100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
H&G studievragen H7 Movement $3.75
Add to cart

Answers

H&G studievragen H7 Movement

 102 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

De antwoorden op de vrije studievragen uit de werkgroepen van Hersenen en Gedrag. Is een soort samenvatting van het hoofdstuk! Daarnaast zijn ze leidend voor het tentamen.

Preview 2 out of 7  pages

  • October 2, 2018
  • 7
  • 2018/2019
  • Answers
  • Unknown
avatar-seller
Studievragen Hoofdstuk 7
Module 7.1

1 Wat is volgens Kalat globaal gezien de belangrijkste functe van het brein?

De belangrijkste functe van het brein is het beheren van gedrag, en gedrag is
bewegingen.

2 Beweging berust op samentrekking van spieren.

3 Een spier bestaat uit spiervezels, en elke vezel is verbonden met één/
verscheidene axon(en).

4 De rato axon/ spiervezel is klein voor oogspieren en groot voor de hamstring.
Wat betekent dit voor de nauwkeurigheid waarmee de spier gewricht en bot
beweegt?

Hoe meer spiervezels aan 1 axon verbonden zijn, hoe kleiner de precisie. En
hoe minder vezels per axon, hoe groter de precisie.

5 Spiervezels zijn een soort samengesmolten cellen die een synaps hebben met
een axon vanuit het centraal zenuwstelsel. Hoe heet die synaps, en welke
neurotransmitter en welke receptor (dat laatste staat niet in het boek) zijn hier
in het spel?

De synapsen tussen motorische axonen en spiervezels heten neuromuscular
junctons. Ze geven acetylcholine af om een spiervezel samen te laten trekken.

6 Zie figuur 2.1 (inderdaad, in hoofdstuk 2). Welke spier moet zich
samentrekken om het onderbeen naar achteren te bewegen? Wat is in dat
geval de agonist en wat de antagonist? Wat is de fexor en wat de extensor?

De hamstring, die is in dit geval de agonist. De spier aan de andere kant
(bovenbeenspier) is dan de antagonist, want die heeft de tegengestelde
werking. De hamstring is de flexor, omdat die het gewricht buigt. De
bovenbeenspier is de extensor, want die moet worden aangespannen om het
gewricht te strekken.

, 7 Schets het verband tussen fast- versus slow-twitch vezels, aerobe versus
anaerobe processen en snelheid versus uithoudingsvermogen.

Slow-twitch vezels worden niet moe, omdat ze aerobische processen hebben
(ze gebruiken zuurstof tjdens bewegingen). Deze gaan langzaam en hebben
een lang uithoudingsvermogen.

Fast-twitch vezelf worden op een gegeven moment wel moe, omdat het proces
anaerobisch is (ze gebruiken op het moment geen zuurstof, maar hebben het
nodig na de beweging; zo bouwen ze een zuurstof schuld op). Deze gaan snel,
maar hebben geen lang uithoudingsvermogen.

8 Leg het proprioceptor-systeem uit: om wat voor receptor gaat het, en hoe
zitten feedforward en feedback in elkaar?

Een proprioceptor is een receptor die de beweging of posite van een
lichaamsdeel detecteert.

Grofweg komt de regulering van houdingen en bewegingen komt tot stand
door de samenwerking van twee typen regelsystemen: feedback en
feedforward. De controle van een feedbackregelsysteem komt tot stand door
het allereerst waarnemen en registreren van een verstoring van een houding of
het verloop van een bewegingsuitvoering en vervolgens hierop reageren met
een correcteve acte waardoor een houding/bewegingsuitvoering wordt
bijgestuurd of gecorrigeerd. Een feedforwardregelsysteem antcipeert op
aankomende veranderingen/verstoringen van een houding of een
bewegingsuitvoering. Een feedforwardregelsysteem is gevormd door
sensorische en motorische informate die beschikbaar is door eerder
uitgevoerde bewegingshandelingen en ontstaat in een motorisch leerproces.

9 Hoe verschilt de spierspoel van het Golgi-peesorgaan?

Spierspoel = muscle spindle. (Golgi Tendon Organs)

Een muscle spindle reageert op strek, en het Golgi-peesorgaan reageert op
spierspanning (spiersamentrekking).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophie_am. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added