PROBLEEM 8: Virtueel stelen
Recht in context, Hoofdstuk 8, paragraaf 2 en 3 + Juridische methoden, Hoofdstuk 6 par.
2, Hoofdstuk 9 en Hoofdstuk 11
Cees zijn online portemonnee is voor een deel gestolen, maar nu is de vraag of dit onder
een diefstal valt. Want is online geld wel een goed? Kan het in strijd zijn met het
legaliteitsbeginsel als er een uitzondering gemaakt wordt?
Leerdoelen
1. Hoe werkt het strafrechtelijke procedure?
De strafrechtspraak, net als de civiele, opgedragen aan de gewone rechterlijke macht: de
rechtbanken, de gerechtshoven en de Hoge Raad. In een strafrechtelijke procedure
vervult de vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie (officier van justitie bij de
rechtbank of advocaat-generaal bij het hof) de rol van de eisende partij als
vertegenwoordiger van de overheid. Daartegenover staat de verdachte (eventueel
bijgestaan door een advocaat) in de rol van verwerende partij.
Na het gerechtelijke vooronderzoek kan de officier van justitie besluiten een zaak ter
terechtzitting aanhangig te maken. De OvJ brengt een dagvaarding uit tegen de verdachte
en vermeldt daarin wat ten laste wordt gelegd. Centraal in de strafrechtelijke procedure
staan de formele vragen zoals bepaald in artikel 348 Sv en de materiële vragen zoals
bepaald in artikel 350 Sv. Artikel 349 Sv bepaalt vervolgens dat uit het in 348 Sv
genoemde onderzoek kan volgen dat de rechter de nietigheid van de dagvaarding, de
onbevoegdheid van de rechter, de niet-ontvankelijkheid van de OvJ of de schorsing van
de vervolging kan uitspreken. Als dat alles niet het geval is, onderzoekt de strafrechter
wat het antwoord moet zijn op de materiële vragen.
De eerste vraag is of het ten laste gelegde feit bewezen is. Indien de rechter het ten laste
gelegde feit niet bewezen dacht, dan volgt vrijspraak. De tweede vraag is of het bewezen
feit ook een strafbaar feit is. Indien de rechter oordeelt dat dit net zo is, dan volgt ontslag
van rechtsvervolging. De derde vraag is of de verdachte strafbaar is, met andere
woorden of het strafbare feit aan de verdachte verweten kan worden. Oordeelt de
rechter de dader niet strafbaar dan volgt ook ontslag van rechtsvervolging.
Als alle formele vragen van art. 348 Sv en de materiële vragen van artikel 350 Sv door de
rechter positief zijn beantwoord, dan moet de rechter bepalen welke straf of maatregel
moet worden opgelegd.
Artikelen 348 en 350 Sv zijn bepalend voor de structuur van uitspraken. Net als bij
civiele zaken is tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep mogelijk en kan de
partij die het oneens is met de uitspraak van het gerechtshof cassatie instellen bij de
Hoge Raad.
2. Wat houdt het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel in?
, De belangrijkste eis van het legaliteitsbeginsel is dat elk overheidsoptreden een
wettelijke grondslag moet hebben. Het legaliteitsbeginsel is terug te vinden in art. 16 Gw,
in art. 1 lid 1 Sr en in art. 1 Sv. Het legaliteitsbeginsel past bij de rechtszekerheid.
Daarnaast is de trias politica in het strafrecht verwerkt . de rechter bepaalt namelijk niet
wat een strafbaar feit is en welke type straffen en maatregelen er bestaan, dit is
voorbehouden aan de wetgever.
Ons legaliteitsbeginsel is terug te voeren op het gedachtegoed van Cesare Beccaria. Hij
vond dat er geen straf kon zijn zonder voorafgaande wettelijke strafbepaling en ook dat
een straf evenredig moest zijn aan de schade die de dader veroorzaakt had. Beccaria zag
de rechter als bouche de la loi (spreekbuis van het recht), net als Montesquieu.
De strafrechter die een bepaling van een strafrecht uitlegt, mag op grond van het
legaliteitsbeginsel bij die uitleg niet redeneren naar analogie. Als in een concreet geval
niet aan alle voorwaarden van een delictsomschrijving is voldaan, mag de rechter niet de
redenering volgen dat de gedraging van deze verdachte desondanks toch eigenlijk
verdraaid veel overeenkomst vertoont met de overtreding van het ten laste gelegde
wetsartikel.
Twee fundamentele uitgangspunten die ten grondslag liggen aan ons strafrecht: geen
strafbaar feit zonder wet en geen straf zonder wet, deze maken deel uit van het
legaliteitsbeginsel.
3. Hoe moet het artikel over diefstal geïnterpreteerd worden?
4. Wat betekent het legaliteitsbeginsel voor de interpretatie door de rechter
van strafrechtelijke bepalingen?
De rechter is de uiteindelijke instantie die bepaalt of er een strafbaar feit is begaan en
welk strafbaar feit er van toepassing is. De rechter moet de wet uitleggen en het
feitcomplex beoordelen om de wet toe te passen. De strafrechter mag niet redeneren
naar analogie als hij een strafbepaling uitlegt. Dit is op grond van het legaliteitsbeginsel.
Als er niet aan alle voorwaarden is voldaan van een delictsomschrijving mag de rechter
niet redeneren dat de gedragingen van de verdachte veel overeenkomt met de
overtreding van de ten laste gelegde wetsartikel. Dit is namelijk in strijd met
legaliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel.
5. Hoe komt de rechter tot zijn interpretatie van de wettelijke bepaling?
De rechter heeft een motiveringsplicht. Dat houdt in dat hij zijn beslissing begrijpelijk en
aanvaardbaar dient te maken. Voorwaarde is dat hij inzicht verschaft in de argumenten
die tot zijn beslissing hebben geleid. Een motivering moet voldoen aan de volgende
eisen: kenbaarheid (‘voldoende inzicht geven in’), draagkracht (‘de daaraan ten
grondslag liggende gedachtegang’) , controleerbaarheid en aanvaardbaarheid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boelefee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.