicofactoren.
Het aantal risicofactoren dat een kind ervaart blijkt meer invloed te hebben dan het type
risicofactoren. Onderzoek hiernaar is vaak gericht op adverse child experiences (ACEs).
Bepaalde combinaties zijn extra significant als het gaat om slechte uitkomsten. Differential
impact theory is gebaseerd op het idee dat veranderingen in de omgeving zorgen voor
veranderingen in het individu en dat deze veranderingen afhankelijk zijn van de kwaliteit van
de psychologische, socioculturele en economische bronnen die bepaald worden door de
omgeving, en dat ze afhankelijk zijn van de kwaliteit en kwantiteit van de risicofactoren die
ervaren zijn door het individu. De timing van een risicofactor heeft veel invloed op de
uitkomst. Table 3.2 List of Resilience Factors across
Systems
Kindermishandeling is een brede categorie (geen - Sensitive caregiving, close
diagnose) waar de volgende dingen onder vallen: relationships, social support
fysieke mishandeling, seksuele mishandeling, - Sense of belonging, cohesion
psychologische mishandeling, en verwaarlozing. Dit is - Self-regulation, family management,
een niet-specifieke risicofactor, en het heeft een group or organizational leadership
fysiologische, psychologische, en relationele invloed. Er - Agency, beliefs in system efficacy,
is niet één oorzaak aan te wijzen voor active coping
kindermishandeling (equifinaliteit), en ook niet één - Problem-solving and planning
uitkomst (multifinaliteit). - Hope, optimism, confidence in a
better future
Er zijn drie types veerkrachtige (resilient) mensen: - Mastery motivation, motivation to
mensen met veel risicofactoren en een goede adapt
uitkomst, mensen die competent blijven wanneer ze - Purpose and a sense of meaning
stress ervaren, en mensen die zich goed herstellen na - Positive views of self, family, or group
stress of trauma. Weerstand is een capaciteit die zich - Positive habits, routines, rituals,
ontwikkelt met de tijd. De weerstand van een kind of traditions, celebrations
familie is inclusief de capaciteiten en hulpbronnen die op dat moment beschikbaar zijn voor
hen.

, Promotive effects zijn de karakteristieken en ervaringen die positieve ontwikkeling en
adaptatie voor kinderen en adolescenten ondersteunen ongeacht het risicolevel. Protective
effects ondersteunen positieve ontwikkeling voor kinderen en adolescenten in de
aanwezigheid van risico. Beschermende factoren zijn vaak emotionele, cognitieve, en
gedragskarakteristieken. Het hebben van een beetje positieve karaktertrekken (een “blije
aanleg”) is al genoeg om beschermende effecten te hebben. Genetische variaties kunnen
ook individuele beschermende factoren vormen. Familiefactoren zoals familiecohesie en
warme relaties kunnen beschermend zijn. Ook positieve relaties met vrienden en siblings
maken een positief verschil. Families kunnen als geheel ook veerkrachtig zijn. Socioculturele
beschermende factoren zoals primaire gezondheidszorg zijn ook belangrijk.
Volgens Rutter beïnvloeden beschermende factoren de uitkomsten van kinderen door de
impact van het risico te verminderen (door minder blootstelling of door cognitieve
herwaardering), de negatieve kettingreacties te verminderen, het zelfvertrouwen en de self-
efficacy te behouden, en/of mogelijkheden voor verbeteringen of groei open te stellen.
Geobserveerde veerkracht op één gebied kan een gemis van veerkracht op een ander gebied
verbergen of daar zelfs aan bijdragen.
Key Terms
De benadering op veerkracht die gebaseerd is Psychopathology/psychopathologie
op adaptatie legt de nadruk op de cognitieve, Developmental psychopathology/
emotionele, en gedragsmatige vaardigheden ontwikkelingspsychopathologie
die handig zijn of versterkt worden in Developmental pathways/ontwikkelingspaden
specifieke omgevingen. Equifinality/equifinaliteit
Multifinality/multifinaliteit
Coherence/coherentie
Competence/competentie
Risk/risico
Risk factors/risicofactoren
Resilience/veerkracht
Protective factors/beschermende factoren
Differential impact theory
Child maltreatment/kindermishandeling

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimvans. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy revision notes and other study material for 14 years now

Start selling
$6.96  42x  sold
  • (6)
  Add to cart