PROBLEEM 2: Coronamaatregelen
Literatuur Recht in context h3 par 1-5
In het kort geding van de stichting Viruswaarheid tegen de Staat der Nederlanden gaat
het over de avondklok die in een Tijdelijke Regeling is vastgelegd. Ze hebben een beroep
gedaan op de bewegingsvrijheid en op het recht op een persoonlijke levenssfeer. De
vragen die uit het probleem blijken zijn of de verdragen boven de Nederlandse wet
staan. En hoe de verdragen in Nederland geregeld zijn.
Leerdoelen
1. Welke soorten wetten zijn er en hoe komen ze tot stand?
In de Grondwet staat dat de wet gezamenlijk gemaakt wordt door de Staten-Generaal,
die het Nederlandse volk vertegenwoordigd gevormd door de Eerste en Tweede Kamer
en de regering, de koning en de ministers. Dit is dan ook wel de formele wetgever en dus
de wetgevende macht, samengesteld aan de hand van verkiezingen. Er is sprake van een
democratische legitimatie of rechtvaardiging. Daarnaast hebben ook provincie,
gemeente, waterschappen en andere openbare lichamen de bevoegdheid om regels op te
stellen. De leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks gekozen en de leden van de
Eerste Kamer worden gekozen door de Provinciale Staten. De regering en Tweede
Kamer hebben het recht van initiatief, dit heeft de Eerste Kamer niet.
De wet in formele zin verwijst naar het besluit van de wetgever in formele zin dus de
regering en de Staten-Generaal. Dit heeft betrekking op de vorm waarin dat besluit tot
stand komt (procedure). Een wet in formele zin kan ook een besluit voor een individueel
geval betreffen.
De wet in materiële zin (= algemeen verbindend voorschrift) verwijst naar algemene,
abstracte, de burgers bindende rechtsregel, afkomstig van een van de overheidsorganen
die bevoegd zijn tot het maken van regels. Met het algemene karakter van de wet wordt
bedoeld dat het van toepassing is op een onbepaalde groep personen, dus niet te
herleiden tot concrete individuen. Met abstract wordt bedoeld dat de wet van toepassing
is op meerdere gevallen en niet voor een specifieke gebeurtenis is geschreven.
Drie categorieën wetten:
- Wetten in formele zin die geen wet in materiële zin zijn, zoals de goedkeuring van
een rijksbegroting, want dit gaat om een individueel geval.
- Wetten in formele zin die ook wet in materiële zin zijn, zoals de Auteurswet, want
gegeven door de formele wetgever, met een inhoud die algemeen, abstract en de
burgers bindend is.
- Wetten die alleen wet in materiële zin zijn maar geen wet in formele zin zijn,
zoals het Reglement verkeersregels en verkeerstekens door het bestuur.
De formele wetgever heeft veel vrijheid, maar wordt beperkt door dat hij is gebonden
aan de Grondwet en aan (voor Nederland bindende) internationale verdragen en
besluiten van internationale organisaties. Wetten in formele zin mogen niet in strijd zijn
met verdragen en de Grondwet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boelefee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.